Inconsistent beleid kinderopvang treft ouders

Ouders brengen hun kinderen naar kinderopvang Zeeburgt
Ouders brengen hun kinderen naar kinderopvang Zeeburgt

De toeslag voor kinderopvang gaat flink omlaag. Minister Kamp verwacht dat de gevolgen gering zullen zijn; de sector denkt daar anders over.

Jantien Kooistra maakt zich zorgen. De alleenstaande moeder staat bij de uitgang van buitenschoolse opvang (bso) Zeeburgt in Zeeburg om haar zoontje af te halen. Binnenkort gaat dat misschien niet meer. “Dit jaar is de bso dertig euro per maand duurder geworden, volgend jaar komt daar nog zo’n vijftig euro bij”, vertelt ze. “Dan denk je bij jezelf: loont het nog wel om te werken?”

Er zijn meer ouders die zich afvragen of ze zich kinderopvang nog kunnen en willen veroorloven. Van de 1,15 miljard euro die het kabinet de komende vier jaar op kinderopvang bezuinigt, komt de rekening grotendeels terecht bij de ouders. De kinderopvangtoeslag wordt fors verlaagd. Afhankelijk van het inkomen stijgen de maandelijkse kosten tussen 2010 en 2013 tussen 55 en 140 procent (zie kader). Wat zijn de gevolgen van deze bezuiniging? Gaan vrouwen minder werken? Of zijn ouders wel degelijk bereid om meer te betalen voor opvang?

Kamp: geen krimp

Minister Henk Kamp (Sociale Zaken, VVD) verwacht dat alles min of meer hetzelfde blijft. Ondanks de duurdere kinderopvang zullen ouders niet minder gaan werken, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens het CPB daalt het arbeidsaanbod door de bezuinigingen met slechts 0,1 procent. Ook de impact op crèches en buitenschoolse opvang acht Kamp gering; hij denkt zelfs dat het aantal kinderen in de opvang zal toenemen. Na jaren van groei zouden vraag en aanbod in de kinderopvang meer in overeenstemming komen, aldus Kamp. Teruglopende wachtlijsten zouden leiden tot meer  ‘gezonde concurrentie’  in de kinderopvang, wat de kwaliteit ten goede zou komen.

De sector zelf is somberder. Uit een enquête van brancheorganisatie MO groep blijkt dat 45 procent van de ondernemers in de kinderopvang te maken krijgt met teruglopende vraag. Het Waarborgfonds Kinderopvang, dat kinderopvangorganisaties financieel ondersteunt, meldt dat kinderopvanginstellingen steeds vaker een beroep doen op het fonds om te overleven. “Sommige opvangcentra hebben nu al te kampen met een uitval van acht procent”, zegt Jolanda Hendriks van het Waarborgfonds. “Terwijl het grootste deel van de bezuinigingen nog moet komen.”

Kinderopvang fors duurder

Sinds 1 januari 2005 bestaat de Wet Kinderopvang. Deze wet regelt dat ouders, werkgevers en overheid de kosten voor kinderopvang samen betalen. Ouders betalen eerst zelf de kosten en krijgen vervolgens van de Belastingdienst een deel terug in de vorm van kinderopvangtoeslag.

De kinderopvangtoeslag wordt tussen 2011 en 2013 stapsgewijs teruggebracht. Ouders met twee kinderen die twee dagen per week naar de opvang gaan, betalen vanaf volgend jaar 22 tot 103 euro meer per maand, afhankelijk van het inkomen. In 2013 stijgen de maandelijkse kosten nog eens met 15 tot 191 euro. Daarnaast daalt de kinderbijslag met gemiddeld 35 euro per jaar.

De grootste klappen vallen onder ouders met de laagste en de ouders met hoogste inkomens.  Onder de minima zijn verhoudingsgewijs veel alleenstaande ouders die veel kinderopvang afnemen. In de hoogste inkomensgroep neemt de kinderopvangtoeslag sterk af. Bij een inkomen vanaf 130.000 euro ontvangen ouders geen toeslag meer voor opvang van het eerste kind.

Zie ook tabel.

Prijsgevoeligheid

Ed Buitenhek specialiseert zich als zelfstandig adviseur in de kinderopvang. Hij berekende wat de gevolgen van de bezuinigingen zijn op het aanbod. Volgens Buitenhek neemt kinderopvang de komende jaren af met 1 tot 12 procent. “Het is wonderlijk dat het Kabinet ervan uitgaat dat de kinderopvang de komende jaren blijft groeien”, zegt hij. “Zelfs bij het mildste scenario kom ik uit op krimp.”

Een moeilijkheid is volgens Buitenhek dat onderzoeken naar de prijsgevoeligheid van kinderopvang sterk uiteenlopen. Dit is de mate waarin de vraag daalt in verhouding tot de stijgende kosten, ofwel de mate waarin ouders bereid zijn om meer te betalen. “Maar bij dergelijke kostenstijgingen is het moeilijk voor te stellen dat ouders niet minder opvang zullen afnemen. Het gaat niet om een paar tientjes per jaar. Het gaat over honderden tot duizenden euro’s.”

