Met de 3D-printer op zoek naar de grenzen van de kunst

De moeder kijkt vertwijfeld door de grote glazen ramen naar binnen. Walstraat 5. Dit is toch echt het adres dat op de website van het winkelgebied in het historische centrum van Arnhem staat. Het was de ideale – en goedkope – oplossing voor het verjaardagspartijtje geweest. Maar de ruimte heeft met felgekleurde spots die op podiuminstallaties zijn bevestigd meer weg van een moderne fotostudio. ‘Mamma, waar is de midgetgolf?’ vraagt een kleine meisje, terwijl haar vriendinnetjes om hen heen rennen.

Ze besluiten toch maar even een kijkje te nemen. Binnen staan in de grote ruimte acht 3D-printers te draaien. De ruimte is omgetoverd tot 3D-atelier, een initiatief van verschillende organisaties om mensen kennis te laten maken met de nieuwe productietechniek. In de ene hoek laat een meneer zijn hoofd scannen, om die vervolgens als miniatuurvariant geprint te zien worden. Uit de andere hoek komt projectleider Frans de Jong aangelopen. ‘Ik heb een idee’, zegt hij tegen de hulpeloos kijkende moeder. ‘Kom mee.’

Over de loop van de middag zijn er niet meer dan vijftien bezoekers tegelijkertijd aanwezig, maar dankzij de machines heerst er toch bedrijvigheid. In één hoek staan echter geen 3D-printers. Het enige wat hier beweegt is het licht, dat ritmisch van kleur verandert. Paspoppen laten het roerloos over zich heen glijden. Hetgeen wat hen om de nek hangt is dat wat de aandacht trekt.

Pauline van Dongen vindt haar schoenen kunst (foto: Sam de Voogt)
Pauline van Dongen vindt haar schoenen kunst (foto: Sam de Voogt)
Hier hangt, staat en ligt het beste wat 3D-printen op het gebied van fashion en design te bieden heeft. Althans, dat zegt de website. Meer dan twintig internationale kunstenaars en bedrijven hebben hun creaties afgestaan voor deze kleine expositie. Er is een 3D-geprinte bikini, in de vitrines liggen allerlei armbanden, kettingen en hippe zonnebrillen en er staan stiletto’s met centimeters lange hakken. ‘Dat paar heeft me superveel PR opgeleverd’, wijst modeontwerpster Pauline van Dongen (26) naar een zwart paar. ‘Onlangs stonden ze in New York, en in augustus gaan ze opnieuw naar Amerika.’

Geen beperkingen
Voor Van Dongen is 3D-printen de techniek van de toekomst. ‘Je hoeft je niet te laten limiteren, bijna alles is mogelijk.’ De zwarte schoenen die in het 3D-atelier staan zijn een onderdeel van haar collectie Morphogenisis, haar afstudeerproject uit 2010 aan de kunstacademie ArtEZ in Arnhem. De schoenen zijn gemaakt uit een bak met polyamidepoeder, dat met een laser laag voor laag op de juiste plekken is verwarmd tot het punt dat het poeder aan elkaar versmelt. Als het daarna verhardt, ontstaat er een plastic product. Lasersintering heet de techniek.

Van Dongen zoekt met haar ontwerpen bewust de grenzen op. ‘Ik ben continue op zoek naar vernieuwing en werk graag met nieuwe materialen.’ Zoals de jas en jurk die ze heeft gemaakt van flexibele zonnecellen. Kan je zo je telefoon opladen. En het materiaal dat de binnenkant van een autoband verstevigt, daar zag Van Dongen een jurk in.

De schoenen zijn kunst, volgens Van Dongen. ‘Techniek kan best kunst zijn. Zolang er mensen zijn bestaat er techniek, dus de scheiding niet die mensen maken tussen natuurlijke creaties en technische creaties is er volgens mij niet.’ Zelf past ze de schoenen niet. Ze heeft nogal grote voeten. De schoenen zijn maatje 39, ontworpen voor modellen. Er zijn al enkele modeshows meegelopen. Lekker zitten de schoenen niet, maar dat weerhoudt mensen er niet van het paar toch te willen kopen. Toch weigerde Van Dongen tot nu toe steeds. ‘Ik verkoop ze als kunstobject, als kledingstuk zijn ze nog niet comfortabel genoeg.’

Het verjaardagspartijtje is door projectleider De Jong naar een tafel met daarop een iPad mini geleid. Op het scherm is een groot wit vlak te zien met langs de randen kinderlijke tekeningen. ‘Als je hier met je vinger overheen gaat en je naam schrijft of een mooie tekening maakt, dan ga ik die zo voor je uitprinten’, zegt De Jong tegen een klein meisje. Ze begint met haar vinger een naam te tekenen.

Een pionier
3D-printen is niet alleen voor moderne kunstenaars. Ook in de traditionele kunstambachten is de techniek bezig met een voorzichtige opmars. Goudsmid Ger de Bruijn (57) is in zijn werkgebied een pionier. De inrichting van zijn atelier in Hulst is bijna net zo modern als het 3D-printen zelf. Strakke glazen vitrines, felle kleuren. Buiten wappert een Zeeuwse vlag. Het contrasteert als enige niet met het oude kerkplein voor de deur.

Alle ringen van Ger de Bruijn zijn op de computer ontworpen (foto: Sam de Voogt)
Alle ringen van Ger de Bruijn zijn op de computer ontworpen (foto: Sam de Voogt)
In tegenstelling tot zijn collega’s, waarvan de overgrote meerderheid nog altijd op papier getekende ontwerpt, werkt De Bruijn al vijftien jaar met 3D-modellen. Al zijn sieraden komen uit de computer. Zelf tekenen kan hij niet eens meer, schat hij in. ‘Ik zou doodongelukkig worden als ik weer zou moeten tekenen. Gelukkig is dat dankzij de computer is niet meer nodig.’

