Justitie herkent schizofrenie bij Marokkanen niet

politieWaanideeën drijven Marokkanen de criminaliteit in. Maar de schizofrenie wordt vaak niet herkend door politie en rechters. “Met een psychose tussen de gevangenismuren is geen pretje.”

“Op 13 mei 2009, omstreeks 07.33 uur, kregen mijn collega en ik via de meldkamer door dat in Veenendaal een man met een bijl achter een vrouw en een kind aanrende. Ter plaatse zag ik een man van Marokkaanse afkomst lopen met een zwarte trainingsbroek aan. Ik hield hem aan.

Hij was niet verbaasd. Ik vroeg hem of hij begreep waarom hij was aangehouden. De man zei herhaaldelijk: “Ik moet eruit, ik moet eruit.” Hij maakte een verwarde indruk. Ik begreep dat er geen gesprek met de man mogelijk was, omdat hij bovengenoemde woorden bleef herhalen. Hij reageerde niet op mijn vragen.”

24 december 2009. De rechter bepaalt dat de man die zijn schoonzus met de botte kant van een bijl op haar arm sloeg, schuldig is aan poging tot zware mishandeling. Hem hangt een celstraf van maximaal vijf-en-een-half jaar boven het hoofd. De man gaat in hoger beroep. Zijn verdediging: schizofrenie.

De tweede generatie Marokkaanse allochtonen kampt zeven keer vaker met schizofrenie dan autochtonen. Dat betekent dat één op de achttien de ziekte vroeg of laat ontwikkelt. Velen van hen raken in de criminaliteit, omdat behandeling te laat komt. Justitie is nog onervaren in de omgang met deze patiënten, waardoor het risico groot is dat zij ten onrechte in de gevangenis belanden. Psychologen, juristen en hulpverleners luiden de noodklok. “Gevangenissen zijn geen behandelcentra.”

Verkeerde vrienden

Of iemand schizofrenie krijgt is deels genetisch bepaald, en deels afhankelijk van de omgeving. Met name de tweede generatie Marokkaanse allochtonen is geneigd schizofrenie te ontwikkelen. De patiënten, tussen de 16 en 35 jaar, komen vaak uit de lagere sociale klassen, worden gediscrimineerd en streng of juist te los opgevoed. Ook blijkt dat vooral allochtonen in witte wijken met schizofrenie kampen. Doordat ze tussen het wal en schip vallen van twee culturen, worstelen ze met hun identiteit.

Waanideeën

Schizofrenie heeft de reputatie tot de meest levensontregelende psychiatrische aandoeningen te behoren. Het rijtje aan verstoringen is lang. Hersenfuncties als aandacht, waarneming, denken, geheugen, het oplossen van problemen, taal en motoriek worden aangetast. Ook horen veel patiënten stemmen. De herinneringen van schizofrene patiënten zijn vaak gebrekkig, verward of verdraaid. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk onderscheiden of de herinnering die ze hebben afkomstig is van een gebeurtenis die ze zelf hebben meegemaakt, van een gebeurtenis waarover iemand anders heeft verteld, of uit hun fantasie. Toch zijn ze volledig overtuigd van de juistheid van hun eigen waanideeën.

Ook in andere landen komt schizofrenie relatief vaak voor bij migranten. In Engeland is het risico op schizofrenie voor de tweede generatie Afro-Caribbeans negen keer zo hoog als voor autochtone Britten. In Denemarken blijken de uit Groenland afkomstige Inuit vijf tot twaalf keer vaker te lijden aan de geestesziekte. De verwarde tweede generatie immigranten zet zich af tegen zowel ouders als maatschappij. Zo komen ze in aanraking met de verkeerde vrienden en drugs, waardoor velen van hen de criminaliteit ingaan.

Dat is vaak het moment dat sociaal-psychiatrisch verpleegkundige Tiny van Hees voor het eerst de patiënten ontmoet. Want pas na aanraking met justitie wordt de ziekte ontdekt. Van Hees is de initiatiefneemster van een thuiscoachingproject voor Marokkaanse schizofreniepatiënten en hun familieleden in Utrecht. “Bij een samenkomst van Marokkanen een paar jaar terug, bleek dat schizofrene jongeren in hun geheel niet worden bereikt. Tijdens de tien jaar dat ik in de geestelijke gezondheidszorg werkte, was ook niet één Marokkaans gezin bij mij langs geweest.”

