Acteurs richten belangenvereniging op

Acteurs laten zich vaak te snel afschepen als het gaat om hun rechten, want de onderlinge concurrentie is moordend. Reden genoeg om een belangenvereniging voor acteurs op te richten. ‘Maar het gaat ons vooral om de liefde voor het vak’, zegt oprichter Waldemar Torenstra.

AMSTERDAM – 17 febr. Acteurs in Nederland worden vanaf nu vertegenwoordigd door de belangenvereniging ACT. Waldemar Torenstra leidde gisteravond de oprichtingsvergadering in restaurant Stanislavski in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Torenstra benadrukt het belang van kennisuitwisseling met vakbroeders, terwijl zijn collega Gijs Scholten van Aschat erop wijst dat acteurs financieel beter voor zichzelf moeten opkomen.

De drie acteurs Waldemar Torenstra (34), Gijs Scholten van Aschat (49) en Rein Hofman (28) namen zich in 2005 voor om een belangenvereniging op te starten. ‘Nederland is een ondernemersland. De toneelgezelschappen hebben zich wel verenigd, maar de acteurs nog niet’, zegt Torenstra, die als enige oorspronkelijke initatiefnemer in het bestuur terechtgekomen is. Vandaag draagt hij het voorzitterschap over aan Oswald Schwirtz, tevens voorzitter van de Kamer van Koophandel in Amsterdam, die tijdens de oprichtingsvergadering in het buitenland was. Torenstra denkt dat hij als gewoon bestuurslid voldoende tijd heeft om zich op het acteren te blijven richten.

Niet elke acteur kan lid worden van de belangenvereniging. Een lid moet een hbo-toneelschool diploma op zak hebben, minstens twee dragende rollen hebben gespeeld in een film of tv-serie of minstens twee rollen hebben vervuld bij een toneelgezelschap dat aangesloten is bij de Vereniging Nederlandse Theatergezelschappen. Scholten van Aschat: ‘In de toneelwereld heb je zoveel acteurs die ooit bij Omroep Brabant hebben ingevallen. Die kunnen bij ons niet meebeslissen.’ Momenteel zijn meer dan 400 acteurs lid van ACT.

Scholten van Aschat vindt het jammer dat acteurs niet eerder een belangenvereniging hebben opgericht. Hij praat met bewondering over Buma/Stemra, opgericht voor tekstschrijvers en muzikanten in 1913. Die organisatie betaalt muzikanten en tekstschrijvers per gedraaid liedje. ‘Iemand hoeft maar een melodietje van je op de radio na te fluiten op de radio en je krijgt keurig geld gestort’, zegt de acteur. Films als Cloaca en series als Pleidooi en Oud geld, waarin hij een hoofdrol speelde, zijn op dvd uitgebracht. ‘Mij is daar voor geen toestemming gevraagd, terwijl productiebedrijven en distributeurs het geld opstrijken. Het is jammer dat de creatieve mensen op wie zulke producties steunen niets extra’s krijgen.’ Ook windt Scholten van Aschat zich op over herhalings- en reproductierechten. ‘Producenten en omroepen zetten acteurs vaak onder druk om meteen alle herhalingsrechten af te staan. Hilversum koopt ons dan af met een som geld en acteurs moeten wel akkoord gaan, want de concurrentie is enorm.’

Volgens Torenstra heeft de oprichting van ACT juist niets met geld te maken. ‘Het gaat om de liefde voor het vak. Iedereen kan wat bijdragen om het vak te verbeteren.’ ACT wil masterclasses van ervaren acteurs en gastlezingen van buitenlandse toneelhelden organiseren. Zo hoopt ACT het niveau van het acteren in Nederland te verhogen. ‘Aangezien bijna al het toneel gesubsidieerd is, zijn we dat verplicht aan de belastingbetaler’, zegt Torenstra.

Toch moet ook Torenstra toegeven dat, behalve de liefde voor het vak, de financiering een belangrijk punt is voor ACT. Er is tegenwoordig een enorme aanwas van acteurs. Er zijn zelfs toneelopleidingen aan het mbo. Wat veel voorkomt, zijn deels gesubsidieerde voorstellingen waarbij slechts zeventig procent van het budget is gedekt. Of de acteurs in zo’n productie zijn goed en verdienen te weinig, of er spelen minder ervaren acteurs mee, wat ten koste van de kwaliteit. ‘Zorg dan dat de voorstelling óf helemaal gefinancierd is, óf gewoon niet doorgaat. Al zou ons dat natuurlijk pijn doen, want wat we echt willen is mooie dingen maken’, zegt Torenstra. ‘Een oplossing zou kunnen zijn dat acteurs onderling afspreken zich niet voor een appel en een ei in te zetten. Daar ligt een belangrijke taak voor ACT.’