Niet geloven in hun traanogen

Er is iets geks aan de hand met Fatima’s bankafschriften, merkt Veenstra op, als hij haar dossier voor het eerst doorleest. Met zijn duim gaat hij langs alle af- en bijschrijvingen van de laatste drie maanden. Hij markeert met een viltstift wat hem opvalt. “70 euro opgenomen. Parkeermeter. 70 euro opgenomen. Storting bijstandsuitkering. 400 euro opgenomen. 11 euro bij de McDonald’s. Parkeermeter. 40 euro, maandelijkse huur parkeervak.” Alleen contante opnamen, nauwelijks transacties in winkels of een supermarkt. En ze neemt wel erg weinig geld op om twee kinderen van te voeden, vindt hij. Ook heeft ze een kredietbalans van meer dan 4.000 euro. Wel erg veel, als je moet leven van een uitkering. “Die heeft vast andere inkomsten”, zegt Veenstra. “Misschien toch via de vader van haar kinderen.”

Maar die is niet langer in beeld, volgens Fatima. Hij heeft vastgezeten, ze heeft hem al tijden niet gezien. Veenstra heeft zijn twijfels. Haar man is van Turkse komaf, Fatima is Marokkaanse. Elke vakantie die uitkeringstrekkers maken moeten ze melden aan de DWI – deze zomer ging Fatima nog een aantal weken op vakantie naar Turkije. Maar waarom?
“Mijn kinderen zijn half-Turks. Ik heb er vrienden zitten.”
Hoe heten die vrienden?
“Pardon?”
Hun namen.
“Aisha.”
Achternaam?
“Duruk of zo. Met puntjes, Düruk. Ik weet niet precies hoe je het schrijft.”
Uw ex-vriend was daar niet bij?
“Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Ik heb hem in geen jaren gezien.”

Op Marktplaats heeft Veenstra geen advertenties gevonden die te zijn herleiden naar Fatima. Niet naar haar naam, en niet naar haar adres. Hij zoekt naar haar op Google. Het levert maar één hit op die hij interessant vindt: een Facebook-profiel. “Even kijken of ze toevallig met haar mannetje op de foto staat.” Maar Fatima’s profiel is afgeschermd. Tot voor kort mochten de fraudebestrijders gebruik maken van een ‘neutraal profiel’, vertelt Veenstra, een gefingeerde naam waarmee ze konden inloggen om meer gegevens zichtbaar te maken. Dat mag nu niet meer. “Privacyoverwegingen.”

Alles wat de fraudecontroleurs doen op hun computer wordt gemonitord, vertelt Veenstra. Ze hebben toegang tot een keur aan geprivilegieerde gegevens, nagenoeg alle door de overheid bijgehouden persoonsinformatie. “Niet zo lang geleden werd er nog een collega ontslagen omdat hij in het systeem te veel informatie opvroeg over een bepaald persoon. Zonder goede reden.”

Op Fatima’s afschriften komen geregeld parkeerkosten voorbij. In het systeem ziet Veenstra dat er geen auto op haar naam staat. Dat zegt ze ook, later op gesprek: ze heeft geen auto. Waarom dan toch veertig euro per maand betalen voor parkeerplaats 40b in de garage van haar appartementencomplex?
“Dat betaalt mijn moeder. Zij werkt bij mij in de buurt, dan parkeert ze bij mij.”
Dus die auto is van uw moeder?
“Ja.”
Kenteken?
“Weet ik niet. Iets met BZ-KR-0-nogwat.”
Een zwarte Volkswagen Polo, zie ik hier. Maar u rijdt er zelf niet in?
“Nee. Heel soms leen ik hem.”
Waar is die auto nu?
“Weet ik niet. Die heeft mijn moeder gewoon.”
Dus u bent hier niet met die auto?
“Nee. Mijn broer heeft me gebracht.”

