Ook de doden zijn gevoelig voor trends

De doden van Amsterdam hebben ook ruimte nodig. Planoloog Niek Bosch en stedenbouwkundige Bart Vlaanderen schreven over de toekomst van begraafrituelen en begraafplaatsen in de hoofdstad.

Als alle babyboomers het loodje leggen, is er dan genoeg ruimte op de begraafplaatsen in de stad? En is er plek voor begraafrituelen uit andere culturen? Niek Bosch (1969) is planoloog bij de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) van de Gemeente Amsterdam. Samen met collega en stedenbouwkundige Bart Vlaanderen (1965) schreef ze over de toekomst van het begraven in Amsterdam.

 Begraafplaats De Nieuwe Ooster in de Amsterdamse Watergraafsmeer. (Foto: sandravoetbal/ Flickr)
Begraafplaats De Nieuwe Ooster in de Amsterdamse Watergraafsmeer. (Foto: sandravoetbal/ Flickr)
Vraag en aanbod, behoefte en ruimtevraag, trends en capaciteit: de twee collega’s gebruiken de woorden veel tijdens het gesprek. Want ook over de dood wordt in die termen nagedacht. Bart Vlaanderen: “De dood is big business. Vergis je niet.”

Heeft Amsterdam genoeg plek voor al haar doden?
Vlaanderen: “Westgaarde, net als de Nieuwe Ooster een gemeentelijke begraafplaats, heeft genoeg ruimte om de komende decennia alle doden te begraven. Of om hen te cremeren: ongeveer zestig procent van de doden in Amsterdam wordt namelijk gecremeerd.”

Bosch: “Vooral de kleine, particuliere begraafplaatsen raken de komende jaren vol. Zoals de katholieke begraafplaats St. Barbara aan de Spaarndammerdijk. De vraag is: wil de gemeente dat er in alle delen van de stad mogelijkheid is tot begraven of cremeren? Of zijn twee grote crematoria en begraafplaatsen voldoende? Ze neigt naar het eerste. Maar in Amsterdam is er een grote druk op de gronden; die zijn duur en schaars. Er is weinig ruimte tot uitbreiding. Op het Strandeiland op IJburg is er wél plek, daar staat een nieuwe begraafplaats gepland.”

Vlaanderen: “Als de babyboomgeneratie overlijdt, komt er een korte ‘opleving’, al is dat een gek woord in dit geval. Het moet niet zo zijn dat families noodgedwongen uitwijken naar een andere begraafplaats. Wij vinden het belangrijk dat iedereen op de plek van zijn of haar voorkeur terecht kan.”

Valt er te voorspellen wat die voorkeuren zullen zijn?

Bosch: “Dat is heel lastig. Wat doet bijvoorbeeld de derde of vierde generatie immigranten? Laten ze zich in Nederland begraven, of in hun thuisland? Ook nieuw is de populariteit van natuurbegraafplaasten. Dat hadden we niet kunnen voorspellen. Mensen willen ‘weer terug naar de natuur’, en geen grafsteen of andere poeha.”

Vlaanderen: “Tegelijkertijd is er meer ruimte voor individuele expressie. Dat is begonnen met de aids-epidimie in de jaren tachtig. Die woedde voornamelijk onder homo’s. Zij dachten voor het eerst echt na over wat ze wilden na hun dood. En vonden: een plakje kleffe cake op de receptie past helemaal niet bij mij. Hetzelfde geldt voor een saaie grafsteen.”

Bosch: “Er komen ook nieuwe technieken op. Het vriesdrogen, het resomeren [waarbij het lichaam wordt opgelost in een speciale vloeistof, red.]. Dat komt uit Amerika, in Nederland kan het nog niet. Wie weet in de toekomst.”

Wat zijn in andere culturen gebruikelijke rituelen?

Bosch: “Neem bijvoorbeeld moslims. Zij zeggen: de doden hebben een eeuwig graf. Dat is in Nederland niet gangbaar, want zoveel ruimte is er niet. Graven worden na tien of twintig jaar geruimd, tenzij nabestaanden betalen. Dan blijft het graf nog weer een paar decennia bestaan. In Nederland is het bij de goedkooptste graven gangbaar dat een persoon drielaags wordt begraven. De islam schrijft voor dat er één persoon in een graf mag liggen. En ook in de richting van Mekka natuurlijk.”

Vlaanderen: “Dan is er in de islam nog het ritueel dat er de eerste weken ruimte moet zijn boven het lichaam. Zodat als de dode door de aartsengel wordt geroepen, hij rechtop kan gaan zitten. Boven die graven ligt dus een hoop zand. Chinezen hebben weer heel andere rituelen. Zij willen graag feng shui begraven worden, bijvoorbeeld. Dat heeft consequenties voor het gebruik van ruimte.”

“Het grappige is: de discussie die tijdens het leven wordt gevoerd – hoe gaan mensen uit verschillende culturen met elkaar om – speelt door in de dood. Moet alles integraal, of alles gescheiden? In andere woorden, moeten er aparte velden voor verschillende bevolkingsgroepen komen, of kan iedereen naast elkaar begraven worden? Gemeentes verschillen daarover van mening.”

Wat vindt de gemeente Amsterdam?
Vlaanderen: “Westgaarde is heel rationeel ingericht, met verschillende vlakken. De Nieuwe Ooster daarentegen is één grote begraafplaats. Dat wil de gemeente volgens mij het liefst, zo min mogelijk grenzen.”