“Zolang Bouterse leeft, gaat het niet goed met Suriname”

Het proces tegen Desi Bouterse is opnieuw uitgesteld. Donderdag zou de strafeis tegen de Surinaamse president worden uitgesproken in het decembermoorden-proces. Het onderwerp leeft in de Surinaamse gemeenschap van Amsterdam.

Op de Dappermarkt wil niemand bij naam genoemd worden, laat staan voor de camera spreken. Wel ontstaat er grote ophef wanneer de naam Bouterse genoemd wordt. “Bouterse berechten is onzin”, roept een marktkoopvrouw. “Nederland heeft ook schuld. Ze hebben Bouterse geholpen met het plegen van de coup in 1980.”

In kapperszaak Cosme Hair Fashion wil men wel praten over het proces. De Surinaamse vlag wappert boven de deur. “Je merkt dat niemand durft te praten over Bouterse”, zegt kapper Kelvin (32). “Mensen zijn bang dat ze tegengewerkt worden als ze kritiek uiten op Bouterse.”

Henry, een Surinaams-Nederlandse man van rond de veertig, wacht op een knipbeurt. Hij windt zich op over het uitgestelde proces: “Ik hoop dat Bouterse berecht wordt, maar ik denk dat er niets gaat gebeuren. Hij heeft boter op zijn hoofd.”

Ben, een man van achterin de vijftig die achter de toonbank staat, is ook niet optimistisch: “zolang Bouterse leeft, gaat het niet goed met Suriname.” Uit onbegrip begint hij hoger te praten: “Maar het volk heeft hem gekozen, dus ze moeten niet klagen.”

Kelvin begrijpt wel dat het volk voor Bouterse heeft gekozen: “Ik zeg het je eerlijk, ik was ooit ook voor Bouterse. Hij zorgt voor een goede infrastructuur en de AOW en kinderbijslag zijn omhoog gegaan. Maar tegenwoordig gaat het steeds slechter met Suriname’’, zegt Kelvin.’‘De waarde van de Surinaamse dollar blijft dalen en het land is hartstikke corrupt. Oppositieleiders zijn op televisie kritisch tegenover Bouterse, maar als de camera’s uitgaan drinken ze gezellig Bacardi-cola’s met de president”

Het personeel van de kapperszaak is kritisch op de rol van Nederland. “Suriname was nog niet klaar om onafhankelijk te zijn in 1975”, zegt Ben. “De Nederlanders waren er blij mee, want die hadden het land toch al leeggeplunderd. Maar de rol van Nederland staat los van het feit dat Bouterse berecht moet worden. Hij is een misdadiger.”

De mannen maken zich zorgen om de Surinaamse jeugd. “Door Bouterse is een hele generatie jongeren overgeslagen”, zegt Henry. “Hij heeft niet geïnvesteerd in educatie.” Kelvin valt hem bij: “Leraren staken, omdat ze onderbetaald worden.” “Maar juist vanuit de jeugd moet een nieuwe wind waaien die de problemen in Suriname kan oplossen”, vindt Ben.

Henry heeft een stichting opgezet waarmee hij de jeugd wil motiveren, stichting Gi Wi Ala. “Ik heb een tienjarenplan. Deze zomer begin ik met een sportschool in Suriname. Wie sport, presteert beter. Het motiveert jongeren iets te gaan doen.” Daarnaast wil Henry investeren in schooltuintjes. ‘’Suriname is een vruchtbaar land. De jeugd moet weten hoe ze groenten moeten verbouwen. Door schooltuintjes leren jongeren hoe ze ergens verantwoordelijk voor moeten zijn. Ik heb ook geprobeerd een voedselbank op te zetten, maar werd dwarsgezeten door de Surinaamse politiek.” Aan het eind van zijn tienjarenplan ziet Henry zichzelf de nieuwe president worden van Suriname.