Jihad-verdachte wilde afkicken in Syrië

lady-justice-677945_960_720

Alaa-Eddine B. was in april samen met zijn broer onderweg naar Syrië. Naar eigen zeggen reisde hij met hem mee om in Syrië af te kicken van zijn drugsverslaving. Het openbaar ministerie maakt op de pro-formazitting duidelijk niet overtuigd te zijn van dit verhaal.

AMSTERDAM Alaa-Eddine B. (26) wilde naar Syrië om af te kicken van zijn cocaïneverslaving, zegt zijn advocaat Seebregts maandagochtend tijdens de tweede pro-formazitting in de Amsterdamse rechtbank. “Niets uit het dossier wijst erop dat mijn cliënt daar wilde gaan strijden. Dat we dat moeten bewijzen, is de wereld op zijn kop.” B. werd samen met zijn broer Walid (24) in april gearresteerd in Turkije.

Nu zitten de Amsterdamse broers in de rechtszaal aan beide zijden van het gangpad, elk met een eigen advocaat achter zich. Acht maanden zagen ze elkaar niet. Alaa-Eddine zat in die tijd op de terroristische afdeling van De Schie in Rotterdam. Hij staart naar de officier van justitie die zojuist opnieuw heeft verteld dat hij en zijn broer ervan worden verdacht zich te willen aansluiten bij Islamitische Staat (IS) in Syrië, in navolging van de circa tweehonderddertig Nederlanders die zich eerder bij IS voegden.

Geen luxe spa
“De reis was een ondoordachte oplossing om van zijn problemen af te komen. Nadat mijn cliënt in 2010 is ontvoerd, raakte hij verslaafd aan drank en cocaïne. Tot op de dag van zijn arrestatie in Turkije gebruikte hij drie – en soms zelfs zes – gram cocaïne per dag.” Alaa-Eddine luistert zonder te bewegen naar de stem van zijn advocaat die zijn verhaal vertelt.

Toen Walid kwam met een plan om in Syrië humanitaire hulp te gaan bieden, was dit voor Alaa-Eddine een mogelijkheid om van zijn verslaving af te komen. “Het is niet zo dat mijn cliënt verwachtte dat hij kon afkicken in een luxe spa in Syrië, hij had simpelweg bedacht dat er in IS-gebied geen drugs voor handen is”, legt Seebregts maandagmiddag uit over de telefoon.

Een mooie bijkomstigheid van de reis was dat Alaa-Eddine gelijk van zijn schuldeisers af zou zijn. “In Nederland heeft mijn cliënt nog een studieschuld, abonnementsschulden en opstaande ziektekostenrekeningen. Hij werkte wel, maar gokte ook regelmatig.” Dus vertrokken de broers in april vorig jaar naar Turkije zonder te weten hoe ze in Syrië konden komen. De contacten die daarvoor nodig zijn, zouden ze wel in Turkije leggen, verklaarden de broers tijdens de vorige zitting.

OM niet overtuigd
Terwijl Alaa-Eddine nog steeds stoïcijns voor zich uitkijkt, herhaalt de officier van justitie wat ze in augustus ook al zei: ze gelooft niet in het verhaal van de broers. Toen wees ze op de gedownloade jihadistische tijdschriften en boeken en op onderschepte chats waaruit volgens justitie blijkt dat ze contact hebben gehad met een prominent lid van IS. Seebregts komt daar in deze zitting op terug: “het is verstandig om onderzoek te doen naar IS als je naar dat gebied gaat, ook als je niets met IS te maken wilt hebben.”

Vervolgens pleit Seebregts ervoor dat Alaa-Eddine met een enkelband bij zijn moeder de inhoudelijke zitting op 31 maart mag afwachten. “Daar heeft iedereen belang bij. Volgens de reclassering is mijn cliënt ontvankelijk voor begeleiding en hij kan dan ook beginnen met afkicken.”

De rechters van de meervoudige kamer lijken niet onder de indruk: “wij verkiezen de maatschappelijke belangen boven de persoonlijke belangen van de verdachten. De media-aandacht die mogelijk volgt op een enkelbandregeling zou veel onrust in de maatschappij zorgen.” Na deze woorden loopt Alaa-Eddine volgzaam mee met de parketwacht. Ook de komende twee en een halve maand zal hij kunnen afkicken in de terroristische afdeling van De Schie.