Doe het niet zelf

Contacten opdoen is voor zelfstandige ondernemers essentieel, maar de meeste netwerkborrels zijn saai en leveren weinig op. Ontwerper Arnoud van den Heuvel bedacht iets beters.

Image Picnic
Image Picnic

AMSTERDAM – Een vrouw zit met een soldeerbout gebogen over een houten plankje, waarop een zonnepaneeltje en een propeller is gemonteerd. Twee jongens zitten achter enorme monitors met daarop schema’s van blokken en circels met lijnen daartussen. Ze praten geanimeerd met elkaar en wijzen af en toe naar een van de schermen. Naast hen zit een meisje achter een tafel met zelfgemaakte hapjes. De houten kraampjes vallen op naast de stand van Microsoft in de hoofdhal van Picnic 2009, een jaarlijkse conferentie over technologie, kunst en nieuwe media in de Westergasfabriek. Wat hebben deze mensen met elkaar te maken?

“Ze zijn allemaal wel eens op een Doe-het-niet-zelf-dag geweest,” zegt organisator van deze ‘oudhollandse markt’, Arnoud van den Heuvel. Hij heeft de deelnemers opgetrommeld om hun waren aan te prijzen en daarmee de Doe-het-niet-zelf-dag te promoten. “Vandaag doen ze hun eigen ding, om te laten zien wat de mogelijkheden zijn, maar tijdens zo’n dag doen ze juist iets voor anderen.” Taarten bakken voor het goede doel? “Nou nee, meer een soort ruilhandel. Ik ontwerp bijvoorbeeld een visitekaartje voor jou en jij schrijft een tekst voor mijn website.”

Stofzuigen

Inmiddels heeft Arnoud zo’n acht dagen georganiseerd op verschillende plekken in Nederland. Er komen steeds zo’n dertig tot vijftig mensen opdagen die ter plekke dingen voor elkaar doen. De deelnemers komen voornamelijk uit de intellectuele en creatieve hoek. “Op een of andere manier snappen kunstenaars en creatieve ondernemers meteen hoe het werkt,” zegt Arnoud. “Ze zijn gewend in een netwerk te werken.”

Daarom werft Arnoud het liefst geïnteresseerden binnen die doelgroep, zoals hier op Picnic. Maar hij bekijkt ook of het werkt in achterstandswijken of bijvoorbeeld integratie kan bevorderen. “We hebben wel eens voor een dag flyers door de bus gedaan in de Czaar Peterbuurt, maar dan komen er heel andere mensen op af. Een man zei dat hij wilde stofzuigen. Ja, dan snap je het niet helemaal.”

Die wijkdag organiseerde Arnoud voor de gemeente Amsterdam. Er is vanuit allerlei organisaties interesse voor zijn concept. “Zij hebben vaak doelen als ‘participatie’ in hun papieren staan, maar hebben geen idee hoe ze dat in moeten vullen. Dan komen wij om de hoek kijken.” Samen met medeorganisator Marcel van der Drift houdt Arnoud zelf altijd strak de regie in handen. “We hoeven er geen geld mee te verdienen en zijn dus compleet onafhankelijk. Het is gewoon leuk, we hebben geen businessplan ofzo.” Wel hebben ze inmiddels een kantoor in het Arts and crafts lab, een creatieve hotspot die valt onder de organisatie Creative Cities Amsterdam Area.

Een van de jongens achter de grote beeldschermen, is programmeur en zelfstandig ondernemer Mattijs Kneppers. Hij is al drie keer op een Doe-het-niet-zelf-dag geweest en werkt vaker samen met mensen die hij niet goed kent. Klanten krijgt hij vooral via online sociale netwerken. “Ik heb bijvoorbeeld een animatiefilmpje gemaakt voor Réka.” Hij wijst naar een vrouw in een streepjesschort die helpt met de hapjes. “Zij is een animator en kan goed tekenen, maar heeft geen verstand van flash. Ik kan programmeren, maar als ik iets ontwerp, wordt het lelijk. Dat kan ik dus beter door haar laten doen.”

