“Wil je net zo eindigen als Tupac? Die is al jaren dood!”

Als Marokkaans jongetje van vijftien werd Hicham op straat in Amsterdam-West geronseld door drugscriminelen. Als bendelid ronselde hij daarna zelf jongeren. Hij heeft advies voor Marokkaanse ouders: “Geef je kinderen liefde, anders eindigen ze zoals ik”

Hij zit nog onder de schotwonden. Doktoren durven een kogel in zijn ruggenwervel niet te verwijderen, omdat hij dan risico loopt verlamd te raken. Hicham is nu 33 en net 2.5 jaar vrij. Hij zat tien jaar in de cel voor medeplichtigheid aan moord “Ik ben nog altijd paranoia, man”, zegt hij terwijl hij schichtig uit het raam kijkt. Hij wijst naar een blond meisje in het café dat bladmuziek bestudeert. “Wie zegt dat zij niet van de politie is? Wat doet zij hier in haar eentje?”. Tegenwoordig woont Hicham in Alphen aan den Rijn, om zijn Amsterdamse verleden achter zich te laten. Nadat hij het hele Alphense café nog eens geïnspecteerd heeft haalt hij diep adem. Dan begint hij te praten.

Hoe werd jij geronseld?
“Ik had een kut jeugd, ik zwierf over straat en verbleef in internaten. Mijn ouders verwaarloosden mij. Ik was alleen bezig met overleven. Oudere jongens in Bos en Lommer tegen wie ik opkeek zeiden dat ik snel geld kon verdienen. Ik moest de meest vreselijke dingen doen. Mensen in elkaar slaan, inbreken. Doordat ik van mijn ouders nooit liefde heb gekregen was ik gevoelloos. Ik deed het gewoon. Maar ik had wel geld, weet je. Ik werd opgenomen in de bende. Voor het eerst voelde het alsof ik familie had die mij liefde gaf. Dat krijg je niet zo snel in een Marokkaans gezin.”

Hoezo krijg je dat niet in een Marokkaans gezin?
“Nou, de Marokkaanse cultuur is hard, man. In een Marokkaans gezin kun je niet zeggen: ‘Mam, ik ben verdrietig’, of: ‘Pap, ik heb een vriendin’. Dat zit niet in de cultuur. Marokkaanse ouders denken dat het allemaal wel goed komt met hun kinderen. Op jonge leeftijd worden zij gevoelloos en zo makkelijk te ronselen door zware criminelen.”

En toen begon jij met ronselen..
“Ja. We reden gewoon rond door Amsterdam-West, Bos en Lommerplein, dat soort plekken. Dan screenden we de jongens, hoe jonger hoe beter, want als je jong bent ben je minder bang en leer je sneller. Jongens die stonden te roken en niks aan het doen waren, daar gingen we op af. Dan vroeg ik: ‘Heb je geld nodig?’ Dan zeiden ze van: ‘Ja, ik ben gestopt met school’, of: ‘Ik heb geen werk.’ Dan gaven we ze geld.”

Jullie gaven ze gewoon geld?
“Ja, man. Gewoon 250 gulden, of zo, dat was niets voor ons. Dan kwamen we een paar dagen later terug, stonden ze weer op het plein te roken. Dan zei ik: ‘Dat was lekker he, dat geld?’ Dan zeiden ze: ’Ja ik heb er nikeys van gekocht!’. Dan vroeg ik of ze dat iedere dag wilden. Sommigen knikten dan meteen ja. Die jochies zijn compleet verveeld. Dan zei ik: ‘Zie je die man daar lopen? Sla hem verrot’. Dan deden ze dat en kregen ze weer geld. Langzamerhand rolden ze dan onze groep in. Je moet je realiseren, als gangster verdien je bakken met geld. Er waren dagen dat ik met m’n maten met sporttassen met 30 ruggen ging shoppen op de PC Hooftstraat.”

Als jij nu hangjongeren ziet in Amsterdam West, wat gaat er dan door je heen?
“Ik weet precies wie crimineel is en wie niet. De criminelen kijken om zich heen, zijn op hun hoede. Ze zien alles. Ik spreek ze aan hoor, altijd. Dan luisteren ze naar gangsterrap, van Tupac, of zo. Dan zeg ik: ‘Waarom luister je daarnaar?’. ‘Ja, gewoon gangster’, zeggen ze dan. Dan zeg ik: ‘Wil je eindigen net als hij? Tupac was een gangster en is al jaren dood!’

Hoe houd je deze jongeren uit de criminaliteit?
“Instanties kunnen proberen wat ze willen, het gaat om de opvoeding. Eigenlijk zouden we tegen Marokkaanse ouders moeten zeggen: ‘Luister, in Nederland gelden andere normen en waarden’. Ze moeten hun kinderen leren dat het okay is om verdrietig te zijn, dat het okay is om homo te zijn. Ze zouden ex-criminelen zoals mij naar die ouders moeten sturen. Ik zou zeggen: ‘Geef je kind liefde en warmte, anders eindigt-ie net als ik: crimineel, in de bajes en een jeugd vol pijn en verdriet’”

Hicham heeft in de cel een banketbakkersopleiding gevolgd en wil bakker worden. Hij is vastbesloten om zijn leven opnieuw op te bouwen en droomt ervan een gezin te stichten.