Extra bevoegdheden verpleegkundigen door wetswijziging

Een diabetespatiënt kan vanaf 1 februari 2014 voor medicijnen terecht bij de diabetesverpleegkundige in plaats van bij de arts. Dat wordt vastgelegd in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Ook longverpleegkundigen mogen vanaf deze datum medicijnen voorschrijven.

Long- en diabetesverpleegkundigen zijn gespecialiseerde verpleegkundigen met een eenjarige vakgerichte vervolgopleiding. Ze werkten tot nu toe altijd officieel onder verantwoordelijkheid van een arts. Toch gedogen artsen al langer het zelfstandig voorschrijven door deze zorgverleners.

Vanaf februari dit jaar mogen de verpleegkundigen, na het volgen van een module over medicijnen, ook officieel geneesmiddelen binnen hun vakgebied voorschrijven. Zo kan een diabetesverpleegkundige medicijnen voorschrijven die de bloedsuiker kunnen verhogen of verlagen. Een longverpleegkundige wordt bevoegd om een recept voor inhalatiemedicijnen uit te schrijven. Vanaf 1 september volgen ook de oncologieverpleegkundigen. De arts blijft verantwoordelijk voor het stellen van de diagnose.

NIVEL, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, bestudeerde het voorschrijfgedrag van verpleegkundigen in verschillende landen en concludeerde dat het vergelijkbaar is met dat van artsen. “Ook de uitkomsten voor de gezondheid van de patiënt, zoals bloeddruk en cholesterol, zijn vergelijkbaar tussen verpleegkundigen en artsen. Dit betekent dat de veiligheid van patiënten niet geschaad wordt”, zegt NIVEL-programmaleider prof. Anneke Francke.

Experiment
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) probeert al langer taken van artsen over te dragen aan goedkoper en lager opgeleid personeel. Sinds 1 januari 2012 is er in de Wet BIG een experimenteerartikel opgenomen dat twee beroepsgroepen extra bevoegdheden geeft, zoals het voorschrijven van medicijnen en het stellen van diagnoses. Het gaat hierbij om de Verpleegkundig Specialist, een verpleegkundige met een tweejarige aanvullende opleiding, en de Physician Assistant, iemand met een hbo-opleiding in de gezondheidszorg en een vervolgopleiding van 2,5 jaar. Dit experiment duurt vijf jaar. Na deze periode wordt besloten of de afspraken uit het experimenteerartikel definitief in de wet worden vastgelegd.

Veranderingen
Toenmalig minister van VWS Ab Klink wees in 2009 de Tweede Kamer op het belang van de herverdeling van zorgtaken. Volgens hem was de capaciteit van de zorg onvoldoende om aan de toenemende zorgvraag te voldoen. Ook zou de zorg er efficiënter en goedkoper van worden. “Het is de taak van de minister om de zorgkosten terug te dringen. Deze veranderingen dragen daaraan bij. Een verpleegkundige is natuurlijk goedkoper dan een specialist”, zegt Rob Sebes, woordvoerder van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP).

De overname van zorgtaken heeft ook voordelen voor artsen en patiënten, zo meldt de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) op haar website. De arts zou meer tijd hebben voor de specialistische zorg en meer aandacht kunnen besteden aan de patiënt. Ook Monique Roedoe, woordvoerster van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) ziet de voordelen: “De opleiding en benadering van een verpleegkundige is anders dan van een arts. En een verpleegkundige kan zo op een groot terrein worden ingezet.”

BIG-register
In het BIG-register, het register dat duidelijkheid geeft over bevoegdheden van zorgverleners, is vastgelegd of een zorgverlener medicijnen mag voorschrijven. De Physician Assistants zijn niet in het register opgenomen, omdat het volgens minister Schippers (VWS) moeilijk zou zijn om deze nieuwe beroepsgroep na het experiment van vijf jaar eventueel weer uit te schrijven. “De controle op het voorschrijven van de Physician Assistants werkt in de praktijk naar behoren. Vaak werken ze in ziekenhuizen en daar zijn intern goede afspraken gemaakt”, aldus Sebes van de KNMP.

De verpleegkundigen, en dus ook de Verpleegkundig Specialisten, staan wel in het BIG-register vermeld. Vanaf 1 februari kunnen long- en diabetesverpleegkundigen hun specialisme en eventuele voorschrijfbevoegheid vast laten leggen in het register. “Wij adviseren apothekers om geen medicijnen af te leveren als deze voorschrijfbevoegdheid niet in het BIG-register staat. Dan is immers niet duidelijk of de apotheker te maken heeft met een bevoegd voorschrijver”, zegt Sebes.

De long- en diabetsverpleegkundigen dienen er zelf voor te zorgen dat de aanvullende informatie in het register wordt vastgelegd. Vanaf dat moment kunnen ze onder eigen verantwoordelijkheid een recept uitschrijven.