Ruzie om openbaar vervoer

Amsterdam city bus
Image via Wikipedia

Het vervoerbedrijf GVB verzorgt ook de komende jaren het openbaar vervoer in Amsterdam. Tenminste, als het aan de Stadsregio Amsterdam ligt. Andere vervoerbedrijven stappen naar de rechter. “De beslissing van de Stadsregio mist elke wettelijke grondslag.”

De strijd wie vanaf 2012 het openbaar vervoer in Amsterdam mag verzorgen is losgebarsten. Het GVB kreeg de opdracht toegekend. Zonder dat er een openbare aanbesteding is geweest, waarbij vervoersbedrijven een offerte opstellen en de Stadsregio Amsterdam de beste optie kiest. Reden genoeg voor vervoersbedrijven Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia, verenigt in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN), om naar de rechter te stappen.

Anne Hettinga, voorzitter van FMN en directeur van vervoersbedrijf Arriva, denkt dat zijn bedrijf ‘een tikkie efficiënter’ is dan het GVB. “En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Wij hebben de werkwijze en creativiteit die ondernemers kenmerkt. Het GVB is altijd een gemeentebedrijf geweest en heeft nooit concurrentie gehad.” Arriva kan volgens Hettinga het openbaar vervoer in Amsterdam voor 50 tot 75 miljoen euro per jaar goedkoper aanbieden.

Toch koos Stadsregio Amsterdam, een samenwerkingsverband tussen de gemeente Amsterdam en omliggende gemeentes, voor het GVB. Dit vervoersbedrijf verzorgt al sinds 1900 het openbaar vervoer in de stad en heeft volgens de stadsregio de ervaring om het complexe systeem van trams, metro’s en bussen in de stad te regelen. Daarnaast biedt het bedrijf volgens de stadsregio voldoende kwaliteit en een redelijke prijs. Het GVB ging bovendien akkoord met de voorwaarden die de Stadsregio stelde: zij krijgen onder meer 28 miljoen euro minder subsidie per jaar en moeten garanderen dat nieuwe woonwijken op het net worden aangesloten.

Uitzonderingspositie

Volgens Hettinga mist deze beslissing van de Stadsregio elke wettelijke grondslag. De Wet Personenvervoer 2000 stelt namelijk dat vanaf 2012 al het openbaar vervoer in Nederland moet worden aanbesteed. De Tweede Kamer besloot daartoe omdat het zou leiden tot een verbetering van de kwaliteit en een vermindering van de kosten.

Er bestaat echter een kans dat grote steden hierin een uitzonderingspositie krijgen. In 2008 werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen die het mogelijk maakt dat grote steden, waaronder Amsterdam, niet openbaar hoeven aan te besteden, maar de opdracht onderhands aan een vervoersbedrijf kunnen geven. Dit om de continuïteit van de ingewikkelde openbaar vervoerstrajecten in grote steden te waarborgen. Na de val van het kabinet in februari 2010 werd een wetswijziging hiertoe in eerste instantie controversieel verklaard, maar dit werd later weer teruggedraaid. Het voornemen om de wet te wijzigen, ligt er nog steeds, zo bevestigt het ministerie. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel in de loop van deze maand naar de Tweede Kamer gestuurd.

Door het GVB onderhands de opdracht te geven, loopt de Stadsregio Amsterdam dus voor op een mogelijke wetswijziging. Volgens een woordvoerder heeft de Stadsregio hiertoe besloten na een toezegging van het kabinet dat de wet gewijzigd zou worden. Hettinga vindt dat geen geldig argument: “Het zou toch niet zo moeten zijn dat we in dit land besturen op basis van een mogelijke wet. We besturen op basis van het wetboek, anders zou het hier een chaos worden.” Ook het ministerie van Verkeer en Waterstaat keurt deze gang van zaken niet goed. Dat hebben zij in een brief aan de stadsregio laten weten.

