Integratie begint (niet) met sport

Is sport het wondermiddel dat tot integratie leidt? Heeft het zin om allochtonen te dwingen om op een paard te klimmen? NAP ging op onderzoek uit.

Amsterdam- Manege Geuzeneiland biedt sinds gisteren de cursus ‘Voorwaarts in stap’ aan. De bedoeling is dat vooral allochtone vrouwen deelnemen aan de twaalfdelige beginnerscursus. De cursus is gisteren van start gegaan met één allochtone paardrijdster.

Het project wordt met een subsidie van 3.000 euro van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer uitgevoerd. Volgens projectleidster Annemieke van der Veen gaat het er om “allochtone vrouwen in beweging krijgen, iets dat de gemeente erg graag ziet.” Het plan om de vrouwen te helpen met integreren via de manege sprak de gemeente meteen aan en er is “echt nog even geschoven zodat we in een potje terecht konden.” Het plan werd ondergebracht bij het subsidieplan ‘Goed idee, kom ermee!’. Volgens een woordvoerder van de gemeente krijgen buurtprojecten die bijdragen aan sociale cohesie deze subsidie.

Het bleek alleen lastig om de doelgroep van allochtone vrouwen van 45 tot 60 jaar te bereiken. De manege deelde op de markt en andere plekken “waar de groep vertegenwoordigd is” een flyer uit met op de voorkant een vrouw op een paard. Tussen cap en schouder fotoshopte Van der Veen een hoofddoek.

De gemeente Amsterdam besteedt al langer speciale aandacht aan sportende allochtonen. In het Amsterdamse sportplan dat loopt tot 2012, werd onder het kopje ‘welzijn’ in 2009  860.000 euro uitgegeven om minderheden zoals Turken en Hindoestanen aan het sporten te krijgen. Dat is nodig omdat ze niet gezond leven, maar volgens wethouder Gehrels ook omdat zij dan “minder snel vereenzamen.” Daarbij is in het kader van het landelijke plan ‘Meedoen allochtone jeugd door sport’, van 2006 tot 2009 in de gemeente drieënhalf miljoen euro in subsidie aan sportbonden uitgereikt. Deze sportbonden ondersteunen met dat geld 103 sportverenigingen, die elk met 20.000 euro via scholen vooral allochtone kinderen moeten interesseren voor sport. Dit alles onder het credo dat sporten integratie bevordert.

Dit komt door een landelijke verandering in sportbeleid. Toen de Vereniging Gemeente en Sport in 2005 de kabinetsnota ‘Tijd op Sport’ presenteerde, noemde Minister Balkenende sport “de grootste sociale beweging ter wereld.” Het accent in de sportnota werd verlegd; de miljoenen worden sindsdien niet meer aan clubs uitgegeven, maar aan “gezond bewegen en integratie via sport.”

Volgens Agnes Elling, van het Mulierinstituut voor wetenschappelijk onderzoek in sport, is het een mythe dat sporten altijd zelfvertrouwen en discipline opwekt. “Het wordt door de beleidsmakers veel te gemakkelijk geroepen dat sport een soort van eenduidig medicijn is dat sociale problemen oplost.” Sport is net als veel andere culturele praktijken dubbelzinnig, mensen kunnen er ook heel onzeker van worden. “Sommige mensen zijn niet goed in sport en dan worden ze daarom juist uitgesloten.”

Ook het idee dat allochtonen vooral op autochtone clubs moeten integreren berust volgens onderzoekers van het instituut op een verkeerde veronderstelling. Onderzoeker Jan Janssen: “Het bestaan van eigen verenigingen bevordert de sportdeelname. Voor veel allochtonen die in eigen kring sporten gaat het namelijk niet om de keuze tussen apart of gemengd sporten, maar tussen sporten in eigen kring of niet sporten.”

Reacties zijn gesloten