"Kakkerlakken" schrikken de taxi-klanten af

Een taxiritje in Amsterdam is niet meer wat het geweest is. De concurrentie is moordend, de crisis slaat toe en de berichtgeving over asociale en gewelddadige taxirijders schrikt klanten af.

AMSTERDAM – “Kakkerlakken, zo noemen wij de vrije taxirijders.” Fahmy (39) rijdt een tweedehands SEAT Alhambra en is aangesloten bij de Taxi Centrale Amsterdam (TCA). Vanavond staat hij in de rij taxi’s bij het Leidseplein. “Een ritje van centraal station naar het Hilton kost je bij mij ongeveer 15 euro. Mijn laatste klant was verbaasd. De vorige keer betaalde hij voor hetzelfde ritje 35 euro. Vanaf centraal ging hij de ring op, richting Hoofddorp. Hij was ingestapt bij een vrije taxi. Dat was zijn fout.

Taxi's in New York City (april 2003, eigen foto)
Image via Wikipedia

Het klinkt als een verkooppraatje, maar, zo zegt Fahmy met harde stem: “Het is een oorlog geworden. De klanten zijn te bang om in een taxi te stappen. De vrije rijders verpesten het voor ons.” Fahmy kwam twintig jaar geleden naar Nederland. In Marokko was hij navigator bij de marine. Sinds 2001 is hij taxichauffeur in Amsterdam. Daar verdient hij maandelijks tussen de 2.800 en 3.000 euro bruto mee. De benzinekosten gaan daar nog van af.

De Amsterdamse wethouder Hans Gerson (PvdA, Verkeer, Vervoer en Infrastructuur) pleit ervoor een gemeentelijk taxibureau op te richten, dat vergunningen verstrekt en kan intrekken. Op die manier kan de gemeente de Amsterdamse taxibranche beter controleren.

Vorige week bleek echter uit een debat in de Tweede Kamer dat de gemeente Amsterdam niet meer bevoegdheden krijgt om op te treden tegen vrije taxirijders. Het duurt waarschijnlijk nog een jaar voor de nieuwe taxiwet ingaat. Het uitgeven van individuele vergunningen blijft de verantwoordelijkheid van de rijksinspectie IVW.

Tussen juli 2007 en juni 2009 registreerde de Amsterdamse politie minstens driehonderd taxi-incidenten. In 21 procent van de gevallen gaat het om geweld, zoals mishandeling. Fraudemeldingen, zoals vervalste papieren, zijn goed voor vijf procent; ruim drie procent draait om belediging.

Op 4 juli overleed de 44-jarige Rob Sitek, nadat hij een klap had gekregen van een taxichauffeur. Sinds het incident heeft de gemeente de druk op staatssecretaris Huizinga van Verkeer (ChristenUnie) opgevoerd om snel met een oplossing te komen.

Huizinga zint op verplichte vereniging van taxichauffeurs. Alleen taxirijders die een groep vormen, mogen op de standplaatsen staan. Huizinga verwacht dat de sociale controle binnen de groep een “reinigende werking” heeft.

“In de chaos op het Centraal Station wil ik niet staan en ook op het Leidseplein kom ik normaal nooit. Dit is de tweede keer in vier jaar tijd dat ik hier in de rij aansluit. Ik zie veel chauffeurs klanten weigeren, ruzie maken. Daar kan ik niet tegen. Zo’n vijf jaar geleden was hier genoeg werk, Leidseplein was de beste standplaats, nu kijken de klanten wel uit.

Snelle geld

“De jonge taxichauffeurs kiezen vaak voor dit plein. Het is het eerste wat bij ze op komt, als ze hun chauffeurpas krijgen. Daar gaan ze voor het snelle geld. Dat verdienen ze niet met de korte ritjes. Ze willen maar voor even chauffeurtje spelen. Voor mij is het mijn brood, mijn beroep. Tot een paar maanden terug sprak ik ze er op aan. Dat heb ik na een paar flinke ruzies wel afgeleerd. Het heeft geen zin.

“We hebben de stad een beetje verdeeld. Je hebt de Marokkanen, de Turken, Pakistani. Dat gaat niet alleen met ruzie. Het is saai wanneer ik bij een groepje Turken sta en lang moet wachten. Iedereen babbelt in z’n eigen taal. Marokkanen vind je bij centraal en Nieuwmarkt, Turken bij de Beursstraat. Het Leidseplein is multicultureel.

Nep-TCA

“Nu halen de kakkerlakken weer een oud trucje uit de kast. Nog geen jaar geleden hebben we al onze daklichten vervangen, omdat vrijrijders de onze kopieerden. De laatste maanden zie ik steeds vaker dat ze hun daklicht dezelfde kleuren hebben gegeven als het rood-zwart-rood van ons. De letters TCA zijn vervangen voor TCE, 7×7 voor 24/7. Zo proberen ze onze klanten in te pikken, en nog succesvol ook.”

In januari heeft TCA de wit-groene daklichten vervangen voor de zwart-rode lichtbakken, die nu op veel Amsterdamse taxi’s prijken. Dat was hard nodig aangezien toen tussen vijfhonderd en duizend taxichauffeurs in Amsterdam rondreden met valse TCA-daklichten. Die schatting is van TCA-directeur Bas Vos. Daar komt bij dat sommige TCA-chauffeurs na hun werkuren voor het bedrijf hun daklicht omruilen en voor een duurder stadstarief, het zogenaamde zonetarief, klanten oppikken.

