Rechtspraak: recht toe, recht aan

Justitia
Image By: BG Photographie via Flickr

Een grote fraudezaak  zorgde afgelopen maandag voor veel media aandacht in de Amsterdamse rechtbank. De meeste zittingen zijn echter verre van eervol.

Amsterdam – “De griffier maakt me erop attent dat uw schoenen niet in overeenstemming zijn met het togabesluit.” Pro-deo advocaat H. Helleman kijkt de rechter verbaasd aan en richt haar blik op de hippe lichtbruine winterschoenen met bontrandje die ze draagt. De griffier lacht: “Volgens de voorschriften dient het schoeisel zwart te zijn, net als de toga.”

Op het moment dat de verdachte wordt binnengeleid in de kleine en sober ingerichte zaal, halen de drie snel de grijns van hun gezichten. De van oorsprong Engelse David B. (36) staat in een zogeheten snelrechtszitting terecht voor het stelen van parfum en scheermesjes uit supermarkt Dirk van den Broek op het Marie Heinekenplein. “U heeft het al toegegeven”, zegt de rechter. “Het is zeker niet de eerste keer en u heeft al behoorlijk hoge straffen gekregen. Waarom deed u dit?” B. legt met behulp van de tolk uit dat hij na zijn vorige celstraf van vijf weken zowel zijn baan als woning was kwijtgeraakt. Slapend op de bank bij een vriend had hij geld nodig om te kunnen eten. “Maar ik steel nooit van kleine winkeliers. Ik ben een moreel persoon.”

“Ik zie nu dat u van uw vorige straf nog een proeftijd van acht maanden heeft lopen, met een voorwaardelijke celstraf van twee maanden”, vervolgt de rechter. Hij kijkt de Officier van Justitie Hato-Willems aan. “Dat heeft u niet gebruikt in de strafmaat van daarnet?” Hato-Willems schuifelt onrustig op haar stoel. “Nee”, mompelt ze uiteindelijk.

Voordat de rechter een uitspraak doet, geeft hij advocaat Helleman de mogelijkheid om de zaak van B. te verdedigen. In enkele zinnen vraagt ze de rechter om een klein beetje “clementie vanwege het bekende vicieuze cirkeltje.” Hiermee doelt ze op de leefsituatie waarmee mensen als B. te maken krijgen op het moment dat ze na een gevangenisstraf weer op vrije voeten komen: geen werk, geen geld, geen woning.

De rechter lijkt niet onder de indruk van het verweer. B. krijgt te horen dat de opgelegde eis van zes weken celstraf zal worden toegewezen. De rechter voegt hier nog aan toe dat B. “de mazzel heeft” dat de voorwaardelijke straf van twee maanden niet door de Officier van Justitie was opgemerkt. Voordat B. door de agenten wordt weggevoerd, besluit de rechter: “Het gaat van kwaad tot erger. Ik weet niet goed waar meneer mee bezig is.”

Als de rechter met de tolk nog wat zit na te praten over de vertaling van enkele woorden, sjokt B. onder begeleiding van de agenten weg. Door het raam zijn twee verslaggevers en een televisiewagen te zien. Elders in het gebouw is zojuist een celstraf van vijf jaar en het terugbetalen van bijna twintig miljoen euro opgelegd aan moedwillige fraudeurs. De oplichters hadden investeerders voorgespiegeld hun geld te beleggen in vastgoed in Dubai en Turkije. Alles bleek verzonnen. Het vonnis – een half decennium achter de tralies – was binnen enkele minuten op internet, de radio en de televisie te horen.

Achter David B. valt de zware deur dicht . Vanwege zijn voorlopige hechtenis sinds 2 januari heeft hij al bijna twee weken van zijn straf uitgediend en zal hij half februari weer vrijkomen. Dan krijgt hij opnieuw een kans zich aan de letter van de wet te houden.

Reblog this post [with Zemanta]