Kraakbeweging krimpt en verandert

De kraakbeweging heeft het moeilijk. Sinds een wetswijziging in 2010 is kraken illegaal en is het aantal kraakpanden gestaag afgenomen. Intussen neemt de vraag naar betaalbare woningen toe. Haalt de kraakbeweging 2030?

Foto: Jos van Zetten
Foto: Jos van Zetten
CENTRUM – De zon schijnt op de steiger van de Torensluisbrug. Heel warm is het niet. Toch zitten er vijf man op de steiger, voor de ruimtes onder de brug die ze het Spinhuis noemen. Ze discussiëren over wie de afwas moet doen, nogal een klus zonder afvoer. Met een collectief van ongeveer vijftig man kraken ze sinds september de drie donkere holen onder het beeld van Multatuli aan de Singel. Ongeveer tien van hen slaapt ook – in dit geval letterlijk – onder de brug.

De gemeente treedt een stuk harder op tegen krakers sinds de ‘Wet leegstand en kraken’. Die wet heeft kraken sinds 2010 illegaal gemaakt. Een gemiddelde kraak duurde vorig jaar twee weken. In 2011 was dat nog een half jaar. Het aantal kraakpanden is inmiddels gereduceerd tot twintig à dertig steeds wisselende locaties, volgens een notitie van de Amsterdamse driehoek (OM, gemeente en politie).

Dat de krakers van het Spinhuis een half jaar na hun kraak nog van de zon op hun steiger kunnen genieten, komt vermoedelijk doordat de eigenaar, de gemeente, ook niet weet wat ze met de ontoegankelijke ruimte aan moet. Heeft de wet de kraakbeweging definitief de nek omgedraaid of is de beweging nog in staat tot een comeback onder invloed van de groeiende vraag naar woningen?

Clandestien
Peter Boelhouwer, hoogleraar wonen aan de TU Delft, kan zich voorstellen dat kraken weer opkomt. “De bouwproductie is de laatste jaren te laag geweest. De kans op een hypotheek wordt minder, de koopsector duurder, wachttijden voor sociale huurwoningen lopen op en er komen nog statushouders bij die ook een woning nodig hebben.” 15 procent van de kantoorpanden staan leeg, volgens Boelhouwer. “Het wordt met de groeiende druk op de markt steeds minder acceptabel dat panden leeg staan.”

“Jongeren zullen zich niet laten verdrijven naar de provincie”, zegt ook oud-kraker en socioloog Eric Duivenvoorden. “Ze zullen creatieve manieren vinden om hun eigen woningnood op te lossen.” Dat betekent volgens hem niet dat de kraakbeweging opnieuw zal opleven. De kraakwereld was al voor 2010 gedecimeerd, het criminaliseren heeft dat proces alleen maar versneld. Duivenvoorden: “Als je wilt vergelijken met het verleden, moet je kijken naar de jaren zestig. ‘Clandestien bewonen’, heette het toen: Samenwonen zonder vergunningen of met te veel bewoners in een huis.” Het verschil met kraken is dat clandestien bewonen geen sociale beweging is, maar een verborgen ontwikkeling.

Gentrificatie
Ook Frank van Gemert, antropoloog aan de VU, ziet kraken niet in de huidige vorm terugkeren. “Het momentum is weg.” De vergelijking met de jaren zestig ziet hij echter niet. “Woningnood heeft nu een heel ander gezicht. In de jaren zestig was er veel naoorlogse leegstand, met hele dichtgetimmerde straten. Nu zijn het vooral kantoren die leeg staan.”

Op de steiger geloven de krakers wel in aanpassing aan een nieuwe tijd. “De beweging is misschien kleiner, maar wel politieker geworden”, zegt Mahir, die zijn achternaam niet wil geven. Er zijn volgens hem nu minder krakers die alleen een goedkoop huis willen. “Je riskeert wel iets.” Dat de kleinere groep helemaal zal verdwijnen geloven de krakers van het Spinhuis niet. De opkomst van tijdelijke contracten en het verdwijnen van bewoners uit hun buurten door gentrificatie geeft ze bestaansreden genoeg. Spinhuisbewoner Marieke: “Krakers geloven waar ze in geloven. De kraakbeweging zal zich aanpassen, maar dat verandert niet.”


Cijfers
– Per jaar groeit Amsterdam met zo’n 11.000 personen, maar waar moeten die allemaal wonen?
– De gemeente plant in beleidsplan Koers 2025 – dat nog in de raad besproken moet worden – om de komende tien jaar 50.000 huizen te bouwen.
– Op dit moment staat 15 procent van de kantoorpanden leeg, volgens hoogleraar wonen Peter Boelhouwer (TU Delft).