Resultaat mannencentrum moet nog blijken

What's on the menu?
Image by CharlesFred via Flickr

Vorige week opende het nieuwe mannencentrum ‘Daad-kr8’ in Nieuw-West. Mannenemancipatie is hard nodig, en de vrijwilligers die aan het project meewerken zijn enthousiast. Maar het mannencentrum maakt geen gebruik van een beproefde methode, en concrete doelstellingen zijn er niet.

“De mannen zeiden: ‘Onze vrouwen kunnen door vrouwencentra zwemmen, computeren, aan een baan komen. Maar wij kunnen dat niet. Als het zo doorgaat, geeft onze vrouw ons een schop onder de kont’.” Bilal Sahin runt sinds 2000 vadercentrum Adam in Den Haag. Het bleek een succes, en inmiddels volgden duizenden vaders een cursus computeren, Nederlands, timmeren of lassen.

Tien jaar later opent in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West het mannencentrum Daad-kr8. Vrijwilliger John (37): “We richten ons op mannen die zich willen ontwikkelen en participeren in de maatschappij, en willen ze wegwijs maken in hun rechten en plichten.” Veel gediplomeerde immigranten zitten namelijk werkeloos thuis. Zo ook Mohammed (42, geoloog) en Aziz (50, socioloog, docent Frans en Arabisch), beiden vrijwilligers bij het centrum. Ze bezitten de intellectuele capaciteiten voor een goedbetaalde baan, maar hebben moeite met de taal en de aanpassing aan het Nederlandse systeem.

Het project ging vorige week feestelijk van start. Aan de muur hangen nog de ballonnen van welzijnsorganisatie Impuls, die het plan op touw zette. Verder ziet het oude schoolgebouw aan de Meer en Vaart er nog maar kaal uit. Het mannencentrum beslaat twee lokalen en een kantoorruimte. De muren zijn wit en er ligt nieuw tapijt. In één van de ruimten zitten op het plafond gekleurde verfspatten en op een deur staat nog een gedicht dat een vroegere leerling daar met pen op heeft gekalkt. “We hebben twee maanden eraan gewerkt,” vertelt Mohammed. Hij wijst naar de ramen: “Die waren helemaal zwart. We hebben alles er af moeten krabben.”

Nu begint het echte werk. De groep van in totaal acht vrijwilligers gaat verschillende lessen aanbieden op hun eigen expertisegebied. Zo gaat de Surinaamse John lessen arbeidsrecht verzorgen, en leert de Marokkaanse Aziz zijn buurtgenoten sociale vaardigheden.  De belangrijkste doelstellingen van het mannencentrum zijn dat de mannen hun eigen vaardigheden verbeteren en mensen uit andere bevolkingsgroepen ontmoeten. Uiteindelijk wil het mannencentrum ook leerwerkplekken realiseren, in samenwerking met bedrijven.

Verleiden

De vrijwilligers van Daad-kr8 moeten nu eerst de straat op om mannen aan te spreken en verleiden een keertje bij het mannencentrum langs te komen. Schroevers: “Ja, het klinkt allemaal nog heel vaag, maar wat we eigenlijk willen is mannen actief laten worden. Dat ze allemaal het gevoel hebben erbij te horen.” Niet projectleider Doortje Schroevers, maar de vrijwilligers bepalen wat er gebeurt. Wat de mannen nodig hebben, moet tenslotte uit henzelf komen.

Het blijkt echter moeilijk om mannen erbij te betrekken. Voorafgaand aan de opening hebben de vrijwilligers een enquête afgenomen onder buurtbewoners. Het kostte John een half uur om hen zo ver te krijgen dat ze de vragenlijst invulden, vertelt hij. “Ze dachten dat ze weer als nietsnut werden gezien.” Mannen vragen minder snel om hulp dan vrouwen, zo bleek bij een ander project van Impuls waarbij mannen langsgaan bij sociaal geïsoleerde buurtbewoners. Het aantal aanmeldingen voor hulpverleners liep al snel op tot dertig. Het aantal mannen dat hulp nodig had, bleef daarentegen achter. “Toen bleek dat een deel van die dertig mannen zelf hulp nodig heeft,” glimlacht Schroevers.

Duwtje in de rug

Volgens Schroevers is mannenemancipatie nog steeds hard nodig. Veel allochtone mannen zijn volgens haar sociaal geïsoleerd en hebben weinig vertrouwen in de wereld om hen heen. Dit kan in sommige gevallen resulteren in huiselijk geweld of alcoholmisbruik.

Toen in 2000 het vadercentrum in Den Haag werd opgericht, was het woord ‘mannenemancipatie’ nog onbekend. Sahin kreeg een kleine subsidie van de gemeente en mocht het centrum in eerste instantie drie jaar draaiende gehouden. “Vijftig mannen vond de gemeente wel voldoende.” Inmiddels bestaan er wachtlijsten. Overigens zijn de cursussen die het Vadercentrum aanbiedt slechts een lokmiddel. Van daaruit zetten de tientallen vrijwilligers allerlei andere activiteiten op, zoals bijeenkomsten over alcoholverslaving. Daarnaast zijn honderden vrijwilligers doorgestroomd naar een reguliere baan. Sahin: “Het vrijwilligerswerk is een duwtje in de rug.”

