Column: de dag van de afschaffing van het schaatscommentaar

 

Foto: Pieter Ouwerkerk (Flickr)
Foto: Pieter Ouwerkerk (Flickr)

De zon komt op, een nieuwe dag breekt aan. En dat is altijd wel de dag van iets. Of iemand. De NAP-redactie kiest iedere aflevering ‘de dag van…’ uit en laat hier haar eigenzinnige licht over schijnen.

Van sommige dingen begrijp ik niet dat ze bestaan. Het universum is daar een goed voorbeeld van. Een van mijn – helaas ongewenste – talenten is ’s nachts wakker liggen. Zo nu en dan steekt het de kop op en dat is tamelijk vervelend. Ik ervaar het zelfs al zó vervelend dat ik er zo nu en dan ’s nachts wakker van lig. Eigenlijk helpt het nooit, maar soms probeer ik als remedie het heelal te doorgronden.

Schaatscommentaar is net zoiets. Het is altijd zo volstrekt inhoudsloos. En soms net zo moeilijk te doorgronden als het universum. In het gros van de gevallen dat ik schaatscommentaar per ongeluk op het journaal zie, steek ik er evenveel van op als een nacht luisteren naar het getjirp van een bronstige krekel.

Even voor de duidelijkheid: ik heb het niet over de analyses die Mart Smeets en Ria Visser geven tijdens en na een van de belangrijke schaatswedstrijden – zijnde een NK, EK, WK of Wereldbekerwedstrijd in de klassen sprint, allround of langeafstand, waarvan er ieder weekend tussen augustus en de daarop volgende juni wel een wordt gehouden.

Ik heb het over het commentaar dat de schaatsers zelf geven na hun rit. Ireen Wüst is op haar geheel eigen manier hierin van de buitencategorie. Het fragment dat ik gisteravond van haar zag in het NOS Journaal onderschrijft dit.

“Oh, ik ben zo ongelooflijk blij, echt. Echt niet normaal”, sprak Wüst vlak nadat ze een van de hiervoor genoemde titels op een bepaalde afstand won.
“Waar denk je dan als eerste aan?”, vroeg de interviewer.
“Ja, gewoon euh. Ja. Ik weet niet. Van alles. Er gaat van alles door je heen. Het is gewoon… Ik ben gewoon voor de tweede keer wereldkampioen en het is gewoon weer gelukt.”

Bondige samenvatting: Wüst is blij omdat ze gewonnen heeft. Aangezien ze een topsporter is lijkt me dit zeer vanzelfsprekend en dus van geen enkele nieuwswaarde. Wüst was zestien seconden in beeld. Dat is precies genoeg tijd om de kijker snel bij te praten over de verstandhouding tussen Mugabe en Tsvangirai of de gevolgen van de olieramp in de Mexicaanse Golf.

Wüst langebaanschaatst. Dat wil zeggen: degene die het snelst het voorgeschreven aantal rondjes schaatst, wint. Veel weet ik niet van schaatsen, maar het lijkt mij een goede strategie om gewoon zo hard mogelijk te schaatsen als je kunt.

Na de wedstrijd, als een langebaanschaatser voor de camera verschijnt, zijn er dan twee opties. 1. De schaatser heeft gewonnen en kan vertellen dat hij of zij zo hard mogelijk heeft geschaatst en dat dit genoeg was om te winnen. 2. De schaatser heeft verloren en kan vertellen dat hij of zij zo hard mogelijk heeft geschaatst en dat dit niet genoeg was om te winnen.

Schaatscommentaar is dus loos in mijn ogen. Soms ook ondoorgrondelijk. Zo hoorde ik Erben Wennemars eens zeggen: “Schaatsen is niet alleen een technische sport, het is ook een coördinatieve (?, red.) sport. En coördinatief zat het niet helemaal in orde nog. … Ik heb een beetje lopen zoeken en ik heb nu echt het gevoel van dat het er weer aan komt en dat ik weer aan het schaatsen ben en dat ik datgene kan doen wat ik eigenlijk ook wil. Wat ik in mijn kop heb zitten, kan ik ook met mijn benen doen nu.”

Even heb ik in overweging genomen om voortaan aan schaatscommentaar te denken tijdens mijn slapeloosheid. Maar als denken aan het universum niet helpt, waarom schaatscommentaar dan wel? Ik ben gaan rekenen. Zo’n 44 weekenden is er schaatsen op tv. Twintig minuten schaatscommentaar per weekend maakt totaal 880 minuten. Mijn voorstel: plan een nationale dag van de afschaffing van het schaatscommentaar in en besluit in plaats daarvan reclame uit te zenden. Niemand zal waardevolle informatie missen, maar het levert wel 880 x € 6.000,- = € 5.280.000,- op. Stort dat vervolgens op mijn rekening. Ik zal er vast niet van kunnen slapen. Maar wakker liggen moet zoveel lekkerder zijn met zo’n smak geld op je rekening. En mocht dit plan op te veel weerstand stuiten, stort het dan voor mijn part in het noodfonds.