Stilte voor de storm in de Spuistraat

De gekraakte Tabakspanden in de Spuistraat wachten in spanning op de deurwaarder. Woningcorporatie De Key, eigenaar van de panden, zegt zo snel mogelijk met slopen en renoveren te willen beginnen. Wanneer de ontruiming plaats zal vinden is nog de vraag, “maar dat het rellen wordt, is zeker.”

Het Slangenpand (Foto: Doortje Smithuijsen)
Het Slangenpand (Foto: Doortje Smithuijsen)
Mark Bakker (42) woont al elf jaar in het Slangenpand aan de Spuistraat. Elektrische kachels verwarmen zijn kamer op de tweede verdieping aan de tuinkant. Voor het raam hangen gordijnen met jaren 70-print, op de grond staan grote planten. Zijn vriendin zet yogithee in het keukentje.

Het Slangenpand – gekraakt sinds 1983 – is samen met de andere zogeheten Tabakspanden aan de Spuistraat in 2008 aangekocht door woningcorporatie De Key. “Toen we hoorden dat de Key de nieuwe eigenaar was, waren we hartstikke blij”, zegt Bakker. “Daarvoor waren het altijd louche makelaars. De Key is een sociale woningcorporatie, helemaal besteed aan ‘ons soort mensen’”.

Na de overname zochten de bewoners van het Slangenpand contact met De Key. Ze wilden een legaal huurcontract, zodat ze in het pand konden blijven wonen. Vanwege de sloop- en renovatieplannen voor de Tabakspanden, kon De Key alleen een antikraakcontract aanbieden. “En dat is natuurlijk wel een beetje raar,” zegt Bakker, “krakers een antikraakcontract aanbieden.” Een officiële overeenkomst kwam niet tot stand en bewoners bleven als krakers in het Slangenpand wonen.

Al vier jaar haast
Al bij de overname in 2008 had De Key het plan om de Tabakspanden te renoveren. Een woordvoerder van De Key laat weten dat de woningcorporatie dit proces inmiddels “zo snel mogelijk” in gang wil zetten. Volgens haar is de juridische procedure rond de panden inmiddels afgerond en is ontruimen van de kraakpanden de volgende stap. Bakker moet het nog zien. “De Key zegt al vier jaar dat ze haast hebben.”

Ook de gemeente blijft vaag over een concrete datum voor de ontruiming. “Het precieze moment van de ontruiming is nu nog onduidelijk”, zegt de woordvoerder van de burgemeester. “Maar als die wel vaststaat is het niet ondenkbaar dat we daar met alle betrokken partijen openlijk over zullen communiceren.”

Volgens Bakker is er bij het Slangenpand nog geen ontruimingsbevel op de mat gevallen. “En bovendien, mocht dat wel komen, hebben we nog vier weken om het bevel eventueel aan te vechten. Dat is altijd zo.” De woordvoerder van de Key denkt daar anders over. “De bewoners van het Slangenpand hebben geen afspraken met ons, en wij hebben geen afspraken met hen. Aan een ontruimingsbevel zit in hun geval geen termijn verbonden.”

Voordeur Slangenpand (Foto: Doortje Smithuijsen)
Voordeur Slangenpand (Foto: Doortje Smithuijsen)

Unique sellingpoint
Bakker noemt het Slangenpand een deel cultureel erfgoed. “Vanaf de jaren 70 komen hier creatievelingen en vrijdenkers samen.” Volgens Bakker profileert de stad zich nog altijd als vrijzinnig en creatief. “Maar ondertussen verkoopt ze wel haar unique sellingpoint.”

De Key krijgt subsidie van de gemeente om het karakter van culturele broedplaats van de Tabakspanden in stand te houden. Negen ton wordt uitgetrokken voor de bouw van een aantal atelierwoningen. “Terwijl wij hier al negen woonwerkruimtes hebben en een openbare galerie.” Voor Bakker is de logica ver te zoeken.

Het kapitaal
Natuurlijk is het voor de krakers ook een erekwestie om zich niet gewonnen te geven aan een woningcorporatie als De Key. Bakker: “Wij kraken eigenlijk al op een brave manier. We proberen in contact te komen eigenaar van ons pand en bieden een creatieve ruimte aan de buurt.”

Niet zelden worden de bewoners van het Slangenpand door andere krakers met de nek aangekeken. “Zij vinden ons niet hardcore”, zegt Bakker. “Zij vinden dat je niet hoort te praten met het kapitaal.” Bakker noemt die houding naïef: “Beter proberen er iets van te maken, dan niets doen en zeiken achteraf.”

Maar het brave imago zal tijdens de ontruiming waarschijnlijk geen standhouden. “Dat wordt wel rellen hoor, zo veel is zeker.”