Wobben om de macht te controleren

dsc513202smallDe Deense onderzoeksjournaliste Brigitte Alfter (1966) strijdt al jaren voor openbaarheid in de EU. “Er heerst een cultuur van geheimhouding, en die is heel moeilijk te doorbreken.”

Het is 2004. Vijfenvijftig miljard aan landbouwsubsidies vindt, zoals ieder jaar, zijn weg naar boeren en bedrijven door heel Europa. Bijna de helft van de Europese begroting. Maar waar gaat het heen?  De Deense onderzoeksjournaliste en Europa-correspondent Brigitte Alfter (1966) vraagt de gegevens op bij de Europese Commissie.

“Ik kreeg de gegevens niet. Ze stonden in een database. En een database is geen document. Volgens de Europese Commissie hoefde ze volgens de wet op openbaarheid alleen documenten vrij te geven.”

In Nederland wordt volgende week voor het eerst de internationale Right to Know Day gevierd. Centraal staat het recht op toegang tot overheidsinformatie. In de Europese Unie is dit zelfs een grondrecht. In Nederland is deze toegang geregeld in de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). De strekking: alle overheidsdocumentatie is in principe openbaar. Het doel: burgers moeten de overheid kunnen controleren. Een transparant bestuur.

Maar wat is overheid, wat documentatie? En ‘in principe’, dat betekent uitzonderingen. In Nederland groeit deze lijst met uitzonderingen en de overheid maakt daar bovendien steeds vaker gebruik van.

Machtsspel

“Het wel of niet krijgen van toegang tot overheidsinformatie is het resultaat van een machtsspel,” zegt Brigitte Alfter. Het recht op die informatie wordt bevochten door burgers, NGO’s en journalisten zoals zij. Alfter is medeoprichtster van wobbing.eu, een site die de krachten en kennis van Europese journalisten over wobben bundelt. Op haar Watchdogblog, op de site European Observer, volgt ze kritisch de staat van transparantie van het bestuur in Europa.

Niet dat ze een activist is, zegt ze zelf. “Ik ben gewoon een journalist en wil mijn lezers de informatie geven waar ze recht op hebben. De wob is daarvoor een van mijn krachtige instrumenten. Als ze dat van mij af willen pakken, vecht ik ervoor.”

Terug naar de database met landbouwsubsidies. Alfter gaat met het antwoord van de Europese Commissie naar de ombudsman, maar wacht de uitspraak niet af. In Denemarken hebben collega’s via een wobverzoek de gegevens over landbouwsubsidies in eigen land al boven water gekregen. “Maar veel bedrijven hebben vestigingen in meerdere landen, en krijgen ook in meerdere landen subsidie. Ik wilde het Europese verhaal.”

Europese aanpak

Alfter helpt daarom collega’s in verschillende Europese landen met het indienen van nationale wobverzoeken over de verdeling van de landbouwsubsidies. Een voor een komen de verhalen naar buiten in Engeland, Zweden, Nederland, Duitsland. Met een groep journalisten, academici en NGO’s bouwt ze aan de site farmsubsidy.org, waarop een database ontstaat met alle gegevens. “Zo kon ik mijn lezers vertellen dat landbouwsubsidies ook naar de koningin van Engeland gaan. Dat het meeste naar grote bedrijven gaat. Informatie waar ze recht op hebben, het is immers hun belastinggeld.”

Een goede wet voor transparant bestuur, en een goed gebruik daarvan, zijn volgens Alfter tekenen van een goed functionerende democratie. De Noord-Europese landen kennen een lange traditie van openbaarheid, met Zweden als koploper: daar is al sinds 1766 een wob van kracht. Ook Nederland was er in 1980 vroeg bij, maar raakt volgens experts steeds verder achterop. Engeland kreeg in 2005 pas een wet op openbaarheid, maar heeft inmiddels een bloeiende wobpraktijk, waar ook burgers veel gebruik van maken.

Bij de Europese Unie werken ambtenaren die afkomstig zijn uit al deze verschillende tradities. “Ik zie dat daar de verschillende bestuursculturen botsen. Als ik een wob-verzoek indien, beschouwen veel ambtenaren dat als agressief. Er heerst een cultuur van geheimhouding, en die is heel moeilijk te doorbreken.”

De wet die de openbaarheid op Europees niveau regelt, is nog jong. Hij stamt uit 2001. “Zoals met elke nieuwe wet, moeten rechtszaken uitwijzen hoe hij wordt toegepast.”

Dat gebeurde bij de database met landbouwsubsidies. De ombudsman oordeelde dat ook databases onder overheidsdocumentatie vallen. Inmiddels heeft de Europese Unie het bij wet verplicht de verdeling van de landbouwsubsidies jaarlijks openbaar te maken. Ook in Nederland worden deze gegevens sinds 2007 gepubliceerd, op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Of deze openheid een gevolg is van haar wobproject durft Alfter niet met zoveel woorden te zeggen. “Het volgt elkaar wel op in tijd.”

Trends in openbaarheid

Er zijn ook zorgen. Betrokken experts zeggen dat de transparantie onder druk staat. Wobverzoeken worden veelal tot in de rechtszaal uitgevochten. En bij de Europese Unie is een wetswijziging in de maak die het recht op toegang tot informatie zal beperken. Alfter vindt het lastig om in de strijd om openbaarheid te spreken van een positieve of juist negatieve trend. “In de jurisprudentie die nu aan het ontstaan is op Europees niveau, zijn er mee- en tegenvallers.”

Een meevaller: burgers kunnen voortaan informatie opvragen bij de European Medical Agency over bijwerkingen van medicijnen. Dit orgaan valt namelijk ook onder de openbaarheid van bestuur, zo oordeelde de ombudsman.

Een tegenvaller: een Beierse bierbrouwer mag niet weten welke ambtenaren er aanwezig waren bij een vergadering tussen de Europese Commissie en de Britse overheid. De zaak diende tot aan het Europees Hof, dat oordeelde dat vanwege de privacy van de aanwezigen deze informatie niet openbaar hoefde te worden gemaakt. Alfter spreekt op haar Watchdogblog van een “zwarte dinsdag”.

“Het argument van privacy is een excuus.” Bij de belangenafweging tussen privacy en openbaarheid, wint privacy, ook in Nederland, steeds meer terrein. Alfter: “Er zijn welomschreven wetten in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens over wat privacy is. Een ambtenaar die uit hoofde van zijn functie bij een vergadering is, wordt niet aangetast in zijn privacy als bekend is dat hij er bij was.”

Hoe het zich ook verder ontwikkelt, journalisten moeten volharden, is de overtuiging van Alfter. “Uiteindelijk komt het neer op twee dingen, geld en macht. Wij delegeren macht aan de overheid om ons te besturen. Dan moeten we ook zo goed mogelijk kunnen controleren wat ze met die macht doen. Democratie maken we met zijn allen.”

Dinsdag 28 september is het de internationale Right to Know Day. In Den Haag organiseren verschillende organisaties, waaronder de VVOJ, NVJ, Bigwobber en Amsterdam Open Innovative Capital een avond over de kansen van en problemen met de WOB. Dan zullen ook de meest Transparante Ambtenaar 2010 en de Obstructor 2010 worden verkozen. Bekijk hier de genomineerden. Voor meer informatie over de avond: www.bigwobber.nl.