Zolderkamertje

Réka Balikó is enthousiast over de hulp van Mattijs. “Ik had één mannetje getekend en binnen een mum van tijd had Mattijs er honderd van gemaakt die over het scherm krioelden.” Réka is sinds een paar jaar zelfstandige. “Vroeger werkte ik bij een groot bedrijf met een technische afdeling. Nu moet ik alles zelf regelen en kan ik niet altijd iemand inhuren. Ruilen is dan een uitkomst.”

Het idee voor de ruildagen is ontstaan toen Arnoud op zijn werk bij het Mediagilde een opdracht had aangenomen waar hij zelf niet genoeg expertise voor had. Geld om iemand in te huren was er niet. “Toen ben ik met vijftien kennissen een dag bij elkaar gaan zitten en hebben we de klus geklaard. Iedereen vond het hartstikke leuk.”

Ze deden dingen voor elkaar, maar leerden elkaar ook kennen. “Zelfstandigen zitten vaak op hun zolderkamertje te werken en zien collega’s met wie ze geen projecten doen alleen op netwerkborrels,” zegt Arnoud. “Maar die borrels zijn verschrikkelijk. Je ontmoet allemaal opdringerige types die iets van je willen. Je komt thuis met achttien kaartjes, maar hebt niemand echt leren kennen. Dit zijn mensen die dingen willen doen, niet alleen maar slap oewehoeren. En pas als je samenwerkt, weet je echt wat je aan elkaar hebt.”

Mattijs is het daar hardgrondig mee eens. “Ik haat van die netwerkborrels en vermijd ze als het maar even kan. Ik heb er nog nooit een leuk contact of een opdracht aan over gehouden.” En om opdrachten gaat het toch uitendelijk bij ondernemers. Réka heeft ervaren dat de samenwerkdagen eerder leiden tot een opdracht dan borrels. “Ik maak nu met Arnoud een animatie voor Milieudefensie.”

Gezellig

Dat klinkt allemaal heel nieuw, maar is het eigenlijk niet heel ouderwets? “Alles draait bij ons om fysiek contact. We zetten ons inderdaad af tegen online gemeenschappen waar je alleen op iemands profiel moet afgaan.” De eerste impuls van programmeur Mattijs was meteen een online sociaal netwerk rondom de dagen te bouwen, waar mensen ook via internet arbeid met elkaar zouden kunnen ruilen. Maar dat wil Arnoud nu juist niet. “De kracht is dat we elkaar echt ontmoeten en fysiek met elkaar samenwerken.”

Mattijs snapt dat wel. “Ik merkte dat Arnoud wilde groeien en het leek me handig voor de communicatie om in ieder geval een nieuwsbrief op te stellen waar mensen diensten kunnen aanbieden en afnemen. Maar misschien wordt het dan inderdaad te anoniem.” Daarom is er wel een website waar mensen van te voren kunnen opgeven wat ze bieden en zoeken, maar gebeurt de uitwisseling in real life. Arnoud noemt dat web 4.0. “Web 2.0 speelt zich op het web af, op Hyves en Facebook. Web 3.0 draait om augmented reality, het verrijken van de fysieke werkelijkheid met digitale informatie. Web 4.0 draait weer gewoon om elkaar ontmoeten in de fysieke ruimte.”

Het idee borduurt wel voort op online samenwerking. Het lijkt op open source software ontwikkeling: iedereen draagt bij aan de gemeenschap en vraagt er niet direct iets voor terug. “We maken bewust geen puntensysteem, zoals bij het Amsterdamse ruilnetwerk Noppes. Dan heb je toch weer een soort geld.” Bovendien moet je dan weer bepalen hoeveel bepaalde arbeid waard is. “Een textielontwerpster kan wekenlang worstelen met de tekst voor haar website, maar voor een tekstschrijver is het een peulenschil.”

Dat is het grootste verschil met de in de jaren zestig opgekomen ruilnetwerken. Als lid van Noppes krijg je punten voor gunsten die je verleent aan andere leden. Die punten kun je dan weer inruilen voor gunsten die je wilt afnemen. “Om zo’n systeem te omzeilen doen we het op één dag. Iedereen is dus evenveel tijd kwijt.” “Ouderwets of niet, dit vat het eigenlijk allemaal samen”, zegt Arnoud. Hij houdt een schilderijtje omhoog met een barokke gouden omlijsting. Op een wit vlak staat met tegeltjeswijsheidletters: Web 4.0 wordt gezellig!

Reblog this post [with Zemanta]