"Het is nu eerst overleven"

Ook op andere manieren wordt geprobeerd om de kosten zo klein mogelijk te houden. Bij een vestiging van Partou in Amsterdam-Oost staat Kirsten net met haar jas aan om naar huis te gaan. Ze loopt naar eigen zeggen al maanden ‘te mopperen’. Hoewel Kirsten een vast contract heeft, moet ze op rustige dagen gaan werken in een ‘flexpool’. Zo moet ze ook bij andere vestigingen aan de slag.

Volgens De Booij was 2012 een jaar waarin Partou genoodzaakt was personeel in kinderdagverblijven met te veel pedagogisch werknemers over te plaatsen naar vestigingen waar door het aflopen van tijdelijke contracten te weinig mensen zaten. “Werknemers tekenen een contract mét Partou. Dat betekent dat voor behoud van werk medewerkers bereid moeten zijn op andere locaties te gaan werken. Ouders begrijpen dat wel , maar ze zien vertrouwde gezichten verdwijnen en ervaren dat als verlies van kwaliteit. Dat kan ik begrijpen, maar het was voor behoud van kwaliteit en continuïteit van Partou nodig.”

Bij werknemersvakbond Abvakabo merken ze dat veel werknemers vragen hebben over hun werksituatie. Abvakabo zegt dat de ernst van het type melding groter wordt. “De aanleiding voor vragen is anders. Nu er groepen worden samengevoegd of er leidsters naar andere groepen worden doorgestuurd, krijgen we steeds vaker de vraag of dat mag”, zegt een woordvoerster.

Het overplaatsen van personeel is een heikel punt in de kinderopvang, zeker nu er angst heerst dat er een tweede Robert M. plaats kan vinden. De GGD hamert in haar beleidsbrochure dan ook op een veilige en gezonde opvangomgeving. Zo is het beleid gericht op vaste stamgroepen, waar de kinderen een vast gezicht voor de groep hebben. Hiermee wordt de zekerheid voor de kinderen (en de ouders) vergroot. Ook de kind-leidsterratio is daar een voorbeeld van.

Ontslagen
Ook Tinteltuin herplaatst pedagogisch medewerkers naar andere vestigingen zegt Strengers. “We kijken nu eerst of we personeel op een andere vestiging kunnen laten werken. Zet de daling in de vraag naar opvang door, dan ontkomen we niet aan verdergaande maatregelen, waaronder het afscheid nemen van medewerkers met een vast contract. Dat is moeilijk, want een deel van onze kwaliteit wordt bepaald door de vaste medewerkers op de groepen. Maar om een financieel gezonde bedrijfsvoering te houden, kom je hier onvermijdelijk in een spagaat”.

Dat dit moment er snel aankomt, merkt ook Danielle, al heeft zij in eerste instantie een heel andere reden om het personeel te behouden. Omdat zij een familiebedrijfje heeft, zijn de lijnen kort, zegt ze. Ze wijst met haar hand naar de andere kamer, waar haar personeel zich met de kinderen bezighoudt. “Wij kennen elkaar door en door. Ik doe er alles aan om hun te behouden. Maar als het moet, dan moet het. En ik denk dat ik eerdaags geen keus meer heb.”