Dikke mensen passen maar net

NAP Nieuws bezoekt iedere editie een bijzondere plek of een speciaal persoon in Amsterdam. Altijd een overtreffende trap; de grootste, oudste, duurste … van onze hoofdstad. Deze week: het smalste restaurant van Amsterdam.

Terug in de tijd: Roberto Ploeg (55) en Yvonne Wolterbeek (54) zijn druk bezig in de keuken van Restaurant de Groene Lanteerne aan de Haarlemmerstraat. Dat gebeurt vaker, maar toch is vanavond anders. Roberto kookt. Alleen voor de vier mensen aan de tafel links achterin, naast de gaskachel.

De twee mannen aan de tafel bij de deur eten niets. Yvonne doet de bediening. En soms tussendoor wat administratie. Maar dat laatste laat ze vanavond even zitten. Haar bureau staat namelijk tegenover een tafel waar hoog publiek zit: prins Willem-Alexander en prinses Maxima, toen nog geen koning en koningin. Het echtpaar zit met twee bekenden te eten.

Restaurant De Groene Lanteerne. (Foto: Marieke ten Katen)
Restaurant De Groene Lanteerne. Op de bovenste verdieping wonen Roberto en Yvonne. (Foto: Marieke ten Katen)
“Ze zijn hier twee keer geweest. Jaren geleden, voordat ze kinderen hadden”, vertelt Yvonne aan dezelfde tafel over het koninklijk bezoek. “De eerste keer belde een secretaresse om twee tafels te reserveren. De tafel achterin en een tafel apart, bij de deur. Die laatste is wat koud, zei ik nog. Maar dat maakte niet uit.”

De Groene Lanteerne is het smalste restaurant van Amsterdam. Aan de voorkant is het 128 centimeter breed, net iets breder dan de groene voordeur. De beide muren van het pand uit 1602 lopen schuin naar achteren, naar de keuken waar de breedte maximaal zes meter is. Het twee verdiepingen tellende restaurant biedt ruimte aan maximaal veertig mensen.

Roberto en Yvonne zijn sinds 1992 eigenaar van het pand aan de Haarlemmerstraat 43. Op het menu staat onder andere kreeft, wild en ‘echte vissen uit de zee’. Roberto bereidt de gerechten op Franse wijze. Het stel is gespecialiseerd in wijnen. De duurste wijn die ze hebben staan, kost vijftienduizend euro per fles.

“We hebben veel vaste klanten. Vaak buitenlanders. Expats, ambassadeurs of bankiers bijvoorbeeld. Maar ook wel eens een vrijgezellendiner of een private dinner, zoals met de koninklijke familie”, zegt Roberto. Direct rechts naast de ingang leidt een klein trappetje de kelder in. Tegen de muren van de kelder staan rekken met flessen wijn. In het midden stapels kartonnen dozen, ook met wijn.

Maar ze hebben nog een grotere voorraad, in een ander pand in Hollandsche Rading. Helemaal rechts achter in de kelder staat een bak met kreeften en oesters. Er drijft een kreeftenpoot los. Yvonne: “Oh, soms zit er een agressieve kreeft tussen, die valt de anderen aan. Maar even op zoek zo, want ze moeten elkaar niet gaan opeten. Dat is me wat te duur.”

“Onze openingstijden zijn flexibel. Alles is te bespreken, zeker als mensen hier vaker zijn geweest”, zegt Yvonne. “Klanten zeggen dat het hier voelt als een huiskamer. Dan vergeten ze bijvoorbeeld een handtas. Dat gebeurt in de grote restaurants niet zo snel.”

“Deze tafels heeft Roberto zelf gemaakt.” Ze wijst naar twee tafels die wat scheef zijn, zodat ze in de ruimte passen. Ook de de enige plek voor het raam, op de eerste verdieping, is wat krap. “Een keer hebben zes iets te dikke mensen voor het raam gezeten. Het paste eigenlijk niet, maar ze wilden voor het raam. Ik probeer altijd op een aardig manier uit te leggen dat er op een aantal plekken beter slanke mensen kunnen zitten.”