Langdurig werklozen 'terug bij af'

Eigen initiatief
Wigger Tenge, Teammanager Participatie bij DWI, erkent dat de voorzieningen van de stadsdelen niet hetzelfde zijn als een begeleid re-integratietraject zoals een ‘activeringsplek’. “Mensen moeten zelf het initiatief nemen, wij kunnen alleen zeggen wat er mogelijk is en dan hopen dat ze dat gaan doen.”

Voor sommigen blijkt deze drempel te hoog. De Turkse Ceren* (45) heeft al twintig jaar last van een zware depressie en wordt geregeld overvallen door paniekaanvallen. Soms gaat ze het huis uit om boodschappen te doen en komt dan angstig en bezweet met lege handen terug. Tot 2011 had ze een activeringsplek bij Partners aan het Werk. Ook zij had meegekund naar het Tattoo Museum in het centrum van Amsterdam. Maar de reiskosten worden sinds 2011 niet meer vergoed en een retourtje voor € 5,40 is te duur voor haar. Als het even kan blijft ze in haar woonkamer, waar ze Turkse soaps kijkt.

Ceren kwam als kind met haar ouders naar Nederland. Met de mavo is ze halverwege gestopt. “Ik vond het niet leuk, het voelde normaal om niet door te gaan.” Ze trouwde op haar twintigste, enkele maanden later beviel ze van haar eerste kind. Ze kreeg er nog twee bij. Een baan heeft ze nooit gehad. “In het begin ging het goed. Ik sprak bijna vloeiend Nederlands en we hadden weinig problemen.” Maar toen kwam de depressie. Ceren durfde nauwelijks nog de deur uit. Jarenlang had ze buiten haar familie vrijwel geen contact met andere mensen.

Dit veranderde toen ze in 2008 een activeringsplek kreeg bij Partners aan het Werk in Amsterdam-West, niet ver van haar huis. Twee keer in de week ging ze daar fitnessen en ontmoette ze andere mensen. Het beviel goed en na een jaar kon ze doorstromen naar een uitdagendere vrijwilligersplek. Tussen 2010 en 2011 stond ze twee keer per week soep te koken voor een wandelgroep. “We waren allemaal vrouwen, een heel internationale groep. Ik kookte soms Turkse linzensoep, die vond iedereen lekker. Dan vroegen ze: Ceren, wanneer maak je weer die lekkere soep?”

“Het ging beter met mij in die tijd. Als ik niet kwam opdagen omdat ik ziek was, werd ik meteen gebeld. De begeleidsters stuurden dan altijd een leuk kaartje. Daarop stond dat ze me misten en dat ze hopen dat het snel beter met me gaat zodat ik weer kan terugkomen. Dat was fijn.” Daarnaast hielp het re-integratiebureau haar met de correspondentie met de DWI en andere instanties.

Haar activeringstraject liep in maart 2011 definitief af. Daar is voor Ceren niets in de plaats gekomen. Het lukt haar niet om vanuit zichzelf in actie te komen. “Ik vind het toch al moeilijk om de deur uit te gaan.” Internet is voor haar geen optie, ze heeft nooit geleerd met een computer om te gaan. Het duurt niet lang, of ze vervalt weer in haar oude leefwijze, zonder beweging of contacten met de buitenwereld. Ceren viel opnieuw in een gat.