Beurs voor werkloze afgestudeerde

Werkloze, net afgestudeerde jongeren kunnen werkervaring opdoen tegen een kleine vergoeding; Amsterdamse werkgevers kunnen jongeren inhuren voor relatief weinig geld. Dat is het idee van de Startersbeurs, sinds maandag ook beschikbaar in de hoofdstad. “Voor jongeren is het nu razend moeilijk om een baan te krijgen. Dit is voor hen een kans om wegwijs te worden in het bedrijfsleven,” aldus wethouder Andrée van Es (Werk & Inkomen).

Voor 500 euro per maand gaat een jongere met een Startersbeurs 32 uur per week aan de slag. De gemeente betaalt de helft van het bedrag, het bedrijf de andere helft. Jongeren tussen de 18 en 26 jaar kunnen zich op een site aanmelden voor vacatures. De voorwaarden voor deelname zijn dat de kandidaat minder dan 12 uur per week werk heeft, geen onderwijs volgt dat door de overheid wordt betaald en in het bezit is van minimaal een MBO niveau 2 diploma. Als de kandidaat een uitkering heeft, moet hij deze stopzetten. Van Es: “Maar vaak hebben mensen jonger dan 27 jaar nog niet genoeg gewerkt om recht te hebben op een uitkering.”

De wethouder benadrukt dat de beurs niet hetzelfde is als een stageplek. Die wordt namelijk gestuurd vanuit een opleiding; voor de Startersbeurs kunnen jongeren vrijwillig kiezen. “Het is juist de bedoeling dat er zo min mogelijk sturing komt vanuit de overheid. Jongeren moeten zelf hun plek regelen, we willen ze inspireren en motiveren.” Wel heeft het bedrijf waar een starter aan de slag gaat de verantwoordelijkheid om de jongere te begeleiden. “De starter moet niet worden gezien als een volledige werknemer, hij is daar om te leren.”

Initiatiefnemer van de Startersbeurs is Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg. Hij legt uit dat de beurs er is om “het gat te dichten tussen leren en werken. Doorleren is niet voor iedereen weggelegd. En als afgestudeerde als afgestudeerde is het moeilijk om werk te vinden. En als je geen werkervaring hebt, is het lastig om aangenomen te worden. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel die we willen doorbreken.” Het project is geinspireerd op het Duitse model. “Daar is het heel normaal dat jongeren na hun studie eerst een leer-werkcontract aangeboden krijgen, en daarna pas een echt contract. Het land heeft ook de laagste jeugdwerkloosheidcijfers van Europa.”

Op internet is er al kritiek geuit dat de Startersbeurs een stap in de richting van de afschaffing van het minimumloon zou zijn. Wilthagen ziet het probleem niet. “Het aanbod van werk is nu beperkt, wij bieden jongeren een route om te leren en te werken”, zegt Wilthagen. De site van de Startersbeurs geeft de volgende uitleg:

“Met de Startersbeurs ga je een leerwerkovereenkomst met een bedrijf aan, dit is geen arbeidscontract dat recht geeft op minimumloon. Het doel van de Startersbeurs is ook anders; de beurs is erop gericht de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten door werkervaring op te doen en je competenties en vaardigheden (verder) te ontwikkelen. Je investeert hiermee dus in je eigen toekomst.”

Directeur subsidies Jacky Manuhutu schat dat er zo’n zevenhonderd vacatures zijn in ongeveer honderd gemeenten. De jongste deelnemende gemeenten zijn Amsterdam en Den Haag. Naast de aangeboden vacatures kunnen jongeren ook zelf een plek bedenken waar ze met een Startersbeurs heen willen. Wilthagen: “Een jongere kan ook bij een bedrijf binnenstappen en zeggen: ik heb een goede opleiding, om zo zelf een plek te creëren.” De twee vacatures die momenteel voor Amsterdamse jongeren op de site staan zijn voor een marketing medewerker bij een digitaal PR-bedrijf, en voor een medewerker bij een flexwerkplek voor ZZP’ers.

Na een week hebben twee jongeren zich aangemeld voor de beurs in Amsterdam. Vorig jaar april werd de Startersbeurs voor het eerst in Nederland geïntroduceerd, in de gemeente Tilburg. Van de jongeren die toen begonnen, heeft nu ongeveer de helft een baan, geeft Wilthagen aan. In totaal hebben al veertig jongeren de beurs afgerond. “Het is de bedoeling dat de beurs doorgroeit naar de helft van alle gemeenten”.