Voormalig minister Ronald Plasterk (Onderwijs, Cultuur & Wetenschap) besloot dat de methode die men bij het vadercentrum ontwikkelde dé manier is om mannen te emanciperen, en trok eind 2008 ruim twee miljoen euro uit voor het openen van tien van zulke centra door heel Nederland.

Het mannencentrum in Nieuw-West valt niet onder deze financiering en kwam op een andere manier aan geld. Van stadsdeel Osdorp ontving Impuls een startsubsidie van vijftigduizend euro. Ymere investeert dertigduizend euro en vraagt voor het pand alleen de kosten van het gebruik. Daarnaast ontvangt het mannencentrum geld van een particulier fonds.

‘Zoveelste project’

Er is ook kritiek op het project. De Turkse Perihan Utlu is gespecialiseerd in mannenemancipatie en werkte in eerste instantie mee aan het project, maar trok zich terug. “Het is het zoveelste project dat met een hoop tamtam wordt aangekondigd,” zegt zij nu. “Ik kon het niet meer zien. Dat de organisatie voor twee, drie jaar geld heeft, snap ik. Maar komt dat die mannen, hun vrouwen en kinderen, en hun toekomst ten goede? Nee. Een man doet niet mee aan die lessen omdat hij daar beter van denkt te worden, maar omdat hij voelt dat hij dat maar beter kan doen omdat anders zijn uitkering in gevaar komt.”

Talloze initiatieven

Lokaal bestaan er talloze initiatieven om de integratie van migranten te bevorderen. (Deel)gemeenten subsidiëren projecten van verschillende welzijnsorganisaties die de positie van een bepaalde doelgroep moet verbeteren, ‘Marokkaanse jongeren’, of ‘allochtone moeders’. Vaak zijn de effecten moeilijk te meten. Zeker is dat een bepaald aantal mensen deelneemt, maar of die mensen daarna daadwerkelijk beter functioneren binnen de Nederlandse samenleving is vaak niet bekend. Zo concludeerde het CPB in het rapport ‘Interventies voor Integratie’ dat er totaal geen zicht is op het nut van projecten die proberen om allochtonen en autochtonen dichter bij elkaar te brengen.

Utlu ontwikkelde samen met kenniscentrum Movisie een methode om mannen in de maatschappij te betrekken. Het uiteindelijke doel van de tien weken durende training is om ervoor te zorgen dat mannen betaald werk krijgen, of, als dat te hoog gegrepen is, dat ze vrijwilligerswerk gaan doen of tenminste twee keer per week een kopje thee drinken in het buurthuis.

Het mannencentrum Daad-kr8 maakt geen gebruik van de methode van Utlu. Schroevers had bij een eerder project geen goede ervaring met Utlu als docent. Volgens de mensen bij Movisie is Utlu echter de spil van de methodiek: een ster in het praten met mensen, waardoor ze veel mannen weet te verleiden tot deelname. Het project werd op vier verschillende plekken getest en bleek een succes: meer dan vijftig procent van de deelnemers doet nu iets actiefs.

Kwaliteit, geen getalletjes

De resultaten van de activiteiten in het mannencentrum zijn moeilijk te meten. Maar, zegt Schroevers: “Ymere let niet op de getalletjes, maar wil wel dat wat we bieden kwalitatief goed is. En het is wel degelijk de bedoeling dat we alle bezoekers helpen om deel te nemen aan de maatschappij. Niet concreet werk, maar wel een stapje verder in de ontwikkeling.” Vrijwilliger Aziz knikt: “Ik heb meegedaan aan een eerder traject, maar ik zie in mijn eigen leven geen verbetering in de vorm van werk. Wel was ik heel gespannen en ben nu een beetje losser. Ik voel me heel goed, heb een andere mentaliteit en een beetje zelfvertrouwen gekregen.” Impuls meet de ontwikkeling van de mannen aan de hand van de participatieladder. De zes niveaus geven de mate van participatie aan, en lopen van ‘geïsoleerd leven’ via ‘deelname aan georganiseerde activiteiten’ tot ‘betaald werk’.

Of Nieuw-West daarmee ook tevreden is, zal blijken bij de nieuwe subsidieaanvraag. Het stadsdeel wil namelijk wel graag cijfers zien. Mensen die deelnemen aan dergelijke projecten moeten uiteindelijk op eigen kracht verder kunnen. Eind september presenteert het bestuur de algemene doelstellingen in het programma-akkoord aan de stadsdeelraad. Die discussieert vervolgens over de vraag waarvoor het stadsdeel geld wil reserveren. Het tot dan toe behaalde resultaat is daarvoor een hard criterium. Stadsdeelbestuurder Jesse Bos: “Impuls moet nu stevig aan de slag, om aan te tonen dat het mannencentrum een bestaansrecht heeft.”

Enhanced by Zemanta