‘Bent u met de vuist geslagen of met een fles?’

Patiënten op de Spoedeisende Hulp die slachtoffer zijn van geweld worden binnenkort naar de tijd, locatie en toedracht van het geweldsincident gevraagd. De zeven Amsterdamse ziekenhuizen werken onder andere samen met de gemeente Amsterdam, de politie en het ministerie van Veiligheid en Justitie aan de proef ‘Preventieve Aanpak Geweld’.

‘Bent u met de vuist geslagen of met een fles?’ – ‘Waar in Amsterdam is het gebeurd?’ – ‘Wat is uw relatie tot de dader?’ Het zijn voorbeelden van vragen die over enkele maanden aan iedere patiënt van de Spoedeisende Hulp in de zeven Amsterdamse ziekenhuizen gevraagd worden. Vervolgens wordt deze informatie geanonimiseerd gedeeld met de politie. Doel: het in kaart brengen van ‘hot spots’ en ‘hot times’ qua geweldsincidenten in de stad, om vervolgens met voorzorgsmaatregelen het geweld terug te brengen.

Ziekenhuizen, politie en gemeente werken samen om geweldsincidenten terug te brengen. (Foto: Jos van Zetten)
Ziekenhuizen, politie en gemeente werken samen om geweldsincidenten terug te brengen. (Foto: Jos van Zetten)
Samenwerking politie en ziekenhuizen
Samen met de zeven (regionale) ziekenhuizen wil Politie Amsterdam-Amstelland in kaart brengen waar in de stad de meeste gewelds- en wapenincidenten voorkomen. De pilot, die Preventieve Aanpak Geweld wordt genoemd, moet binnen drie jaar het aantal geweldslachtoffers verminderen. “Door bij de bron gegevens te achterhalen, waarbij het bijvoorbeeld gaat om locatie, toedracht en soort letsel, heeft de politie meer informatie om gericht mankracht in te zetten”, aldus Joost van Galen, verpleegkundig hoofd Spoedeisende Hulp van VU medisch centrum, een van de deelnemende ziekenhuizen aan de proef.

In Wales is het systeem al sinds 1992 in gebruik en wordt het gezien als een groot succes. Plastisch chirurg Jonathan Shepherd, werkzaam in een ziekenhuis in Cardiff – de hoofdstad van Wales – zag ieder weekend vele patiënten op de spoedeisende hulp voorbij komen met letsel door geweld. Op zijn initiatief is het naar de plaats vernoemde Cardiff-model opgestart. In 2002 was het aantal geweldsgeraleteerde ziekenhuisopnamen ten opzichte van 1992 afgenomen met ongeveer dertig procent. Dit terwijl het in de omliggende regio’s gestegen was. Met de pilot in Amsterdam hopen zowel de gemeente, de politie als het ministerie van Veiligheid en Justitie ook dergelijke resultaten te behalen.

‘Hot spots’ in de stad
Anonimiteit van patiënten en de garantie dat het niet herleidbaar is naar persoonlijke gegevens heeft voor de ziekenhuizen prioriteit. Joost van Galen: “Onze juristen hebben samen met die van het Academisch Medisch Centrum, zorgvuldig gekeken naar de vragen die we gaan stellen. Welke vragen hebben we echt nodig, wat kun je weglaten. We hebben er bijvoorbeeld voor gekozen om geen geboortedatum te noteren, maar puur de leeftijd in jaren.”

De locatie waar het letsel is opgelopen moet zo specifiek mogelijk vermeld worden zodat de politie weet waar de ‘brandhaarden’, ofwel ‘ hot spots’, zich bevinden. Hier kan de politie bijvoorbeeld extra surveilleren. Hoe ver de vraagstelling aan de patiënten moet gaan, is iets waarover nu nog volop wordt gesproken. Alleen ‘het Leidseplein’ of ‘het Rembrandtplein’ is wellicht een wat vaag antwoord. “Moet er dan specifiek een café genoemd worden of zelfs derde kruk van rechts?”, vraagt Van Galen zich af. De samenwerkende partijen zijn nog druk bezig hier sluitende afspraken over te maken. Het probleem van locatie en onherleidbaarheid speelt ook bij huiselijk geweld en straten met maar een klein aantal huizen. Als de straatnaam dan specifiek is doorgegeven, weet de politie al snel om wie het gaat. De conceptversie van de samenwerkingsovereenkomst voorziet hierin door aan te geven dat bij geweld in een woonhuis de viercijferige postcode als specifieke locatie gehanteerd wordt.

Geen ‘opsporing verzocht’
De ziekenhuizen hebben laten vastleggen dat de aanpak puur gaat om preventie en niet om de opsporing van daders. Er zal dus ook niet gevraagd worden naar daderprofielen- of kenmerken. Van Galen benadrukt dat de ziekenhuizen daar expliciet voor waken. “Als blijkt dat de proef voor opsporing dient, iets wat we overigens niet verwachten, is het meteen voor alle zeven ziekenhuizen einde oefening.”

De beveiliging van online data is een zware dobber in een tijd van internethacking. Bang voor een slecht imago als er iets misgaat is het VU medisch centrum echter niet. “Als het misgaat is vooral de politie de pineut. Dan krijgen ze de komende twintig of dertig jaar geen enkele informatie meer, voor welk goed doel dan ook”, zegt Van Galen. De handtekening van staatssecreatris Fred Teeven (VVD) staat ook onder het convenant. Voor het ministerie van Veiligheid en Justitie is deze proefperiode van drie jaar in Amsterdam van groot belang. Als de proef succesvol blijkt in Amsterdam en het aantal geweldsincidenten afneemt, zal de regionale proef landelijk worden uitgerold.