Jongerencultuurfonds in financiële nood

Amsterdam – Het Amsterdamse jongerencultuurfonds maakt zich zorgen over zijn toekomst. Het fonds helpt Amsterdamse kinderen die leven op de armoedegrens door maximaal 400 euro bij te dragen voor een culturele hobby, maar heeft voor het komende jaar veel moeite om de begroting rond te krijgen.

Dat zegt bestuurslid Hanneke van Wees. Het fonds ontvangt geen subsidie van de gemeente en is dus afhankelijk van particuliere sponsors. Voor volgend schooljaar verwacht het bestuur een stijging in het aantal aanvragen van ongeveer vijfhonderd naar 750. Particuliere sponsors geven in verband met de crisis dit jaar echter vaak niet thuis. Er is naar verwachting ongeveer 228.000  euro nodig om alle kinderen te helpen, tot nu toe heeft het fonds ongeveer 100.000 euro bij elkaar.”We hebben tot ongeveer juli nog genoeg geld, maar als we niet meer krijgen zullen we kinderen op een wachtlijst moeten zetten. Mocht er daarna nog geen geld komen, moeten we kinderen gaan afwijzen.”

Een op de vier kinderen in Amsterdam leeft op de armoedegrens.  Zij leven in gezinnen die na het betalen van basisbehoeften als eten, kleding en gezondheidszorg, geen geld vrij te besteden hebben.  Er bestaat een gemeentelijke vergoedingsregeling om deze kinderen aan sport en cultuur te laten meedoen. Maar deze ‘scholierenvergoeding’ van de gemeentelijke Dienst Werk en Inkomen (DWI)  komt bij de ouders van de kinderen terecht en wordt volgens van Wees vaak uitgegeven aan schoolspullen of een nieuwe fiets. Het jongerencultuurfonds krijgt aanvragen van leraren of maatschappelijk werkers die het kind kennen. Het geld komt nooit bij de ouders terecht maar gaat direct naar de culturele instelling.

Harrie Postma is directeur van het landelijke jeugdsportfonds, dat volgens hetzelfde systeem met tussenpersonen arme kinderen wil laten sporten.  “Doordat wij met professionele tussenpersonen als leraren werken kunnen we heel efficiënt het geld uitgeven waar dat nodig is, zo hebben we 12.000 kinderen bereikt die anders niet bereikt zouden worden.” Ook hij merkt dat er door de crisis en grotere naamsbekendheid een toename is in aanvragen, en dat in het licht van gemeentelijke bezuinigingen zorgen bestaan over het voortbestaan van de fondsen.

Afgelopen donderdag pleitte Van Wees bij de commissievergadering Kunst, Cultuur en Bedrijven voor financiële steun vanuit de gemeente. De commissie kan daar volgens commissieraadslid Laurens Ivens (SP) nog niets over zeggen. “De bezuinigingsplannen van de gemeentes zijn nog niet bekend. Bovendien, over drie weken is er een nieuwe raad en die maken weer hun eigen beleid.” Van Wees blijft in gesprek met de gemeente. “Het is belangrijk dat we een structurele oplossing vinden. We moeten nu elk jaar weer afwachten en de eindjes aan elkaar knopen. We moeten weten hoeveel kinderen we gegarandeerd kunnen helpen.”