Argwaan

Fahmy heeft zojuist een oudere dame bij een Surinaams-Chinees restaurant afgezet. Liever stapt ze niet meer in een taxi sinds haar nichtje twee maanden geleden door een taxichauffeur was beroofd, maar vannacht was ze te laat voor haar werk. “Dat is niets nieuws voor mij.” Fahmy haalt zijn schouders op en rijdt na een soepele U-bocht een tijdje in stilte door.

“De gesprekken in de taxi worden er niet leuker op. Klanten beginnen vaak over de man die deze zomer is doodgeslagen door een taxirijder. Vervolgens kijken ze je argwanend aan. Ik was op familiebezoek in Marokko toen het gebeurde. Die taxirijder heeft het vast niet zo bedoeld, maar tegen een klant blijf je beleefd. Je bent een acteur, je blijft kalm. Natuurlijk wordt je kwaad als klanten niet betalen. Maar het is niet slim om daar te lang mee bezig te zijn. Tijd kost geld. Te dronken mensen weiger ik. Als ze mijn auto onderspugen, heb ik een paar dagen geen inkomsten vanwege de stank.

Vrijrijder Shayan

Vrijrijder Shayan Salehi (26) is voor groepsvorming onder taxichauffeurs. “Ik heb nu veel vrijheid, maar als het zover komt dat ik me moet aansluiten bij een club om ergens te mogen staan, dan wil ik dat best doen. Ook ik heb last van de concurrentie. Waar ik vroeger regelmatig aan een tweede rittenkaart begon, ben ik nu blij met tien ritten op een avond. De rittenkaart is dan nog niet halfvol.”

Shayan begon vijf jaar geleden als vrijrijder. Dat was een bijbaantje, maar al snel stopte hij met zijn hbo-studie Informatica. “Toen kon ik nog flink geld verdienen met het taxirijden. De eerste maanden had ik ook wel eens problemen: ‘Die klant is van mij, afblijven!’ Nu maak ik me er minder druk om. Ik zie steeds meer jonge jongens -negentien of twintig jaar oud- die gekke dingen doen: ze geven plankgas, weigeren ritjes of zoeken ruzie.”

Naast de concurrentie haalt Shayan de angst onder de klanten aan als belangrijke reden voor het weinige werk. “Ik zie klanten twijfelen of ze bij me in willen stappen. Ze kijken me aan en beoordelen me op mijn uiterlijk. Daar doe je niets aan. Van mij mag het nieuwe taxirijders best moeilijker worden gemaakt. Nu kan iedereen taxichauffeur worden.”

“Wil je dat dit je laatste dag is?”

“Het kostte me 1.500 euro om me aan te sluiten bij TCA, daarnaast betaal ik 260 euro per maand aan contributie. Daar krijg ik taxi-oproepen voor terug en ook een stukje veiligheid. Deze zomer had ik twee klanten opgepikt. Toen ze in de auto zaten merkte ik pas dat ze drugs op hadden. Een van hen dwong me door te rijden met rood licht. Ik bleef stilstaan. ‘Wil je dood? Wil je dat dit je laatste dag is?’ vroeg hij. Zijn hand hield hij achter zijn rug, dreigend dat hij een wapen vast hield. Ik had het knopje ingedrukt, waardoor de centrale en de andere TCA-taxi’s mee kunnen luisteren. Een oud snufje dat we uit de contributiepot betaald hebben. Al snel verscheen de politie. Ik was bang. Een week lang was ik bang dat ik ze weer tegen zou komen.

“Toch blijft het mijn vak. Ik heb mijn eigen auto, that’s it. Geen hoofdpijn. Na mijn uurtjes of voldoende ritjes tank ik nog even en rij ik naar huis, naar Assendelft. Het voelt goed om die vrijheid te hebben. Als ik een week weg wil dan kan dat. Ik ben eigen ondernemer, zonder dat ik een zaak draaiende hoef te houden. Ik kan niet te lang op één plek zijn. De klanten pik ik op straat op. Ik weet nooit wie ik in mijn auto krijg. Een huilende vrouw, die net haar relatie heeft verbroken. Een man, balend omdat hij heeft verloren in het casino.

Taxi-overschot

“Maar er zijn te veel taxi’s in Amsterdam. Ik heb het nog nooit zo rustig gehad als de laatste maanden. Sinds januari 2009 is het veel wachten op klanten en zoekend door de straten rijden. En de klanten blijven weg. Niet alleen omdat ze bang zijn voor de taxirijders. De crisis heeft er ook mee te maken. Engelsen waren goede klanten, maar die zie je niet veel meer in Amsterdam.

“Ik moet steeds slimmer worden. Als ik weet dat er ergens een feestje is rijd ik er heen via omweggetjes, zodat andere taxi’s me niet volgen. Daar bel ik enkele bevriende collega’s. Dat zijn ook Marokkaanse jongens, net als ik, maar niet van die problemenmakers.”

Fahmy wil zijn volledige naam niet geven. “Ik heb geen behoefte aan nog meer problemen.”

Reblog this post [with Zemanta]

Reacties zijn gesloten