Vuijsje, vooral een net mens

VuijsjeIn de debuutroman van Robert Vuijsje, Alleen maar nette mensen, vertoont de hoofdpersoon David veel gelijkenissen met de schrijver zelf.  Maar waar stopt Robert Vuijsje, en begint de fictieve David Samuels? Een portret van de nu al omstreden schrijver.

AMSTERDAM – ‘Een racistisch en seksistisch boek’, noemde de Amsterdamse antropologe Irma Accord de eerste roman van Robert Vuijsje, tijdens een uitzending van Pauw & Witteman in mei dit jaar. Vuijsje sprak op zijn beurt van een ‘ongelofelijke domheid’ dat zij het verschil niet zag tussen feit en fictie.

Maar Accord was lang niet de enige die aangeslagen was door Vuijsjes versie van multicultureel Amsterdam. Tijdens de vele discussies die hij de afgelopen maanden voerde in studio’s en achterafzaaltjes heeft hij zijn boek met hand en tand moeten verdedigen tegenover grote groepen veelal donkere vrouwen. Hoewel hij normaal graag in dergelijk gezelschap verkeert, waren deze avonden alles behalve aangenaam. ‘Racist’ beten de Surinaamse en Antilliaanse vrouwen hem toe, die not amused waren na het lezen over ‘kansloze koffieboon’ en ‘rauwe negerinnen’.

Zij – en vele boze lezers met hen – interpreteerden Vuijsjes boek overwegend autobiografisch. Niet zonder reden. Hoofdpersoon David heeft veel gemeen met zijn schepper, Robert Vuijsje. Net als Vuijsje groeit David Samuels op binnen een intellectueel gezin in het chique Amsterdam Oud-Zuid. Hij gaat naar het Barlaeus Gymnasium en zijn vader is een vooraanstaand figuur in de media, die vooral omgaat met andere intellectuelen. David is joods, maar zou voor een Marokkaan door kunnen gaan. En, David valt op voluptueuze negerinnen. Maar waar begint dan de fictie in het boek? Vrienden, familie en collega’s typeren Robert Vuijsje aan de hand van citaten uit Alleen maar nette mensen.

In de tien jaar dat hij er werkte groeide de posterwand en daarmee zijn liefde voor de donkere vrouw

Serena Williams

Tijdens een uitgaansavond legt David aan vrienden Clyde en Reginaldo uit wat voor vrouw hij zoekt:

’Ik hou van zo donker mogelijk,’ zei ik. ‘Hoe donkerder ze is, hoe dichter ze bij de natuur staat.’

Tientallen posters van donkere vrouwen sierden Vuijsjes werkplek bij Nieuwe Revu. “Zelfs Serena Williams had een plaatsje,” zegt oud-collega Antoinnette Scheulderman. In 1997, vlak na zijn afstuderen, begon Vuijsje op de redactie van het weekblad in Amsterdam Zuidoost. In de tien jaar dat hij er werkte groeide de posterwand en daarmee zijn liefde voor de donkere vrouw. Scheulderman herinnert zich dat hij tijdens lunchpauzes regelmatig te vinden was in winkelcentrum Amsterdamse Poort, om te kijken naar de vrouwen bij Kentucky Fried Chicken.

Het lukte hem zelfs zijn passie met de journalistiek te combineren – eerst bij de Revu en vanaf 2007 bij dagblad De Pers. “Als hij iemand moet interviewen, oppert hij opmerkelijk genoeg altijd een donkere vrouw,” zegt hoofdredacteur van De Pers, Jan Jaap Heij. Zo wist Vuijsje de afgelopen twee jaar onder meer zangeressen Giovanca Ostiana, Sylvana Simons, Edsilia Rombley en oud-staatssecretaris Philomena Bijlhout te strikken voor een interview met de gratis krant.