Lastige crimineeltjes

Onder Marokkanen rust een groot taboe op psychische handicaps. Ouders van patiënten met waanideeën verklaren hun kinderen ‘druk’ of ‘bezeten van geesten’. Nederlandse kinderen met een stoornis worden dan ook twee keer vaker behandeld, dan een kind van niet-westerse afkomst. Behandeling komt pas ter sprake, wanneer de patiënt een keer echt door het lint gaat of bij justitie belandt. Van Hees schat in dat een op de vijf Marokkaanse verdachten eigenlijk schizofreen is.

Maar justitie is er niet op ingericht om als eerste opvang van schizofrene jongeren te dienen. Hoewel Van Hees wel ‘langzaamaan’ verandering ziet, behandelen agenten de jonge Marokkanen vaak als lastige crimineeltjes en herkennen ze het ziektebeeld niet. Het Openbaar Ministerie is ook niet verplicht om een gedragsdeskundige aan te stellen bij de verhoren van verdachten die vermoedelijk een psychische stoornis hebben. Van Hees: “Het is allemaal erg afhankelijk van de dienstdoende agent, of hij bekend is met het probleem.”

Begin dit jaar pleiten drie psychologen in een vakblad voor psychologie daarom voor de aanwezigheid van gedragsdeskundigen bij het politieverhoor. Twee van de auteurs zijn als getuige-deskundigen betrokken geweest bij rechtszaken met Marokkaanse schizofrene verdachten. Het viel hen op dat bij de verhoren van de duidelijk verwarde mannen geen gedragsdeskundige aanwezig was.

Zo werd een man verdacht van aanranding. De rechercheurs waren hem tijdens een buurtonderzoek op het spoor gekomen. De man bleek regelmatig op merkwaardige wijze door de straat te lopen, waarbij hij plots stil stond, schichtig om zich heen keek, en vervolgens wegdook achter de geparkeerde auto’s. Tijdens het verhoor wist de verdachte globaal wel waarover de rechercheurs met hem spraken: hij woonde immers vlakbij de plaats delict en had via het buurtonderzoek en de media gehoord over de aanranding. Door zijn schizofrenie betrok de man deze kennis op zichzelf, waardoor hij aan zijn eigen onschuld ging twijfelen. Ook zijn verklaringen waren onsamenhangend en de indruk ontstond dat hij daderwetenschap had. Hij werd aangeklaagd. Maar de rechter was alert, en sprak de man vrij.

Ontoerekeningsvatbaar

Strafrechtadvocate Lotje van den Puttelaar krijgt regelmatig met dit soort zaken te maken. Ze verdedigt al meer dan twintig jaar de belangen van psychiatrische patiënten en heeft moeite met de voor haar gevoel willekeurige manier waarop patiënten worden behandeld. “Het is heel erg afhankelijk van de kennis en expertise van de advocaat en de rechter hoe een psychiatrische patiënt wordt beoordeeld.”

Van den Puttelaar herinnert zich een zaak waarbij twee patiënten in een psychiatrisch ziekenhuis seks hadden met een zwakbegaafde vrouw. De rechter oordeelde dat er sprake was van verkrachting. De patiënten, volgens Van den Puttelaar goed vergelijkbare gevallen, doorliepen apart van elkaar de rechtsgang met begeleiding van verschillende advocaten. Háár cliënt werd mild beoordeeld en gewoon teruggestuurd naar het ziekenhuis, terwijl de ander TBS kreeg opgelegd. Van den Puttelaar: “Dat snap ik dus niet.”