Flag of Gemeentevervoerbedrijf (municipal tran...
Image via Wikipedia

Wetswijziging

Het is echter niet uitzonderlijk dat er besluiten worden genomen voordat een wetswijziging is doorgevoerd. Jan Struiksma, hoogleraar Bestuursrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: “Bijvoorbeeld bij het geval van gedogen in het zicht van legalisering. Iets wat officieel nog strafbaar is, wordt dan niet bestraft omdat het op korte termijn legaal wordt. Soms is dat het meest efficiënt. Wat heeft het voor zin om een procedure voor aanbesteding te starten, als het straks toch een gelopen race is?” Struiksma benadrukt daarbij wel dat er een grote waarschijnlijkheid moet zijn dat de wetswijziging er komt.

De Stadsregio Amsterdam is niet de enige die de wetswijziging verwacht. Ook Stadsregio Rotterdam vindt het waarschijnlijk dat de uitzonderingsregel voor grote steden er komt. De regio is van plan om het voormalig gemeentelijke vervoersbedrijf RET na 2011 de opdracht voor openbaar vervoer in de stad te geven. “Er is een grote verwevenheid tussen bus- en metrovervoer in Rotterdam. We willen geen versnippering van het openbaar vervoer. En dat dreigt bij openbare aanbesteding.” zegt Willem Nettinga, hoofd Bestuurlijke Zaken van de Stadsregio. “Ik neem aan dat de Tweede Kamer dat ook niet wil.”

De gemeente Amsterdam staat achter het besluit van de Stadsregio Amsterdam. Zij vrezen bij een openbare aanbesteding voor onvrede bij het personeel van het GVB. Ook wijst de gemeente erop dat het belangrijk is dat het GVB de kennis en ervaring heeft die andere bedrijven missen. Een argument waar Hettinga het niet mee eens is: “Waarom zou een bedrijf als Arriva met 40.000 medewerkers in Europa niet in staat zijn om het openbaar vervoer in Amsterdam te regelen? We doen ook een deel van het openbaar vervoer in Londen, volgens mij is dat ingewikkelder dan in Amsterdam.”

Belangenverstrengeling

Er is nog een kwestie in deze zaak waar Hettinga over valt. Het Gemeentelijke vervoersbedrijf werd in 2007 wel officieel verzelfstandigd, maar alle aandelen zijn nog steeds in handen van de gemeente. “Dat is belangenverstrengeling. De opdrachtgever is ook de uitvoerder. Dat lijkt me ongezond.”

Volgens Myriam Bergervoet, PvdA gemeenteraadslid in Amsterdam, is er in dit geval geen sprake van belangenverstrengeling. “Het openbaar vervoer wordt aanbesteed door de Stadsregio en niet door de gemeente. Wij hebben als gemeenteraad alleen een adviserende rol. Omliggende gemeenten hebben net zoveel inspraak. Ik kan me voorstellen dat extra goed gekeken wordt naar Amsterdam, want het draait om de stad. Maar formeel hebben we net zoveel zeggenschap.” Bovendien is het bij een openbare aanbesteding niet verboden dat één van de partijen connecties met de opdrachtgever heeft. Als er maar voldoende vrije concurrentie is en meerdere partijen kunnen meedingen.

Het liberale D66 is in principe voor openbare aanbesteding, maar steunt in dit geval de onderhandse verlening aan het GVB. Zij het dat de gang van zaken hen ‘enigszins tegen de borst stoot’. Want zij willen naar een situatie “waar het GVB één van de partijen wordt die mee doet aan de openbare aanbesteding,” zegt Ivar Manuel, D66 gemeenteraadslid. “Maar dat moment is nog niet daar. De verzelfstandiging en professionalisering van het GVB is nog niet voltooid. Als je nu het GVB in de markt zet, zal het in elkaar storten. En de kosten die daarmee gepaard gaan – mensen die zonder werk zitten en materiaal dat onbenut blijft – zullen de hogere kosten overstijgen die nu aan het GVB verbonden zitten.”

Het is nog onduidelijk wanneer de rechter zich over de argumenten van beide partijen buigt. De Stadsregio Amsterdam wil niet vooruitlopen op de zaak en zegt de bezwaren af te wachten. Hettinga verwacht dat het FMN de rechtszaak wint. “Ik heb nog nooit een rechter gezien die tegen de wet in een uitspraak doet.” Mocht dat het geval zijn, dan zal alsnog een procedure voor openbare aanbesteding gestart moeten worden. Tot die tijd zullen stadbussen en trams van het GVB het straatbeeld blijven bepalen.

Enhanced by Zemanta