PROVO Schimmelpennink gaat alsnog voor Witte Fietsenplan

Luud Schimmelpennink

Luud Schimmelpennink is niet weg te slaan uit de Amsterdamse politiek. Met zijn 77 lentes werd de PROVO-pionier deze week verkozen tot fractievoorzitter van ouderenpartij OPA (Ouderen Politiek Actief). Als PROVO streed hij in de jaren zestig tegen de oude garde van toen. Met de oude garde van nu wil hij alsnog het Witte Fietsenplan invoeren.

Raadsleden wandelen in het ochtendgloren rustig het stadhuis aan het Waterlooplein binnen. De zon schittert op de Amstel. Meeuwen zweven over de Blauwbrug. “Goeiemorgen jongeman!”, roept Schimmelpennink vrolijk. We gaan naar binnen. Het is bomvol in de lift. Schimmelpennink is in zijn dagelijkse kloffie een bijzondere verschijning tussen zijn in pak gestoken collega’s. “Gefeliciteerd Luud, met je nieuwe loopbaan”, zegt een collega met scheiding en ronde bril. “Verder vind ik natuurlijk wel dat je onzin uitkraamt”, zegt hij lachend. Wie dat was? “Oh, dat is een VVD-wethouder, dat ben ik wel gewend, hoor”, zegt hij als hij na wat graaien de juiste sleutel van zijn kantoordeur uit zijn broekzak vist.

U schopte in de jaren zestig als geen ander tegen de oude garde aan. Wat doet een revolutionair tussen de oudjes?
“Nou, over die oudjes zul je je verbazen”, zegt hij grinnikend. “Als je tegenwoordig naar de verschillende leeftijdsgroepen kijkt, hebben jongeren en ouderen meer progressieve ideeën dan de middengroep van tussen de dertig en zestig, die zijn over het algemeen veel conservatiever. Jongeren hebben Sturm und Drang. Bij ouderen zie je dat ook steeds vaker: zij krijgen tijdens hun pensioen weer jeugdig idealisme.”

Hoe bent u bij OPA terecht gekomen?
“Toen ik in september de PvdA-fractie uit werd gezet zat ik als eenmansfractie ‘De Witte Stad’ in de raad, daar wilde ik mee verder. Maar toen werd ik benaderd door OPA om fractievoorzitter te worden. Ik dacht: ach, daar heb ik niks te zoeken. Maar toen ben ik toch met ze gaan praten. En dat was hartstikke interessant! Het waren helemaal geen verstokte mensen. Als voorwaarde heb ik gesteld dat mijn programma door OPA werd overgenomen. Daarnaast heeft OPA onder ouderen een groot kiezerspotentieel. Met De Witte Stad had het er om gespannen of ik weer in de gemeenteraad zou komen.”

Is OPA dan niet gewoon een tactische schuilnaam voor uw eigen partij?
“Nee, zo zie ik het niet. Het programma van OPA is aangevuld met mijn programma. Zoals het Witte Fietsenplan. Overal in de stad moeten witte fietsen worden verspreid die bij verschillende depots opgehaald en teruggebracht kunnen worden.”

Het Witte Fietsenplan van PROVO uit de jaren zestig…
“Als inspiratiebron, jazeker!”, zegt Schimmelpennink trots. “Maar we gaan nog een stap verder. Op een bepaald moment willen we geen uitlaatgassen meer in de stad hebben. En dat kunnen we bereiken, hoor. In Amsterdam hebben we ook in korte tijd bereikt dat er bijna nergens meer binnen gerookt wordt. In de stad leven we korter omdat er teveel rotzooi als fijnstof in de lucht zit. Als we auto’s weren kunnen we de lucht drastisch verbeteren. Er moet een witkar komen, een elektrisch autootje. Forenzen parkeren hun benzineauto’s in transferia rondom de stad. Vervolgens gaan ze in de witkar verder de stad in.”

Zit de achterban van OPA wel te wachten op dit soort progressieve idealen?
“Ja, wat ik zei, ik denk dat ouderen bereid zijn om naar dit soort ideeën te luisteren. Daarnaast zijn ouderen van tegenwoordig ook voor een niet onbelangrijk deel de oude PROVO’s en kabouters van de jaren zestig. Daarnaast is het doel van OPA ook helemaal niet om alleen dingen voor de ouderen te bereiken, we willen de ouderen meer betrekken bij progressieve ideeën.”

Gaat u nu als ‘Opa’ voor een revolutie zorgen?
“Nou, ik sluit dat niet uit. De PvdA of D66 gaat de verkiezingen winnen. Zij hebben een derde partij nodig om te regeren. Met ons zou dat kunnen, want onze programma’s hebben raakvlakken. In de jaren zestig zeiden bestuurders over het Witte Fietsenplan tegen ons: ‘Ach, die fiets jongens. Dat hoort bij de hongerwinter. De toekomst is de auto.’ Stel je voor, dat ik als OPA vijftig jaar later zelf in het bestuur zit en het Witte Fietsenplan er alsnog doorheen krijg!”, zegt hij schaterlachend.