Bij het oordeel van de rechter spelen geslacht en etnische afkomst een rol, denkt Van den Puttelaar. “Ik merk dat vrouwen vaker als geestesziek bestempeld worden dan mannen. En dat allochtonen juist eerder in de hoek van de criminaliteit gestopt worden, dan dat ze als patiënt aangemerkt worden.” Haar observatie wordt gedeeltelijk ondersteund door recentelijk onderzoek van psychiater David Vinkers. Hij vergeleek de (on)toerekeningsvatbaarheidoordelen in 2005 van allochtonen en autochtonen. Wat bleek: allochtonen met een psychische aandoening werden vaak óf volledig toerekeningsvatbaar óf volledig ontoerekeningsvatbaar beoordeeld, waar autochtonen eerder verminderd toerekeningsvatbaar werden ingeschat. De rechter oordeelde dus genuanceerder over de autochtone verdachten. Vinkers: “Maar de vergelijking zegt niet zoveel over de fijngevoeligheid van de rechter. Schizofrene allochtonen die voor de rechter verschijnen, hebben vaak nog nooit behandeling ondergaan. Daardoor kan het zijn dat zij ook inderdaad in meer gevallen volledig ontoerekeningsvatbaar blijken.”

Gevangenismuren

Zelfs wanneer gedragsdeskundigen wel worden ingeschakeld, trekken allochtonen aan het kortste eind. Onderzoek in 2006 wijst uit dat psychiaters meer moeite hebben met het vaststellen van een diagnose bij allochtonen, doordat “de jongens zich vaker dreigend en manipulerend opstellen en proberen hun ware aard te verbergen”. De fricties tussen psychiater en verdachte belanden vervolgens in het juridisch rapport en ten slotte op het bureau van de rechter. Het gevolg is dat de rechter de allochtone verdachte harder aanpakt.

Om al deze problemen te voorkomen en een eerlijke rechtsgang te verzekeren, is in Canada en de Verenigde Staten het juridische fenomeen competence to stand trial geïntroduceerd. Het uitgangspunt hiervan is dat er pas dan een rechtszaak komt als duidelijk is dat de verdachte redelijk inzicht heeft in het proces dat tegen hem wordt gevoerd. Tot die tijd wordt de verdachte meestal opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.

Nederland kent de vergelijkbare incompetentie-wet, maar is in de uitvoering daarvan minder effectief. Zo hebben rechters in de Verenigde Staten een standaardtoets om te beoordelen of iemand competent genoeg is voor een rechtszaak. In Nederland ontbreekt een dergelijke toets.

De drie auteurs van het artikel over psychisch kwetsbare verdachten pleiten er daarom voor de effectievere competence to stand trial-regel ook in Nederland door te voeren. “Het biedt wellicht mede een oplossing voor het alsmaar groeiende aantal psychotische mensen binnen onze gevangenismuren.” Immers, bijna negentig procent van de jongens die in jeugdgevangenissen zijn opgenomen, van wie meer dan de helft van niet-Nederlandse afkomst, kampt met een psychische aandoening. Volgens mede-auteur Maarten Peters is het verblijf binnen de gevangenismuren voor patiënten met een psychose bepaald geen pretje. “Uit internationaal onderzoek is ook gebleken dat het verblijf in de gevangenis een negatieve invloed kan hebben op de aandoening, onder andere door de uitzichtloosheid, een gebrekkige behandelsetting en het leefklimaat.”

Voorkomen

Inmiddels begint ook in Nederland het besef te dagen dat mensen met een psychose een status aparte verdienen in het strafprocesrecht. Bij de recherche-opleiding komt er steeds meer aandacht voor gedragsproblemen van verdachten en kunnen rechercheurs zich ook specialiseren in het verhoren van bijvoorbeeld verstandelijk beperkte minderjarigen, zegt een woordvoerder. “Maar het is niet zo dat iedere agent een gediplomeerd psycholoog is.”

Ook Maarten Peters ziet “een positieve trend” in de manier waarop rechters zich in de belangen van psychisch labiele verdachten inleven. Hij noemt het ‘Bijenkorfdrama’ in 2007 waarbij een moeder haar kind van vier hoog liet vallen en er zelf achteraan sprong. Het kind overleefde het niet, de moeder was zwaargewond. In hoger beroep oordeelde het hof van Amsterdam afgelopen maand dat de vrouw destijds volledig ontoerekeningsvatbaar was, maar inmiddels geen TBS meer hoeft omdat ze haar psychose helemaal te boven is. Ze werd vrijgesproken.