Maar er is ook een tijd geweest dat Vuijsje nog niet zo overtuigd was van zijn voorkeur voor negerinnen, weet jeugdvriend Merlijn Müller. “Op het Barlaeus had hij meerdere vriendinnetjes, dat waren allemaal blanke Oud-Zuid meisjes.” Pas op zijn vijfentwintigste, toen hij smoorverliefd werd op een Braziliaanse schone, kwam de grote verandering. “Toen die relatie overging is hij echt flink love sick geweest.” Een paar jaar later, in 1997, ontmoette hij de Braziliaanse vrouw met wie hij van 2005 tot 2008 was getrouwd en drie jaar geleden zoontje Sonny kreeg. Inmiddels heeft hij al anderhalf jaar een relatie met Lynn Spier, ook een donkere vrouw.

Identiteit

David moet zijn tas met wasgoed openen voor een winkelbewaker:

Dit gebeurde niet met mensen zoals ik, het was een vervelend gevoel, als ze lieten merken dat dit hun land is en niet dat van jou, ik kon een beetje begrijpen waarom Marokkanen zich geen echte Hollanders voelen, als je overal in de gaten wordt gehouden en je tas moet laten zien.

“Een paar jaar geleden gingen we naar een kroeg op het Leidseplein, en Robert werd als enige tegengehouden bij de deur. De portier vroeg hem of hij iets in het Nederlands wilde zeggen. Daar was hij behoorlijk verbolgen over,” zegt vriend Boris Boomkens. Sinds zijn tienertijd overkomt het Vuijsje regelmatig dat hij voor een Marokkaan wordt aangezien. Juist omdat het contrast tussen zijn ‘Marokkaanse’ voorkomen en zijn achtergrond zo groot is, speelt dat hem parten, weten zijn familie en vrienden.

Ook zijn joodse achtergrond is belangrijk voor hem, denkt Merlijn Müller. “Hij is opgevoed met het besef dat de helft van zijn familie in de oorlog vermoord is. Dat bewustzijn is er heel sterk.” Maar voor Vuijsje telt vooral zijn joodse identiteit, niet zozeer het geloof. Zo heeft hij nooit bar mitswa gedaan en gaat hij zelden tot nooit naar de synagoge.

Antillianen zijn dom en Hollanders weten dat joden gierig zijn

Hij valt op donkere vrouwen uit de Bijlmer, komt uit een intellectueel gezin uit Oud-Zuid, lijkt op een Marokkaan en voelt zich erg joods. Al deze werelden komen samen in hoofdpersoon David Samuels. Vuijsje schetst hoe tientallen bevolkingsgroepen naast elkaar leven in Amsterdam, zonder ook maar iets over elkaar te weten. De onwetendheid illustreert hij in zijn boek aan de hand van extreme vooroordelen – Antillianen zijn dom en Hollanders weten dat joden gierig zijn. En dat is erg uitgesproken voor een man die meermaals omschreven wordt als ‘bescheiden’, ‘verlegen’ en een ‘woordenweger’. Maar Müller vindt de uitgesprokenheid in zijn boek logisch: “Zo kan hij zich uiten. Hij is niet voor niets schrijver geworden.”

Hoge eisen

De ouders van David organiseren een borrel ter ere van zijn eenentwintigste verjaardag:

Mijn vader bracht een toast uit. ‘David, op je verjaardag. Je moeder en ik hopen dat je dit jaar eindelijk een keuze maakt over je studie. En dat je net zo beroemd wordt als je oude vader.’

Robert Vuijsje komt uit een intellectueel nest. Familieleden als Flip Vuijsje, Herman Vuijsje en vader Bert Vuijsje zijn allemaal bekende journalisten en schrijvers. In het boek groeit David Samuels in eenzelfde familie op, met zijn ambitieuze vader – de baas van een actualiteitenprogramma bij de publieke omroep – aan het hoofd. De hoge eisen die Davids vader aan zichzelf stelt, stelt hij ook aan zijn zoon. Bij de Vuijsjes thuis ging het er niet veel anders aan toe, weet Boomkens. “Als ik vroeger televisie kwam kijken bij Robert, was het niet ongewoon dat zijn vader hem vroeg welke politicus er op het scherm te zien was en wat hij deed. Robert werd echt getest.” Bert Vuijsje, de vroegere adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant en hoofdredacteur van HP/De Tijd, hoopte zijn twee kinderen al op jonge leeftijd een voorsprong te geven. “Roberts vader was erg ambitieus. Maar dat hij zijn zoons veel wilde leren, deed hij uit liefde voor ze.”

