Studentenbouw: “Beter dan bij de corporaties”

Vastgoedontwikkelaar Johan Verweij denkt het “beter te kunnen dan de woningcorporaties”: de bouw en het beheer van een studentencomplex. Met zijn initiatief Student Experience is hij een van de acht commerciële partijen in Amsterdam die bouwt voor studenten.

De Zuidas foto: D.M.Langereis
De Zuidas foto: D.M.Langereis
In maart opent Johan Verweij (40), vasgoedontwikkelaar bij Verweij Mungra Vastgoed, de deuren van 800 studentenwoningen op de Zuidas. En hij bouwt verder: vorige week sloeg wethouder Laurens Ivens (SP, bouwen en wonen) de eerste paal in de grond van een studentenwoningcomplex op de Joan Muyskensweg in Oost. Ook voor Noord liggen plannen op tafel. In totaal wil het vastgoedbedrijf de komende twee jaar 1700 studentenwoningen opleveren.

Eind januari besloot de Amsterdamse gemeenteraad de bouw van duizenden studentenkamers aan te moedigen. Volgens de gemeente kan het streven van 8000 nieuwe woningen in 2018 alleen worden gerealiseerd als, naast woningcorporaties DUWO en De Key, ook private investeerders “tot bouwen worden verleid”. Met het initiatief Student Experience is Verweij Mungra Vastgoed een van de acht commerciële partijen in Amsterdam die zich bezighoudt met huisvestingsprojecten voor studenten.

Heeft de gemeente u inderdaad tot het bouwen van studentenkamers verleid?
Verweij: “Het besluit van de gemeente om studentenbouw aan te moedigen is een duwtje in de rug geweest, maar we handelen op eigen initiatief.”

Waarom bent u overgegaan op studentenbouw?
“Simpel: de vraag is groot. En een doorsnee appartementencomplex bouwen voor een paar gezinnen kan iedereen. Dit is toch veel leuker?”

Woningnood kenmerkt Amsterdam. Is het niet aantrekkelijker om te bouwen voor een doelgroep met een groter budget?
“Als studentenbouw financieel niet aantrekkelijk was, waren we nooit aan dit project begonnen. We werken efficiënt: we zijn met een team van maar zeven man, we bezitten geen duur kantoor. Ons beheer kost de helft van wat normale ontwikkelaars kwijt zijn. De winstmarge per studentenkamer is klein, maar het rendement zit in het aantal: de 1700 woningen.”

Het streven van de gemeente is dat 60 procent van de nieuwe studentenwoningen een huurprijs onder de toeslaggrens voor 23-jarigen krijgt – nu 389 euro. Leveren jullie kamers voor dat geld?
“Een studentenkamer op de Zuidas kost 495 euro per maand. De woningen daar zijn tijdelijk. De permanente woningen die we in de toekomst gaan bouwen willen we wel voor een bedrag onder die toeslaggrens proberen aan te bieden.”

Zijn er afspraken met de gemeente over de huurprijs?
“De gemeente kan niks afdwingen. Ik werk graag mee aan de ambitie om betaalbaar voor studenten te bouwen, maar al die nieuwe regeltjes maken het moeilijk. Eerst werd de verhuurdersheffing ingevoerd. Nu heeft minister Blok aangekondigd de huurprijzen misschien te willen bevriezen. Dat brengt onrust op de vastgoedmarkt. Investeerders zijn op deze manier eerder geneigd zich te richten op projecten met hoge winstmarges, niet op studentenkamers van 400 euro.”

Veel commerciële investeerders in studentenbouw werken samen met een woningcorporatie. Waarom jullie niet?
“We zijn eigenwijs. Ik denk dat wij het beter kunnen dan de corporaties. We bieden meer service, bij ons is de student niet alleen een nummer. Met alle studenten die volgende maand naar de Zuidas verhuizen hebben we een persoonlijke kennismaking gehad. We wilden weten: klikt het? Vandaar ook de naam Student Experience. We bieden een ervaring, niet alleen een woning.”

Een ervaring?
“We willen bijdragen aan de bredere ontwikkeling van studenten. Ik ben nu in gesprek met uitzendbureaus. Studenten moeten via ons een bijbaan of een stage in de buurt van het complex kunnen vinden. En stel: je komt vers uit Groningen. Dan zorgen wij dat je meteen in contact komt met een huisarts.”

Waarom al deze moeite? De vraag naar kamers is groot – de gemiddelde student bevindt zich niet in de luxepositie veeleisend te zijn.
“Ik ben pas 40, hè. Dus ik probeer vooruit te kijken. Met de Student Experience hoop ik een voorsprong te houden op andere kameraanbieders. Natuurlijk, nu is de behoefte zo groot dat studenten bereid zijn in een container te gaan wonen. Maar de gemeente is een inhaalslag aan het maken. Stel dat er over twintig jaar voor elke vijf studenten zes kamers zijn. Dan willen wij niet die zesde kamer zijn.”