Als hij klaar is met een ontwerp begint het productieproces. Met behulp van een 3D-printer die gebruikt maakt van stereolithografie wordt het 3D-model geprint. Een bak vloeibare was wordt op de juiste plekken verwarmd door een UV-lamp, waardoor de was verhardt. Van het 3D model maakt De Bruijn een mal, waar hij vervolgens een edelmetaal in giet. Het sieraad dient vervolgens alleen nog afgewerkt te worden.

Voor De Bruijn zijn de financiële voordelen van de techniek groot. ‘Ik ben altijd op zoek naar manieren om in zo weinig tijd en zo weinig moeite een zo goed mogelijk product te maken.’ Een ingewikkelde ring, die met handwerk onmogelijk te maken zou zijn, tekent hij nu in een uur.

3D-printen kost echter wel wat. Een 3D-printer zoals De Bruijn heeft staan kost 35 duizend euro. En het aantal uren die hij in het bestuderen van de software die nodig is voor het ontwerpen van 3D-modellen heeft gestoken zijn niet meer te tellen. Het heeft er voor gezorgd dat De Bruijns klantenkring tot ver buiten Zeeland strekt. ‘Klanten weten dat ik bijna alles kan maken. Ze komen zelfs vanuit Amsterdam hiernaartoe.’

Goedkoper en gemakkelijker
3D-printen bestaat al sinds de jaren tachtig, maar alleen industriële concerns konden zich de dure techniek veroorloven om er prototypes mee te maken. Nu zijn een hoop van de patenten voor 3D printen verlopen, en zijn materialen veel goedkoper geworden. De schoenen van Van Dongen werden drie jaar geleden nog voor 800 euro geprint. Een herdruk kostte onlangs 450 euro.

Terug in Arnhem is intussen de eerste naam uit de 3D-printer komen rollen. Met behulp van een beweegbare spuitmond is een rol plastic draad verhit en op de juiste plek aangebracht. Het flinterdunne stukje plastic vormt de letters ‘Naomi’, met een hartje als puntje op de i. Het voelt aan als een dop van een flesje frisdrank. ‘Voorzichtig ermee’, roept De Jong. Het volgende meisje heeft zich dan al op de iPad gestort.

3D-printen is behalve goedkoper ook toegankelijker geworden dankzij verbeterde software. Nieuwe programma’s maken het steeds gemakkelijker om te ontwerpen. Op de computer kan iemand zonder voorkennis met een paar muisklikken al een simpele vorm neerzetten.

Het gevolg is dat het aantal ontwerpers hard aan het stijgen is. Zo ligt het aantal ontwerpers dat actief is op de website van Shapeways, de wereldmarktleider op het gebied van driedimensionale producten voor consumenten, over de tachtigduizend, en dat aantal groeit dagelijks. Op internet zijn ook duizenden 3D-modellen te vinden waarmee iedereen aan de slag kan.

Te dominant?
Binnen de kunstwereld heeft de toename van nieuwe ontwerpers en het gemak waarmee zij kunnen ontwerpen tot angst geleidt dat de kunst die ermee gemaakt kan worden zijn exclusiviteit verliest. Een andere vrees is dat 3D-printen andere technieken zal overvleugelen. Ambachtelijke kunstenaars voelen er weinig voor hun opgedane vaardigheden overboord te zetten om zich het ontwerpen van 3D-modellen eigen te maken.

In het 3D-atelier staan allerlei 3D-printproducten (foto: Sam de Voogt)
In het 3D-atelier staan allerlei 3D-printproducten (foto: Sam de Voogt)
De Bruijn doet die angsten af als onzin. ‘Door 3D-printen zijn kunstenaars juist in staat vormen te maken die ze vroeger niet konden maken. Dat verlegt weer de grenzen van de kunst.’ Van Dongen ziet 3D-printen als een aanvulling. Ze is daar zelf het levende voorbeeld van. Tekenen met 3D-software kan ze niet. Het kost teveel tijd om de techniek onder de knie te krijgen. Daarom werkt ze samen met een bedrijf die haar tekeningen op papier omzetten tot een 3D-model.

Het mag dan wel gemakkelijker geworden zijn om te ontwerpen, maar dat betekent niet dat kunst daarmee gemakkelijker te maken is, vinden Van Dongen en De Bruijn. Daarvoor is kennis nodig die lang niet iedereen heeft. ‘Het is nog steeds een kunde om het plaatje in je hoofd op papier te kunnen zetten op zo’n manier dat iemand anders het ook begrijpt. Dat geldt voor tekenen, schilderen en ook voor het ontwerpen van 3D-modellen.’, zegt De Bruijn. Volgens Van Dongen gaat onderscheidt de ware kunstenaar zich door zijn visie: ‘Kunstenaar denken verder en nemen geen genoegen met wat er bestaat. 3D-printen biedt daar hele mooi mogelijkheden toe.’

In Arnhem hebben alle meisjes na een paar uur trots hun eigen kunstwerkjes in handen. Een middagje midgetgolf is het niet geworden, maar het resultaat, 3D-geprinte namen, is er niet minder om. ‘Dit is ervaring die ze anders niet snel gehad zouden hebben’, zegt De Jong. De moeder rekent per uitgeprinte naam een paar euro af, bedankt hem nogmaals en loopt met de meisjes naar buiten. Ze worden thuisgebracht.