In een zaak waarbij een veertigjarige Marokkaan een fiets naar een politieagente gooide en haar in het gezicht sloeg, kwam het eveneens tot vrijspraak. Nadat de verdachte was onderzocht, kwam de psychiater tot de conclusie dat de man geen afweging kon maken tussen goed en kwaad en daarmee volledig ontoerekeningsvatbaar was. Omdat de verdachte al een tijd had vastgezeten en de ernst van de zaak ‘gering’ was, hoefde hij niet te worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij kon terecht in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.

Maar uiteindelijk zouden schizofrene Marokkanen zoals in bovengenoemde zaken veel meer baat hebben gehad bij een vroege aanpak van problemen. Vóórdat ze met een bijl achter hun schoonzus aangaan. Helaas zit juist daar de crux, zegt onderzoeker Wim Veling. “Het heeft een tijd geduurd voordat het onderwerp schizofrenie onder allochtonen serieus werd genomen. Het probleem werd ontkend of genegeerd. Deels omdat de wetenschappelijke wereld dacht dat schizofrenie bij iedereen en overal evenveel voorkomt en dat het een puur genetisch bepaalde ziekte is. Deels omdat het een gevoelig, ook politiek beladen onderwerp is.”

Ook Tiny van Hees, van het thuiscoachingproject, herinnert zich dat er zo’n tien jaar geleden nog niets bekend was over schizofrenie onder allochtonen. “Toen bleek dat het maar liefst zeven keer zo vaak voorkomt als bij autochtonen was dat echt een wake-up call.”

Bijl

Het onderzoek naar psychische problemen bij allochtonen staat daardoor nog in de kinderschoenen. GGD Amsterdam zegt dat er vooralsnog weinig antwoorden zijn op vragen over de reikwijdte van het probleem. Pas door berichten in de media over ‘kutmarrokaantjes’, ging het onderwerp echt leven. Met name het drama rond Bilal B, schudde de autoriteiten wakker. De Marokkaanse jongen (22) uit Slotervaart liep in 2007 een politiebureau binnen en stak twee agenten neer voordat hij zelf werd doodgeschoten. Zijn familie was er juist dat jaar achter gekomen dat hij al jaren leed aan schizofrenie. Als hij eerder behoorlijk behandeld zou zijn geweest, zou de jongen wellicht nog leven.

Het incident leidde ertoe dat voormalig wethouder Marijke Vos in 2008 opdracht gaf tot een groot onderzoek naar schizofrenie onder de Amsterdamse jeugd. Het project dat werd opgezet, genaamd Hart en Ziel, moet ertoe leiden dat probleemjongeren worden behandeld voordat ze ontsporen. Onderzoeker Veling: “Preventie is inderdaad het beste: vroege signalering van problemen, met name gericht op hoog risico groepen zoals Marokkaanse jongeren.”

Afgelopen schooljaar werden daarom voor het eerst kinderen van vijf Amsterdamse basisscholen gescreend op psychische aandoeningen. Daarvoor moesten zowel hun ouders als de leerkrachten vragenlijsten invullen. Ook zwerfjongeren en overlastgevende jeugd staan op het programma om gescreend te worden. Maar voorlopig is slechts nog sprake van een proeffase. Pas volgend jaar worden de eerste resultaten openbaar.

De man met de bijl stond begin september weer voor de rechter. Ditmaal concludeerde het hof dat “verdachte het feit in zijn geheel niet kan worden toegerekend wegens de ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens.” Hij was immers amper aanspreekbaar en als hij iets zei op de aan hem gestelde vragen, deed dat volstrekt niet ter zake. “Verdachte zal op grond daarvan door het hof worden ontslagen van alle rechtsvervolging.” Wel wordt hij een jaar lang opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis “daar verdachte gevaarlijk is voor de algemene veiligheid van personen”. Zijn bijl krijgt hij terug.