“We geven hier om elkaar”

De Siermarkt in Amsterdam Slotervaart is in de race voor de titel Beste Markt van Nederland. Markten met minder dan dertig kramen mogen meedoen. De markt aan het Sierplein neemt het op tegen twee andere markten: Olst en Wijchen.

Er klinkt een luidkeels “Goeiemorregeuh!” op de Siermarkt. Bezoekers kijken op. Het is mevrouw Jonker, een oudere vrouw met een half gestreept, half gestippeld petje. Ze komt hier elke week, zo’n twee uur lang. Ze trotseert er regen, hagel en wind voor, maar geen sneeuw. “Daar kan mijn scootmobiel niet doorheen”.

Aan het mandje van haar wagen hangen kettingen van nepbloemen. “Hoe is ‘t, Pieter?”, vraagt ze aan de koopman van de hobbykraam. “We geven hier om elkaar”, zegt ze even later. “Toen ik hoorde dat de vader van de aardappelboer was geopereerd, heb ik geregeld dat er een kaart kwam namens alle kooplui en mij.” Dat haar markt in de running is voor ‘Beste Markt van Nederland’ vindt ze geweldig.

De Siermarkt. (Foto: Leon van Wijk)
De Siermarkt. (Foto: Leon van Wijk)
Niet ver van de hobbykraam verkoopt Djamilla kousen. De blondine van in de dertig draagt een pantersjaaltje. De markt bestaat sinds 2010, Djamilla is sinds er twee jaar bij. “Ik sta ook op andere markten”, zegt ze. “Daar staan bijvoorbeeld twee visboeren en drie snoepkramen. Hier staat van alles één. Meer staat de organisatie niet toe, want zo is er geen onderlinge concurrentie.”

De concurrentievrije markt is een initiatief van de Centrale Vereniging Ambulante Handel (CVAH).
De kramenverzameling is de eerste in Nederland waarvan de marktverkopers zelf het bestuur vormen. De Siermarkt is deel van het project ‘De markt heeft toekomst’ van de CVAH.

Pieter van de hobbykraam is bestuurslid: “De verkopers kennen elkaar en hun klanten”, zegt de Gorinchemse dertiger met bruin haar terwijl hij een ansichtkaart verkoopt. Grijnzend: “Vanavond gaan we met een clubje kooplui naar Ajax-Feyenoord.”

De blonde verkoopster van de aardappelhandel verderop toont een klant trots het scherm van haar iPhone. Een vriendin had haar een persbericht gestuurd over de nominatie voor Beste Markt van Nederland. “Leuk hè? Kan ik u verblijden met een beetje zuurkool vandaag?”

Marktmanager Joop van Leeuwen loopt langs en begroet de verkoopster lachend. Over de kansen van de markt om de titel te behalen wil hij liever niets zeggen, behalve dat hij “positief blijft”. Hij zegt niet meer omdat de markt dankzij steun van de CVAH tot stand is gekomen, terwijl dezelfde organisatie nu de Beste Markt-wedstrijd organiseert. De nominatie is wellicht preken voor eigen parochie.

“Het gaat goed met de markt”, zegt Van Leeuwen. Onderzoek van I&O Research uit 2012 laat zien dat driekwart van de bezoekers de markt elke week bezoekt. In 2010 gaven bezoekers de markt een rapportcijfer 8 en twee jaar later een 8,4 als het gaat om bijvoorbeeld hygiëne en klantvriendelijkheid. “Op andere markten en in winkels word je lang niet zo vriendelijk behandeld als hier”, zegt Anneke, een oudere bezoekster met grijsbruin haar en een smal brilletje. “De andere markten in Amsterdam vind ik geen bal aan; als het even kan, kom ik hier.”

Vrijwel alle kooplui zeggen dat hun omzet de afgelopen jaren minimaal gelijk is gebleven. Hoewel de foodkramen (gemiddelde dagomzet 1.690 euro) beter lopen dan de non-foodkramen (750 euro), is bloemist Tom tevreden. “In januari verkoop ik altijd wat minder, maar over de lente en de zomer heb ik niets te klagen”, zegt de koopman in zijn knaloranje jas met bontkraag.

De boodschappentas van mevrouw Jonker is inmiddels vol. “Hier kan ik een hele week mee vooruit. Ik word hier geaccepteerd zoals ik ben. Woensdag is mijn dag, dit is mijn uitje. Ik heb een lieve man en zoon, maar die mogen niet mee. Ik geniet, mijn batterij laadt weer helemaal op.” Ze vouwt haar handen en begint te duimen. “Mijn zegen hebben ze, ze zijn de beste.”