Gejojo

De verlaging van de kinderopvangtoeslag is opmerkelijk, omdat het kabinet sterk inzet op arbeidsparticipatie. En de kinderopvangtoeslag is oorspronkelijk juist ingevoerd om het ouders makkelijker te maken om te werken. Een motie van Jozias van Aartsen (VVD) en Wouter Bos (PvdA) uit 2005 maakte mogelijk dat alle kinderen nabij de school konden worden opgevangen van 7.30 tot 18.30 uur. Kinderopvang werd gezien als hét middel om de arbeidsmarkt te stimuleren. In 2006 luidde de verkiezingsslogan van de VVD zelfs: ‘Gratis Kinderopvang’.

Ouders maakten massaal gebruik van de toeslag. Het aantal kinderen in de opvang steeg van 375 duizend in 2005 naar 822 duizend in 2010. Maar het aantal uren dat vrouwen werken steeg niet mee. Investeren in opvang leidt kennelijk niet tot grotere arbeidsparticipatie, concludeert minister Kamp nu. Hij wordt hierin gesteund door het Centraal Planbureau. Dus, zo redeneert de minister, andersom zou het verlagen van de toeslag ook weinig effect hebben op de arbeidsmarkt.

Buitenhek is het hier niet mee eens. Vrouwen zijn niet meer uren gaan werken, maar de hoeveelheid werkende vrouwen is wél gestegen, meent hij. Het kabinet houdt er geen rekening mee dat het aantal vrouwen tussen de 25 en 45 in de afgelopen vijf jaar is gedaald. “Als het Rijk niet had geïnvesteerd in kinderopvang, waren er nu minder werkende vrouwen geweest”, zegt Buitenhek. Het Centraal Planbureau schetst volgens hem een eenzijdig beeld om het bezuinigingsbeleid te verantwoorden. “Je kunt met de beschikbare onderzoeksdata op dit vlak net zo goed het tegendeel bewijzen.”

Tineke van der Kraan van vakbond FNV Vrouwen vindt het inconsistente kabinetsbeleid schadelijk. “Ze hebben geen idee wat ze aanmoeten met gezinnen, met werkende vrouwen, met kinderen.” Ze denkt dat de Wet Kinderopvang te kort van kracht is om te kunnen oordelen over de effecten. “Ouders weten door dit gejojo niet waar ze aan toe zijn. Dit is hap-snapbeleid, uitsluitend gericht op de korte termijn.”

tabeleva3

Sleutelkinderen

“Buitenschoolse opvang is vaak een sluitpost op de begroting van mensen”, zegt Aad de Booij. Hij is directeur van kinderopvangorganisatie Partou. “Als de kosten van kinderopvang sterk toenemen gaan ze op zoek naar alternatieven. Ze regelen opvang onder elkaar of schakelen opa en oma in. Ook krijg je meer ‘sleutelkinderen’, kinderen die na school zelf naar huis gaan en alleen thuis zitten.”

Bij de ruim honderd landelijke vestigingen van Partou  ziet De Booij de wachtlijsten “zienderogen slinken”. In Amsterdam ziet hij wel verschillen per wijk: op IJburg neemt de vraag nog steeds toe, in Amsterdam Zuid-Oost daalt de vraag het meest. De Booij: “Ouders verdienen daar doorgaans niet veel. Een paar tientjes extra per maand is voor hen reden om de opvang te stoppen. Van sommige kinderen hebben we helaas gedwongen afscheid moeten nemen omdat hun ouders de rekeningen niet meer betaalden.”

Op een filiaal in Zuid-Oost waren vorig jaar alle plaatsen nog bezet, nu is de bezettingsgraad 85 procent. Volgend jaar, bij de volgende bezuinigingsronde, verwacht De Booij dat dit zal teruglopen tot 70 procent. “Ik sluit niet uit dat we filialen moeten inkrimpen of zelfs sluiten.”

‘Een kopje thee is niet genoeg’

Martine Blok, manager van Partou-vestiging Zeeburgt, ziet één voordeel van de bezuinigingen. “Je moet ouders laten zien dat je iets te bieden hebt. Een kopje thee is niet genoeg, dat kan de buurvrouw ook.” Haar bso is meer een activiteitencentrum dan een opvangplek: de kinderen kunnen er na schooltijd onder meer gitaar leren spelen, knutselen, groenten verbouwen of yogales krijgen. Dansles wordt gegeven door iemand van Scapino Ballet, vertelt ze trots. “Ik vind best dat ouders voor kwaliteit mogen betalen.”

Anderzijds moet kinderopvang wel toegankelijk blijven. Blok: “Ik zou het verschrikkelijk vinden als opvang een exclusief luxeproduct wordt. Het gaat niet alleen om het onderbrengen van kinderen en de kosten daarvan, maar ook  om zorg en ontwikkeling. Daar heeft ieder kind recht op.” Ze wijst naar buiten. “Ik zie hier in de buurt regelmatig kinderen na schooltijd op straat hangen met zakjes chips. Dat raakt me. Er zijn in Zeeburg nauwelijks sociale voorzieningen, de buurthuizen zijn al wegbezuinigd. Waar moeten die kinderen in godsnaam heen?”

Extra betalen voor extra zorg: dat is precies het dilemma waar Jantien Kooistra voor staat. “Ik ben met mijn buren op zoek naar andere vormen van kinderopvang”, vertelt ze. “Misschien huren we een Filipijnse in. Als het zo duur wordt ga je toch zoeken in het zwarte circuit.” Maar toch twijfelt ze nog, zegt ze. Haar zoontje komt naar buiten rennen met een zojuist geknutselde palmboom in zijn armen. “Hij vindt het hier zo leuk.”