"Als je door de Coens wordt uitgenodigd, dan weet je dat je in een goede film staat"

De Coen Brothers. Foto: George Biard, Wikimedia Commons
De Coen Brothers. Foto: George Biard, Wikimedia Commons
Met Hail Cesar! is er vanaf 18 februari weer een nieuwe film van de “Coen brothers” in de Amsterdamse bioscopen te zien. Wat maakt de films van deze Amerikaanse broers zo bijzonder?

AMSTERDAM – Het is moeilijk te zeggen waar de één begint en de ander ophoudt. Begint Joel een zin, dan maakt Ethan hem af. En andersom. De gebroeders Coen zijn de schrijvers, regisseurs en producenten van al hun eigen films. De montage doen ze ook, onder het pseudoniem ‘Roderick Jaines’. “Ze bemoeien zich met alles. Hun namen kunnen bij elke functie op de aftiteling staan”, zegt UvA-docent Mediastudies Gerwin van der Pol.

Fargo (1996), The Big Lebowski (1998) en No Country for Old Man (2007) zijn slechts een paar bekende titels van de broers. De laatst genoemde is met 192 duizend bezoekers één van hun best bezochte films in Nederland. De nieuwe film Hail Cesar! is weer een typische Coen-film. Liefhebbers zien het al aan de trailer. Er vindt weer een ontvoering plaats, er komen absurdistische grappen voorbij en er wordt een bepaald tijdsbeeld neergezet. Dit keer is het Hollywood van de jaren vijftig.

Er komen drie bekenden langs: Frances McDormand, de vrouw van Joel Coen, George Clooney en Josh Brolin. Deze acteurs zijn goed voor negen, vier en drie films van de gebroeders Coen. Er zijn nog meer acteurs die vaker in hun films verschijnen, zoals Steve Buscemi en John Goodman (beiden zes keer).

Ontspannen en excentriek
Het is volgens NRC-recensent Coen van Zwol “nogal logisch” dat acteurs herhaaldelijk met de alleskunners samenwerken. Ze zijn prettig mee te werken en er heerst altijd een relaxte, humoristische sfeer op de set. Van Zwol: “Je kan als acteur in een superheldenfilm staan en 20 miljoen verdienen, maar je wil als acteur ook prestige hebben. Als je door de Coens wordt uitgenodigd, dan weet je dat je in een goede film staat. Soms zelfs in een meesterwerk.”

In Coen-films zitten altijd bijzondere, excentrieke, maar vooral sukkelige personages. “De illusies van die sukkels worden altijd tijdens de film doorgeprikt. En meestal is de sukkel George Clooney”, aldus Van Zwol. Dit is ook het geval bij Hail Caesar!. De verhalen beloven veel, maar lopen vaak op niets uit. Het zijn opeenstapelingen van grappige scènes die een bepaald milieu schetsen. “Het stelt allemaal niets voor. Dat is de boodschap van hun films”, zegt de recensent.

Alle kanten op met bijzondere humor
Bekend staan de gebroeders Coen om hun donkere komedie, maar ze hebben ook andere genre films gemaakt, zoals het misdaaddrama No Country for Old Man. Dat die film vier Oscars heeft gewonnen – Beste Film, Beste Mannelijke Bijrol, Beste Regie, Beste Script – bewijst wel dat zij dat ook goed kunnen. Enkele genres uit hun oeuvre zijn misdaadkomedie, thriller, detective en drama. UvA-docent van der Pol: “Ze kiezen een hoofdgenre, maar maken daarin wel vreemde uitstapjes. Het kan alle kanten op gaan: van heel serieus naar goede grappen of van prettige opnames naar heftig geweld.”

De humor van de Coens is niet standaard, aldus Lucas Baxter (26). Hij is student politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en groot fan. “Vooral de dialogen zijn grappig. Die zijn redelijk absurd. Het is niet altijd duidelijk wat de grap is.” Het is volgens Baxter niet te vergelijken met andere soort komedies. “Dat is makkelijk vermaak. Hier moet je over nadenken.”

Vrienden van Baxter kijken niet meer vreemd op wanneer hij begint te praten in quotes uit Coens-films. In elke denkbare situatie ziet hij wel een mogelijkheid voor een quote. Al vier jaar zegt hij dingen als: “It don’t matter to Jesus”, “Over the line” (The Big Lebowski) of “This is a crucificion! This is political!” (Burn After Reading). Hij brengt het zelfs over op vrienden die de films niet hebben gezien. “No biggie”, toch?