CV Robert Vuijsje
Robert Vuijsje (1970) schreef van 1997 tot 2007 voor Nieuwe Revu. In 2005 werd hij genomineerd voor de Hard Gras-prijs voor het beste sportverhaal. Twee jaar eerder, in 2003, publiceerde hij zijn eerste boek King Klashorst, een biografie van de spraakmakende schilder Peter Klashorst. In 2007 maakte Vuijsje de overstap naar dagblad De Pers, waar hij vooral grote interviews voor schrijft. Na twee jaar leuren, verscheen in maart 2008 zijn eerste roman, Alleen maar nette mensen. Het boek werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, de Selexyz-debuutprijs 2009 en won dat jaar de Gouden Uil. Sinds enkele weken schrijft hij elke zaterdag een column voor het magazine van Het Parool.

Dat Robert de eerste keer zakte voor zijn eindexamenjaar op het Barlaeus, was echt not done, denkt Boomkens. “Maar ergens vermoed ik dat het ook een statement naar zijn ouders toe was.” Wat de reden ook was, Bert Vuijsje kan zich er nu nog steeds over opwinden. “Het was gewoon luiheid en lamlendigheid. Hij kreeg een zes voor Engels, dat had een zeven moeten zijn, dan had hij het net gehaald. En zijn moeder is zelfs Amerikaanse, het was echt te mal. Ik vond het vreselijk beschamend.”

Het was wellicht de reden dat Vuijsje in het beginstadium van het boek, zijn vader liever niet liet meelezen. “Dat deed hij om Bert een beetje te jennen,” vertelt Pers-hoofdredacteur Jan Jaap Heij. Bert Vuijsje zelf weet daar niets van, en zegt het schrijfproces goed te hebben gevolgd. “Het bevalt me nog steeds niet dat hij het telkens heeft over de ‘zogenaamde vrienden van mijn vader’, maar het is natuurlijk zijn boek. Ik heb Robert wel geadviseerd de oorspronkelijke functie van Davids vader, adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, te veranderen in iets dat er minder dik bovenop lag.”

Met het grote succes van zijn boek lijkt de ambitie die vader Vuijsje voor zijn zoon heeft waarheid te worden, denkt Heij. “Het ziet er uit dat het allemaal in evenwicht begint te komen. Laatst hoorde ik Bert zeggen: ‘het zou mooi zijn als we worden zoals Joop en Marco van Basten, dat de zoon getalenteerder is dan de vader’.”

Oud-Zuid

Hij doet wat mensen in Oud-Zuid doen: boeken schrijven

David hekelt zijn vaders’ opiniemakersoverleg en daarmee intellectueel Oud-Zuid:

Mijn moeder stond in de keuken worstenbroodjes te maken. De leden van het opiniemakersoverleg willen soms net doen alsof ze geen intellectuelen zijn, maar gewone mensen. Ze denken dat gewone mensen worstenbroodjes eten.

Vuijsje is geboren in Amsterdam-Noord, maar getogen in Oud-Zuid – en dat is volgens vrienden overduidelijk. Antoinnette Scheulderman van Revu: “Je hoort het al aan zijn hockeystem.” Maar volgens Jan Jaap Heij valt het vooral op aan wat hij zegt. “Het zit ‘m in de onderwerpen waar hij over praat, de ideeën die hij heeft voor artikelen. En hij doet wat mensen in Oud-Zuid doen: boeken schrijven.”

“Hij geeft nooit af op Oud-Zuid, dat is grappig omdat hij dat in zijn boek juist wel doet,” zegt vriend Boomkens. Daar zit de fictie. Vuijsje woont er al zijn hele leven, net zoals het merendeel van zijn vrienden en familie. “Toen hij en zijn broer nog wat jonger waren, riepen ze altijd dat Oud-Zuid zo saai was en dat ze hier nooit oud wilden worden,” vertelt Bert Vuijsje. Maar van dat voornemen is weinig overgebleven. Inmiddels woont hij twee straten van zijn vader en brengt hij zijn zoontje Sonny naar een crèche op de Ruysdaelkade. Vader Vuijsje: “En daar zitten vooral kinderen van alleen maar nette mensen.”