Els Iping: een mensen-mens met liefde voor de stad

iping1Els Iping houdt ermee op. Na acht jaar als bestuurder en voorzitter van het stadsdeel Centrum stelt de veelbesproken PvdA-politica zich niet opnieuw verkiesbaar. Profiel van een mensen-mens.

AMSTERDAM – Soms belt ze haar zoon. “Ruben, wat ze nú weer over me hebben geschreven…”

Dan drinken ze samen een biertje, op een Amsterdams terras.

De laatste tijd komt Els Iping vaak vermoeid thuis, na een zware dag. Maar dat ze het moeilijk heeft, laat ze niet merken. “Oh, wat is het hier gezèllig!” roept ze bij binnenkomst, “en wat een fijn open hààrdje!”

Ruben (25): “Ik denk dat ze zich daarmee overeind houdt.”

In 2002 werd Els Iping (55) door de PvdA binnengehaald, om het nieuw opgerichte stadsdeel Centrum te besturen. Vier jaar later werd ze stadsdeelvoorzitter.

Onder haar bewind dreigde een ijsverkoper – hartje zomer – zijn deuren te moeten sluiten. Vlaggen en reclame zouden uit het straatbeeld verdwijnen, de stad moest schoon. Bovendien introduceerde ze de ‘Iping-spijkers’ om te voorkomen dat terrassen uitwaaieren en zorgde haar strenge terrassenbeleid voor veel opschudding.

Ze werd neergezet als een regeltante en werd het symbool van de Amsterdamse vertrutting. Karikaturaal, vinden intimi, ‘Elsje’ heeft ook een andere kant.

Op de fiets de wereld rond

Els Iping groeide op in een arbeidersgezin in Amsterdam-Noord. Vader was bakker, moeder bracht zeven kinderen groot. “Het was een gezellige familie”, weet vroegere vriend Hein van Meeteren nog, “maar ook ambitieus en stipt.” Het gezin was trouw aan het rooms-katholieke geloof, tegenwoordig is Iping de nuchterheid zelve.

Na de HBS bezocht ze de Pedagogische Academie en begin jaren zeventig kon ze aan de slag op basisschool De Biënkorf in Amsterdam-Noord. Hoewel ze het goed deed als onderwijzeres, onderbrak ze haar prille carrière al binnen twee jaar, om samen met haar kersverse echtgenoot Willem Frericks de wereld rond te fietsen.

Willem was een leuke vent, maar makkelijk was hij niet. “Misschien was het wel een daad van verzet tegen haar afkomst, om met hem te trouwen”, vermoedt Hein van Meeteren. “Haar ouders hadden vast liever gezien dat ze met een nette meneer was thuisgekomen, met carrièrekansen.” In 1975 verscheen Iping voor het eerst op de voorkant van het Parool. Stralend, samen met Willem en twee fietsen.

Hein van Meeteren ontmoette het stel tijdens hun fietsreis op een Soedanees station, waar hij de burgeroorlog versloeg voor De Groene Amsterdammer. “Elsje was mooi, ik heb Willem nog met haar gecomplimenteerd. Goedgebekt, goedlachs.” Maar misschien zat er toen ook al iets moralistisch in haar. “Ze zei het niet, maar keek met lede ogen toe als Willem weer een joint opstak.”

Vlak voor haar reis was Iping betrokken geraakt bij de opzet van jongerencentrum Crataegus. Terug in Nederland sloot ook Hein van Meeteren zich bij de groep aan. Hij kwam vaak over de vloer bij Willem en Els. Twee werelden verenigden zich: “Ik was een blowende corpsbal, zij een keurig meisje uit Noord.”

Ver-schrik-ke-lijk verliefd

Het huwelijk tussen Iping en Frericks strandde. “Willem was idolaat van Elsje, maar ze groeiden uit elkaar: zij werd volwassen en hij niet”, lacht Marjon Mulder, destijds ook onderwijzeres op basisschool De Biënkorf. Nog altijd staat Willem ‘Blootvoet’ Frericks met zijn tweedehands handeltje op het Waterlooplein.

Toch ging de scheiding Iping niet in de koude kleren zitten. Haar goede vriendin, actrice Bo Bojoh, herinnert zich hoe Els nachtenlang huilde om Willem. “Op een nacht belde ze hem verdrietig op en bleek ze verkeerd verbonden. Brordus Bunder – per ongeluk aan de andere kant van de lijn – trok zich Els’ verdriet aan en ze bleven kletsen. Al snel spraken ze elkaar elke avond.” Van Bunder heeft Iping twee zoons. Bojoh: “Brordus en Els zijn nog steeds ver-schrik-ke-lijk verliefd.”

Begin tachtiger jaren begon Iping een opleiding tot dramadocente. Haar stoere kant kwam boven toen ze als zakelijk leider solliciteerde bij theatergroep Tender. “Ik zag haar niet meteen zitten”, zegt Anke van der Pluijm, destijds het brein achter de groep. “Maar binnen een dag sloeg dat om. Ze bleek aardig en eerlijk, een vrouw van vlees en bloed.”

Tender maakte als eerste in Nederland locatietheater, op publieke plekken. “In een zwembad bijvoorbeeld – je kocht een kaartje om te zwemmen en raakte in een voorstelling verzeild.” Tender had iets anarchistisch, volgens Van der Pluijm.

