Sylvia Witteman: versluierd onder humor

Sylvia Witteman, foto: Sylvia Witteman
Sylvia Witteman, foto: Sylvia Witteman

Ze begon met een relatief onbekende kookrubriek in de Volkskrant. Inmiddels is ze de stercolumnist van de krant en heeft ze op Twitter meer dan 30 duizend volgers. Zelf ziet ze elke dag weer als een berg op tegen het schrijven van een stukje. “Als ze me een paar miljoen zouden geven, zou ik stoppen met schrijven.”

Ze vloekt en ze drinkt iedereen onder tafel. Ze is brutaal en heeft een huishouden van Jan Steen. Althans, dat is de Sylvia Witteman (46) zoals ze die neerzet in haar columns en kookboeken.Daarin beschrijft ze opmerkelijke gesprekken die ze stiekem afluistert als ze op straat loopt, zet ze elke maand een bepaald type vrouw in de schijnwerpers voor de Linda, maar schrijft ze ook over doodnormale huiselijke beslommeringen. Alles wordt voorzien van een cynische blik en een groot gevoel voor humor. “Wat ik opschrijf is allemaal echt gebeurd. Maar soms zet ik dingen een beetje aan.” Dat ze af en toe overdrijft is inherent aan haar beroep als columniste, maar wie schuilt er achter het typetje uit de columns?

“Een kwetsbaar meisje”, zegt vader Wim Witteman (72). “En ook druk, chaotisch en altijd bang dat alles mis gaat”, voegt hij eraan toe. “Ze lijkt veel op me: we zijn allebei rommelig, kunnen goed analyseren en zijn niet ambitieus.” Wittemans scherpe pen is volgens hem dan ook een van zijn verdiensten. “Ik heb altijd overal schijt aan en heb mijn kinderen geleerd dat ze alles moeten zeggen wat ze willen.” Dat adagium heeft zijn dochter ter harte genomen. “Ziezo, ik heb al even aan de Seine gezeten. En hij aan de mijne”, twitterde ze toen ze laatst een weekendje in Parijs was.

Zo open en aanwezig als ze nu, is ze niet altijd geweest. Mieke Tillema (66), Wittemans docent Nederlands op het Stedelijk Gymnasium in Haarlem, ziet een groot verschil tussen de huidige Witteman en die van vroeger. “Ze was stil maar niet het type van de in zichzelf gekeerde diepe denker. Ik had de indruk dat die hele school haar geen moer interesseerde en dat ze lak had aan alles.” Volgens Witteman zit ze er niet ver naast: “Samen met twee vriendinnen was ik eigenlijk alleen maar aan het spijbelen en blowen. Ik ben uiteindelijk van school afgegooid. De schooldirecteur heeft toen zelfs nog alle scholen in de regio opgebeld om te voorkomen dat we alle drie weer op dezelfde school zouden komen.”

Het Witteman-beschermingslaagje

Als ze 24 is vertrekt ze samen met haar toenmalige vriend, nu echtgenoot, Philippe Remarque (45), naar Rusland. Hij doet er verslag voor de Telegraaf, zij koopt een fototoestel en biedt haar foto’s aan. “Voor de Telegraaf maakt de kwaliteit van foto’s toch geen flikker uit”, grinnikt ze. Remarque en Witteman zijn een goed duo. Hij spreekt al vloeiend Russisch en regelt een baan voor haar bij de radio. Witteman legt de sociale contacten en heeft binnen een mum van tijd de taal ook onder de knie. Ze wonen samen in een flat waar alle correspondenten zijn ondergebracht. Een van de flatbewoners is collega-journalist Hans Geleijnse (66), die in de jaren negentig in Rusland werkte als journalist voor de GPD. “In het begin vond ik Sylvia maar een grootmuil, een aandachtstrekkertje. Pas later leerde ik door het ‘Witteman-beschermingslaagje’ heen te kijken.” “Haar grote mond was een verdedigingsmechanisme, want vooral in het begin was ze heel onzeker. Sylvia laat zichzelf zien maar houdt de buitenwereld knap op afstand”, vindt Geleijnse. “En daarnaast was dat brutale natuurlijk ook gewoon bedoeld om te provoceren.”

