Hier delen kopten en moslims hun achtertuin

Koptische kerk Amsterdam-Noord
Koptische kerk Amsterdam-Noord. Foto: Eva Oude Elferink

Amsterdam, 7 jan – In steden als Caïro en Alexandrië staan de verhoudingen tussen moslims en koptisch-orthodoxe christenen op gespannen voet door twee aanslagen op koptische kerken. Ook de koptische kerk in Amsterdam-Noord werd bedreigd door extremistische moslims. Maar hier zoekt de moslimgemeenschap juist toenadering tot de kopten. Ze verwerpen de dreigementen gericht op de koptische kerken en bieden hen de helpende hand.

De tuin van de koptisch-orthodoxe kerk in Amsterdam-Noord loopt over in de tuin van de Turks Islamitische moskee S.T.I.S.C.C.A.N. (Stichting Turks Islamitisch Sociaal Cultureel Centrum Amsterdam Noord). De voorzitter van deze moskee, Ali Mercimek, was geschokt toen hij hoorde dat zijn buren werden bedreigd. “Wij hebben nooit problemen met de kopten gehad”, zegt hij. “Integendeel. We delen zelfs onze achtertuin.”

Een enkele keer per jaar vinden er in de moskee of in de kerk gedeelde activiteiten plaats, vertelt Mercimek. Maar veel contact hebben de twee gemeenschappen niet. “Dit komt doordat de koptische gemeenschap enorm geïsoleerd is”, zegt Yahia Bouyafa. Hij is voorzitter van de Federatie Islamitische Organisaties (FIO) en van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland (RMMN).

Volgens Bouyafa hebben de kopten weinig contact met de buitenwereld, ook niet met de moslimgemeenschap. “Maar de omstandigheden vereisen dat wij voor hen in de bres springen.” Eerder deze week werd bekend dat moslimextremisten op de website Shumukh al-Islam de koptische kerken in Amsterdam, Den Haag en Eindhoven noemen als mogelijk doelwit van bomaanslagen tijdens het koptisch kersfeest dat gisteravond begon.

Hulp vanuit de moslimgemeenschap

Het is de eerste keer dat koptische kerken in Nederland worden bedreigd. “Ik heb van kopten begrepen dat ze hier enorm van zijn geschrokken. Ze weten niet hoe ze moeten reageren, aangezien ze nog nooit soortgelijke problemen hebben gehad”, zegt Bouyafa. De FIO en de RMMN hebben samen met de Nederlandse Moslimraad aangeboden de koptische kerken bescherming te bieden.

Volgens Bouyafa is het aan de moslimgemeenschap om de kopten bij te staan. “Wij hebben meer ervaring met dit soort dreigingen.” Verschillende moslimorganisaties en moskeeën ontvingen de afgelopen jaren dreigende emails en brieven, vertelt hij. “Helaas weten we nog steeds niet van wie die bedreigingen kwamen, maar we weten daardoor wel hoe we onze muren moeten beveiligen en beschermen. Het is dan ook onze verantwoordelijkheid om de kopten te helpen en morele steun te bieden.”

De moslimorganisaties ontvingen de afgelopen dagen meer dan vijftig reacties van moslims uit onder andere Amsterdam en Utrecht die aanboden om te komen helpen surveilleren bij de bedreigde koptische kerken. De koptische gemeenschap reageerde dankbaar, maar sloeg het aanbod af. “Het is een mooi gebaar”, zegt Miriam Yakob, woordvoerder van de koptisch-orthodoxe kerk in Amsterdam, “maar we laten onze beveiliging over aan experts.”

Toenadering

De koptische gemeenschap in Amsterdam is de grootste van Nederland. In de stad zelf wonen zo’n 2500 kopten. “Maar er komen er ruim 800 families uit Amsterdam en omstreken bidden in de kerk in Amsterdam-Noord”, vertelt Yakob. Het merendeel is immigrant uit Egypte. Anderen komen bijvoorbeeld uit Syrië, Eritrea, Ethiopië of Soedan.

“De meeste kopten komen uit landen waar de staat seculier is en de bevolking overwegend islamitisch. Het is daar voor kopten moeilijk om hun geloof te belijden”, zegt Yakob. “Hier in Nederland is het makkelijker. Hier is geen frictie, geen spanning.”

Aankomende zondagmiddag zal in de koptische kerk in Amsterdam de herdenking van de slachtoffers van de aanslagen in Caïro en Alexandrië plaatsvinden. De FIO, RMMN en de Nederlandse Moslimraad zijn uitgenodigd om deze dienst bij te wonen. “Dat is denk ik wel het mooiste aan het hele verhaal”, zegt Bouyafa. Hij ziet de gebeurtenissen van afgelopen week als een start. “Veel kopten komen uit dezelfde regio als moslims. Ze spreken dezelfde taal, hebben bijna dezelfde cultuur. Wat er nu gebeurt, versnelt het proces om deze twee groepen dichter tot elkaar te brengen.”