Stadsdeelvoorzitter Iping

Uit liefde voor de stad meldde Iping zich in 2002 bij de PvdA. Voor ze het zelf goed en wel doorhad, was ze lijsttrekker. Makkelijk was het nooit, zeker niet in haar huidige functie als stadsdeelvoorzitter. Onervaren als ze was, raakte ze al op haar eerste werkdag verzeild in een slopende kwestie binnen het stadsdeel. Ze nam het advies over om het populaire hoofd onderwijs Sieglin Simson op non-actief te zetten en had zich daarmee volgens enkelen voor het karretje van kwaadwillende ambtenaren laten spannen.

Een juridisch adviseur die destijds met haar samenwerkte en liever anoniem blijft, weet dat Iping erg moest wennen aan het politieke spel. “Ze was zoekende. Wilde iedereen te vriend houden en dat kan niet in de politiek.” Zoon Ruben drukt het minder omwonden uit: “Binnen twee weken werd ze neergesabeld. In die tijd zag ze er bleekjes uit.”

Later bewoog Iping zich makkelijker binnen het stadsdeel, hoewel ook haar nabije omgeving het niet altijd eens was met haar beleid. Zoon Ruben werkte zelf lange tijd in de Amsterdamse horeca en kent de verhalen van twee kanten: “Dat ze controleurs op de terrassen afstuurde om te kijken of haar beleid werd nageleefd en daarbij boetes liet uitdelen, was niet handig.”

“Het is een moeilijke positie”, erkent een anonieme adviseur. “Dat krijg je, als je van het centrum een woongebied én een internationaal uitgaansgebied wil maken. Haar electoraat woont hier, maar het centrum is van internationale betekenis. Aan beide krachten moet je een grens stellen.”

Vriendin Bo Bojoh vult aan: “Als iedereen verlicht is, zijn er geen regels nodig. Maar dat is niet zo. En dus had Els weinig keus.”

Maar het is te makkelijk om haar beleid onder het kopje ‘tuttig’ te scharen. Hein van Meeteren: “Ik herken Elsje wel: eigenwijze Elsje met haar vuistjes op tafel. Maar dacht ook vaak: kijk daar nou eens doorhéén. Het is een pose, ergens is ze een heel goeie actrice. Els is vrolijk, bijna stout. Als je mensenkennis hebt, zie je dat.”

Was ze niet te menselijk voor de politiek? Vriendin Marjon Mulder, verontwaardigd: “We willen toch graag mènsen in de politiek. Het gaat om kwaliteit en bevlogenheid, en die heeft ze.” Bestuurlijk deed ze het goed, maar het politieke spel had ze zich beter eigen kunnen maken. “Van mij had ze vaker de aanval mogen zoeken en ook een keer terug mogen hakken,” vindt zoon Ruben.

Hij ziet aan elke beslissing twee kanten. Neem de Wallen – Ruben woont er zelf: “Ik hoor vaak dat het jammer is dat daar het groezelige en het romantische verdwenen is, maar het wàs niet romantisch. Er zaten junks, mensenhandelaren die hun meisjes brandmerkten. Mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat het er daar de afgelopen drie jaar ongelooflijk op vooruit is gegaan.”

Hate-mails

Ruben heeft de afgelopen jaren heel wat biertjes met zijn moeder gedronken. De kritiek die zij over zich heen kreeg was niet van de lucht. Veel vrienden maakten zich permanent zorgen, vooral toen actiegroep Ai!Amsterdam in opstand kwam tegen het terrassenverbod.

“Haar zoons verboden haar de hatemails te lezen die ze ontving,” zegt vriendin Bo Bojoh, “sommige waren té pijnlijk.” Maar toen kortgeleden een anonieme dame op Geen Stijl meldde dat Els er dan een vreemd beleid op mocht nahouden, maar wel “twee zoons heeft om je vingers bij af te likken’, kon Ruben het niet laten dat bericht onder zijn moeders neus te duwen.

“Ze heeft ook fans, maar die laten zich niet horen”, zegt Ruben. “Zo’n platform als Hooj – de tegenhanger van Ai!Amsterdam – kwam laat op gang.”

Het verbaast niemand dat Els Iping zich niet opnieuw verkiesbaar stelt. Ze wil tijd voor zichzelf. Elke zondag eet ze met een vaste club van tien vrienden en de feesten die ze organiseert zijn legendarisch. Vriendin Marjon Mulder: “Ze heeft een groot huis en houdt concerten, met muziek en gedichten. Ze is gezellig, je kan geweldig met haar lachen. Brordus, haar man, zegt wel eens lachend – en apetrots: ‘ga zitten mens, doe niet zo gek’. Maar zo is Els.”

Wat ze nu gaat doen?

Hein van Meeteren: “Ze heeft meer in zich dan alleen dat bestuurdertje uit te hangen, misschien gaat ze wel terug de theaterwereld in.

Ruben Bunder: “M’n vader wil ook quality time.

Marjon Mulder: “Misschien gaat ze wel een boek schrijven.”

Hein van Meeteren: “Ze gaat in elk geval iets menselijks doen.”

Reblog this post [with Zemanta]

Reacties zijn gesloten