Een beetje alcohol is hét recept voor een low-budgetclip

Nu iedereen met de juiste software video kan monteren en er met een spiegelreflexcamera bijna professioneel beeld kan worden opgenomen, zijn er steeds meer beginnende bandjes die voor weinig geld zelf een clip opnemen. Onze verslaggever was bij de opnames van zo’n no-budgetclip.

Amsterdam – ‘‘Luister meisje, als je wat wilt schrijven, moet je hier over schrijven.” Een lodderige blik en een pauze. ‘‘Ik bedoel, je moet nooit boven je niveau achter de rest blijven aanhollen terwijl je koning kan zijn, in, zeg maar, je eigen niveau. Snap je wat ik bedoel?” Makelaar Erik, die Partyboy #12 speelt in de videoclip voor Baldy en Alter Ego is best een beetje dronken. Net als ongeveer de helft van de andere aanwezige figuranten in de gekraakte homo-nachtsauna Thermos.

Jerry de Mars en Erik Verhulst van de ‘creatieve paraplu’ Dikke Dingen maken vanavond een videoclip voor het elektronische muziekduo Baldy en Alter Ego, dat al jaren bezig is maar geen voet tussen de deur krijgt in de muziekwereld. Het is dus een no-budget operatie. Dat wil zeggen dat er geen geld is om acteurs en figuranten te betalen of dure apparatuur te huren. Vrienden zijn uitgenodigd om een ‘goed feest te komen bouwen’, terwijl er ook nog een clip wordt opgenomen.

Er is de figuranten een ‘open bar’ beloofd om er een mooi feestje van te maken. Ze maken in anderhalf uur de twee traytjes bier in blik soldaat voordat de opnamen beginnen. Alle mannelijke figuranten dragen een net pak en een blinddoek, net als de hoofdpersoon van de clip. Volgens het script is hij net van zijn kantoorbaan thuisgekomen wanneer hij zich beseft wat voor saai en beklemmend leven hij leidt. Dus scheert zijn hoofd kaal en stapt met een blinddoek om de straat op, om vervolgens in een club terecht te komen waar het helemaal losgaat. Daar vindt hij zijn lotgenoten, in pak en met blinddoek. Die staat volgens de regisseur symbool voor het feit ‘dat hij zichzelf helemaal kwijtraakt’.”

“Ik zie minder, maar ik voel zeker meer!”, laat één van de jongens enthousiast weten. Hij staat dicht tussen vier van de twintig meisjes die zijn opgetrommeld als de “zeer sexy en trashy geklede vrouwen” die de mannen moeten aanmoedigen terwijl zij met elkaar stoeien in een ‘mosh pit’. Het devies luidt: “Je mag alles met de vrouwen doen, Als de vrouwen dat ook willen.”

In de derde take valt een eerste slachtoffer. Een overenthousiaste feestganger loopt een bloedlip op. “Eh, jongens, dat is echt helemaal goed hoor, maar probeer die natuurlijke lichaamsenergie misschien een ietsje, te beheersen zeg maar.”

De hele bende gaat vervolgens naar boven om in de darkrooms van het pand scènes op te nemen. Er zijn tientallen getimmerde hokjes met kijkgaten en nauwe gangetjes tussendoor. In de hokjes liggen vlekkerige kussens, aan de deur van een van de hokjes hangt een twisterbord met opdrachten als “tepels op groen” of “kont op rood”. De schaarsgeklede vrouwen proberen zo min mogelijk aan te raken. De regisseur kondigt aan dat het tijd is voor de  “heftige drugsscenes”. Sommige vrouwen willen liever niet op beeld met de cd’s met gemalen suiker, maar een paar jongens meldt zich meteen om het poeder voor de camera op te snuiven. De productieleider staat erbij en gniffelt. “Kijk ze nou, ze staan gewoon in de rij voor die shit.”

Beneden zijn de figuranten achtergebleven die de energie niet meer hebben voor de opnames, er is weer bier gehaald. Erik zit languit op een leren bank achter in de zaal. Hij wil nog wel naar boven, maar “heeft een beter idee” dan filmen. “Geslachtsdeel op geel, baby” fluistert hij en grijnst.