Voedselbossen als reactie op traditionele landbouw

Traditionele landbouwmethoden zorgen voor uitputting en vervuiling van de bodem, en kunnen daardoor ziektes als Q-koorts veroorzaken. Dat stond in 2009 al in het rapport ‘Ziekteverwekkers en Bodembeheer’ van de Technische Commissie Bodem. Tegenwoordig wordt daarom steeds meer overgestapt op duurzamere manieren van produceren. Ook voedselbossen, landbouwgronden die met een diversiteit aan gewassen worden aangelegd, zijn in opmars. Er is er al een in Amsterdam-West, en er zijn nu ook plannen voor een groter voedselbos tussen Amsterdam en Haarlem. Maar wat is nu precies het voordeel van zo’n voedselbos?

Amsterdammer Marie José van der Werff ten Bosch (40) en Haarlemmer Jelle Fekkes (45), respectievelijk ecologisch hovenier en landschapsarchitect, zijn al jaren bezig met voedselbossen. De eerste exemplaren daarvan werden in Nederland aangeplant in 2010. Die bossen zijn inmiddels ‘oud’ genoeg om te kunnen zien of ze ook effectief iets opbrengen. NAP Nieuws neemt deze duurzame productiemethode onder de loep, en brengt de voor- en nadelen ervan in kaart.

Afbeeldingen: Marie José van der Werff ten Bosch

Meerjarige gewassen

Een voedselbos is een bepaalde manier om landbouwgrond in te richten. In plaats van grote velden met één soort gewas, zoals maïs, die elk jaar geoogst worden met machines, zijn het landbouwgronden met verschillende lagen gewassen. Die worden op verschillende momenten van het jaar met de hand geoogst. De velden zijn meerjarig. Dat betekent dat ze niet elk jaar opnieuw gezaaid of geplant hoeven te worden. Eenjarige gewassen zoals granen leiden sneller tot bodemuitputting en biodiversiteitsverlies.

Een vereiste is wel dat alle gewassen in het bos voedsel produceren of daar ondersteunend voor zijn, vandaar ook de naam voedselbos. De gewassen gaan van noten- en perenbomen tot kruidenplantjes. Centraal in het concept van een voedselbos staan hoge bomen. Die zetten met behulp van zonlicht veel CO2 om in suikers en zuurstof. Op die manier zorgen de bomen voor eigen natuurlijke bemesting. Daarmee is het voedselbos circulair.

Hoge kosten, laag rendement

Landschapsarchitect Jelle Fekkes is beheerder van een voedselbos in Haarlem. Hij is ook betrokken bij plannen om een voedselbos van meerdere hectaren aan te leggen in de omgeving van Amsterdam en Haarlem. Per hectare kan zo’n bos tot wel 100.000 euro kosten. “Economisch zijn er op dit moment nog maar weinig bossen die renderen,” zegt Fekkes. “Het is een werk van langere adem.” Ook de hoge bodemprijzen in Nederland maken de onderneming wat lastiger. Het duurt daarnaast erg lang voordat een voedselbos – letterlijk en figuurlijk – zijn vruchten afwerpt.

Marie José van der Werff ten Bosch (40) heeft onder andere het voedselbos in Amsterdam-West ontworpen. Ze schat dat je pas na zeven à acht jaar een behoorlijke oogst hebt, en dat het bos pas na tien jaar echt begint te renderen. Een van de redenen waarom er nog niet erg veel voedselbossen in Nederland zijn, is volgens haar dat de grond voor lange termijn beschikbaar moet zijn, en dat het niet meteen iets oplevert. “Hiervoor moet je geduld hebben.” Wel geeft ze aan dat het onderhouden van een voedselbos – vanaf het moment dat het aangelegd is – in principe nog weinig moeite kost. “Voedselbossen zijn eigenlijk voor luie boeren.”

Ecologische winst

Voor zijn masterthesis aan de Universiteit van Wageningen onderzocht Matthijs Bakker (26) voedselbos Ketelbroek, een zesjarig bos in de buurt van Nijmegen. Voor een voedselbos is dat nog redelijk jong, maar toch waren er al resultaten te zien. Hij vergeleek onder andere de bodemkwaliteit en de biodiversiteit met een natuurgebied in de buurt, en vond tegen de verwachtingen in dat het jonge voedselbos daar al het beste op scoorde. Hij zegt dat verder onderzoek zeker nodig is.

Ook Jelle Fekkes geeft aan dat de ecologische winst niet genegeerd mag worden, al blijft het volgens hem – door hoge kosten en late winst – wel een beetje een utopisch project. “Het zou prachtig zijn als alle boeren in Nederland één hectare voedselbos aan zouden leggen.”