Als het gesprek voorbij is, volgt Veenstra haar op een afstandje naar de lobby van de DWI. Al snel verliest hij haar uit het oog. “Waar zijn ze?” Hij beent met grote passen de schuifdeuren door: het gebouw uit, de straat op. “Kom! Kom!” Ze is nergens te bekennen. Hij tuurt de straat af, links, rechts. Hij loopt de hoek van het gebouw om, en verschuilt zich dan snel achter een pilaar. Fatima rijdt voorbij. In een zwarte Volkswagen Polo.

Nieuwe fraudebestrijding

Er worden er meer gepakt

In 2010 werd de zogeheten ‘nieuwe werkwijze’ ingevoerd bij de Dienst Werk en Inkomen (DWI) van de gemeente Amsterdam. Het programma kent zijn oorsprong in een forse bezuinigingsmaatregel van het Rijk. Doel was de effecten van de economische crisis zoveel mogelijk in te perken voor het aantal uitkeringen. Eén van de veranderingen is dat alleen bij aanvragen met een verhoogd frauderisico, berekend volgens een standaardprofiel op basis van persoonlijke informatie, een onderzoek door de fraudebestrijding wordt uitgevoerd.

Het aantal bijstandsuitkeringen zit in Amsterdam in de lift. Tot dit jaar schipperde het rond de 12.000 aanvragen per jaar. In 2011 kwamen in totaal 12.096 aanvragen binnen, iets minder dan het jaar ervoor (12.566). In 2012 zijn dat er al 14.640, en het jaar is nog niet voorbij.

De gevolgen van de crisis werden voor de Amsterdammers pas voelbaar in de loop van 2010. Mensen die toen hun baan verloren, konden terugvallen op hun WW-uitkering van maximaal 38 maanden. Mensen die intussen nog steeds geen werk gevonden hebben, beginnen nu bijstandsuitkeringen aan te vragen. De gevolgen van de crisis zijn voor het aantal uitkeringen dit jaar dus voor het eerst merkbaar.

Die gevolgen moeten dus worden opgevangen door de nieuwe werkwijze, en dat lijkt te lukken. Toch worden er sinds 2010 nauwelijks meer aanvragen afgewezen door de nieuwe werkwijze. In 2010 werd ruim 30 procent van de aanvragen afwezen aan de deur, in 2012 is dat gemiddeld 33 procent. Het verschil zit hem in de lopende uitkeringen die worden beëindigd. Omdat niet langer alle aanvragen worden onderzocht, hebben de fraudebestrijders meer capaciteit juist om lopende zaken te onderzoeken. Werden er in 2010 slechts 402 lopende uitkeringen beëindigd na onderzoek door de fraudebestrijding, in 2012 waren dat er tot nu toe al 1.257.

Mag ik even kijken?
Fatima mag alles weigeren. Antwoorden op vragen, het geven van namen van kennissen, het verschaffen van toegang tot haar bankgegevens of Facebook-account – alle verzoeken van de fraudebestrijder. Maar dan raakt ze wel direct haar uitkering kwijt. Aan elk verzoek moet de onderzochte in principe voldoen. Richtlijnen voor wat de fraudebestrijders wel en niet mogen vragen of inzien zijn er niet, volgens Veenstra. Er zijn geen regelboekjes, geen handleidingen, geen cursussen. De controleurs zijn het onderling lang niet altijd eens wat geoorloofd is en wat niet.

“Mag je door een raam naar binnen kijken? Mag je in een brievenbus kijken om te zien of hij vol is?” Dat doet elke fraudebestrijder anders. Eén ding is volgens Veenstra het belangrijkst: dat je een aanleiding hebt. Zelf is Veenstra één keer op de vingers getikt. Hij deed een huisbezoek bij een klant die hij onderzocht. Een illegale onderhuurder deed open, en liet hem binnen. Daar, aan de keukentafel, tekende Veenstra het verhaal van de onderhuurder op. Zonder toestemming van de echte bewoner had hij nooit binnen mogen komen, oordeelde de rechter. Veenstra is het er nog steeds niet mee eens. De man behield zijn uitkering.