Niet geloven in hun traanogen

Fraudebestrijder Veenstra kijkt naar de postbus, bij de portiekingang. Die ziet er niet vol uit. Hij sjokt een rondje om het IJburgse appartementencomplex. Bij de ingang van de gezamenlijke parkeergarage houdt hij halt. Parkeervak 41b, stond er op de bankafschriften. Staat er een auto? Door de spijlen van de gesloten garagedeur kijkt hij naar binnen. Het is er donker, hij knijpt zijn ogen tot spleetjes. De parkeerplaats is niet te zien vanaf deze hoek. Hij wandelt door, en haalt zijn mobiele telefoon tevoorschijn. Hij belt Fatima, de bewoner van nummer zes. Ze neemt niet op.