Ook over de dagelijkse beslommeringen wordt getweet. Foto: Twitter
Ook over de dagelijkse beslommeringen wordt getweet. Foto: Twitter

Nog altijd onzeker

Witteman groeit samen met haar broertje en zus op in het Noord-Hollandse Overveen. Serieuze gesprekken werden er thuis eigenlijk nooit gevoerd. Alles wordt altijd opgelost met een kwinkslag en een grap. Ook nu, jaren nadat Wittemans vader, docent op het conservatorium, het gezin verliet voor een negentienjarige studente, wordt het pijnlijke verleden versluierd met humor. “Ik zie mijn vader eigenlijk meer als een gekke oom”, grapt ze. “Maar ze heeft nog altijd verdriet van die scheiding”, denkt Lise Witteman (24), halfzus van de columniste. “Dat zag ik vooral toen Wim mijn moeder verliet voor weer een andere vrouw en de geschiedenis zich herhaalde.” De scheiding was niet het enige in haar jeugd dat haar vormde: op de basisschool werd ze flink gepest. “Ze zag er ook echt niet uit”, vertelt broer Manfred (44), “met een pony tot over haar wenkbrauwen en een grote bril op haar neus”.

Volgens Witteman zelf valt het allemaal wel mee met het verdriet uit het verleden. “Als je mijn leeftijd hebt kun je dingen opeens een stuk beter relativeren.” Toch klinkt de wroeging over haar jeugd zo nu en dan nog door. Ze schreef onlangs nog over haar pesters van vroeger en komt soms venijnig uit de hoek als het om uiterlijk gaat. “Neem nou Renske de Greef [red. columnist voor NRC Next]. Die kan heel erg goed schrijven, maar omdat het zo’n bloedmooi meisje is, is ze toch altijd op een bepaalde manier behandeld. Je ziet in haar stukken terug dat ze nooit echt geleden heeft.”
Dat haar eigen jeugd niet altijd zo zorgeloos was, heeft haar ook iets positiefs gebracht: “Ik heb nog eens wat om over te schrijven”. En ook haar cynisme, waar haar columns om bekend staan, heeft ze naar eigen zeggen te danken aan de dingen die ze in haar jeugd meemaakte.

Curriculum Vitae Sylvia Witteman
Sylvia Witteman is geboren in Overveen op 9 oktober 1965. Ze ging naar het Stedelijk Gymnasium in Haarlem maar stopte voor het einde van de studie. Journalistiek bedrijven leerde ze in de praktijk tijdens haar verblijf in Rusland, waar ze woonde vanaf 1991. Ze deed er voor de TROS verslag voor de radio maar liet haar man de nieuwsberichten schrijven; ze ontdekte al snel dat de ‘serieuze journalistiek’ niets voor haar was. Wat ze wel graag deed was koken en schrijven over koken. Terug in Nederland schreef ze voor de kookrubriek in de Volkskrant. Vanaf 2005 schrijft ze elke zaterdag een column in het Volkskrant magazine. Sinds vorig jaar verschijnt ze ook in de doordeweekse Volkskrant. Daarnaast schrijft ze maandelijks een column voor Linda.
Behalve een rits kookboeken (waaronder Koken met Sylvia Witteman, , Het Lekkerste dier, Het bearnaisesyndroom en De maillardreactie) bracht Witteman ook een aantal niet-culinaire boeken uit (zoals Ik verzin dit niet, Pekingeend bij nacht en Simon Carmiggelt. Een levensverhaal, samen met Thomas van den Bergh).
Naast Moskou verbleef Witteman in Berlijn (1996) en Washington (2007). Sinds 2010 woont ze samen met haar man en drie kinderen in Amsterdam.

Een dag niet gedronken is een dag niet geleefd

Na de periode in Rusland volgde een verblijf in Berlijn en later Washington. “Dat was fijn, ik kon ongegeneerd schrijven over mijn buurvrouw die stiekem wodka dronk uit een waterflesje, want er was daar toch niemand die mijn stukken las. Als ik hier mijn bek opentrek weet direct de hele grachtengordel het.” Naast de kookrubriek die ze vanaf halverwege de jaren negentig voor de Volkskrant schrijft, krijgt Witteman ook een eigen column in het zaterdagse Volkskrant Magazine. Daarin schrijft ze veel over haar gezin, dat inmiddels was uitgebreid met twee zonen, een dochter en een kat.
Aan de verblijven in het buitenland kwam een einde toen echtgenoot Remarque in 2010 werd gevraagd als hoofdredacteur van de Volkskrant. “Toen werd het natuurlijk best lastig: schrijven voor een krant waar je man de baas van is.” Maar van vertrek was geen sprake, ook niet na aanbiedingen van Het Parool en NRC Handelsblad. “Ben ik eindelijk hoofdredacteur, gaat mijn stercolumnist weg”, luidde het commentaar van Remarque op Wittemans suggestie te vertrekken.

Nu schrijft ze vier keer per week voor de Volkskrant en maandelijks een column in de Linda. “Natuurlijk ben ik wel eens bang dat mensen mij zat zijn, maar uit lezersonderzoeken blijkt nog steeds dat ik de favoriet ben, dus daar ga ik dan maar vanuit.” En dus blijft ze schrijven. Over haar kat Lola (“Ik denk dat ze het down-syndroom heeft”), over Jeroen Pauw (die ongegeneerd naar haar borsten staarde toen ze eens een strak truitje droeg), en over haar man (die op datzelfde gestaar geërgerd vroeg “of Jeroen Pauw dat soms bij alle vrouwelijke gasten deed?”. ‘Nee, alleen bij vrouwen met grote borsten’ ).

Nu huisgenoot P., zoals Remarque in de columns wordt aangeduid, hoofdredacteur is van de Volkskrant, is ze terughoudender in wat ze wel en niet opschrijft. “In mijn columns schilderde ik Philippe af als anonieme sukkel. Dat is ie in het echt ook wel maar nu is hij natuurlijk niet meer zo anoniem. Dus dat schrijf ik minder vaak op.”
Waar ze in ieder geval niet terughoudend over schrijft is het onderwerp alcohol. “Ja, ik drink elke dag. Natuurlijk drink ik elke dag! Ik heb het wel eens geprobeerd hoor: een dag niet drinken, maar ik vond het vooral erg saai. Met drank beland je nog eens in geestige situaties en je krijgt er vaak goede ideeën van.”

Munttheemoeders

Hekel aan munttheemoeders. Foto: Twitter Sylvia Witteman
Witteman heeft een hekel aan munttheemoeders. Foto: Twitter Sylvia Witteman

Ze heeft een hekel aan wat ze zelf omschrijft als munttheemoeders: vrouwen die na het krijgen van kinderen, stoppen met hun baan. Het doet haar denken aan haar eigen moeder, die na de scheiding achterbleef met drie kinderen, zonder baan. Hulpeloos en afhankelijk.

“Ik heb het mijn vader wel eens kwalijk genomen dat hij ons heeft achtergelaten bij een vrouw die het gescheiden leven met drie opgroeiende pubers niet goed aankon. Maar ik heb het net zo goed mijn moeder kwalijk genomen dat ze niet iets van haar leven heeft gemaakt na de scheiding.”

Zelf is Witteman altijd blijven werken, ondanks de moeite die het haar elke keer weer kost om een column te schrijven. “Ze kan heel nerveus zijn als ze een stukje moet tikken”, vertelt halfzus Lise. “Elke dag zit ze weer te zwoegen”, voegt broer Manfred daar aan toe. “Als ze me een paar miljoen zouden geven, zou ik stoppen met schrijven”, beaamt Witteman.

Protserig

Schrijven doet ze naar eigen zeggen dan ook alleen voor het geld, en; “als je dan toch moet werken, is dit wel leuk”. Broer Manfred vindt dat zijn zus nogal eens protserig kan doen met het geld dat ze verdient: “We zijn met armoede opgegroeid. Nu Sylvia geld heeft, kan ze daar soms echt mee showen. Ze geeft dure cadeaus of gaat onnodig vaak met de taxi.” Dat ze als protserig wordt omschreven vindt Witteman geen probleem: “Ik doe het soms zelfs om te treiteren. Dan word ik zo moe van die Hollandse benepenheid, wat dat betreft vond ik het jammer dat ik wegging uit Amerika, daar mag je tenminste trots zijn op succes.”

Volgens haar vader is het schrijven ook de reden geweest dat haar huwelijk nog in stand is. “Toen ze net met Philippe in Rusland zat en nog niet schreef, voelde ze zich heel erg nutteloos omdat ze zo afhankelijk was.” Het schrijven en haar succes zou volgens hem ook een manier zijn om de strijd aan te gaan met haar man, want er zou flink wat concurrentie zijn tussen de twee echtelieden. “Wat een onzin! Dat is nu echt weer iets voor een man om te zeggen”, roept Witteman, “mijn vader is sowieso nogal seksistisch, die ziet vrouwen het liefst gehaktballen draaien. Dat doe ik natuurlijk ook, maar daarnaast werk ik.”

Schrijfster zal ze nog wel even blijven, hoewel de onzekerheid en voortdurende worsteling ervoor zorgen dat Witteman soms nadenkt over een jaartje ertussenuit. “En na dat jaar wil ik dan voor de Libelle schrijven. Dan kan ik alles wat ik nu heb geproduceerd gewoon een beetje omvormen naar Libelle-stijl.” Tot het zover is bedenkt ze zelf maar nieuwe onderwerpen. En blijft ze elke dag zwoegen. Of, zoals ze het zelf omschrijft in een tweet:  “Zo. Eén stukje is af. Nu nog één. Kut.”