Louise Fresco: idealist met macht

 

3336569149_95e8c8f8c5Louise Fresco is een ‘intellectueel pur sang’ die alles lijkt te kunnen. Ze vervult een waslijst aan functies in de wetenschap, de publieke sector, het bedrijfsleven en de kunsten. Maar zou de beschaafde Fresco in haar streven naar een duurzame wereld niet effectiever zijn in de politiek? “Het is geen straatvechter.”

Toen de onderhandelingen over een nieuw kabinet deze zomer weer eens spaak liepen, stelde dagblad NRC Handelsblad voor om over te stappen op plan B: een zakenkabinet. Tussen de namen van de gedroomde ministers – Ivo Opstelten als premier, Jaap de Hoop Scheffer als minister van Buitenlandse Zaken en Alexander Rinnooy Kan op Onderwijs – prijkte ook de naam van Louise Fresco (58) als minister van Milieu en Landbouw. Terwijl Fresco niet eens lid is van een politieke partij.

Een blik op haar cv is echter voldoende om te begrijpen waarom zij voor het NRC de ideale minister van Milieu en Landbouw is. Na een carrière bij de voedsel en landbouworganisatie van de Verenigde Naties waar zij het schopte tot adjunct Secretaris Generaal, werd zij in 2006 Universiteitshoogleraar Duurzame Ontwikkeling in Internationaal perspectief aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Een kleine greep uit haar andere werkzaamheden: ze is kroonlid van de Sociaal-Economische Raad, lid van de Raad van Commissarissen van de Rabobank, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en het internationale team dat het in opspraak geraakte klimaatpanel van de VN doorlichtte. Ook publiceerde Fresco romans waarvan de Utopisten werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en schrijft ze iedere twee weken een column in het NRC Handelsblad en de studentenkrant Folia.

“Ik ken niemand die zoveel doet als Louise”, zegt Helen Westerik die met Fresco een lezingen- en filmserie over eten en film organiseerde, wat resulteerde in een gezamenlijk boek. “Op de meest bizarre tijdstippen, heel laat ’s avonds of heel vroeg ’s ochtends, stuurde ze mailtjes met ingevingen: een plaatje waar we iets mee kunnen, een film die haar binnenschiet, een mogelijk komisch antwoord.”

Brede interesse

Naast de veelheid aan bezigheden is het vooral haar brede interesse die opvalt. Woorden die ondervraagden direct te binnenschieten bij Fresco zijn ‘erudiet’ en ‘intellectueel pur sang.’ Ook collega hoogleraar aan de UvA Robbert Dijkgraaf, die zelf tientallen werkzaamheden combineert, staat versteld. “Maar ik ken ook niemand die zo vaak nee zegt.”

Zo werd ze in 2009 als eerste Nederlander gevraagd om een Ted Talk te houden in Californië. Hier verzamelen zich jaarlijks de slimste en meeste succesvolle mensen ter wereld voor een serie lezingen. Alleen de meest inspirerende denkers worden uitgenodigd. “Dit soort uitnodigingen stelt ze zeer op prijs”, zegt goede vriend RudyRabbinge, die haar al sinds 1970 kent. “Ze houdt ervan om gefêteerd te worden en vindt het fijn om erkenning te krijgen voor alle dingen die ze doet.”

Met haar handen in een bak deeg spreekt Louise Fresco de fine fleur van de creatieve, academische en bestuurlijke wereld toe. Ze vraagt het publieke of ze de voorkeur geven aan een voorverpakt wit fabrieksbrood of aan een volgranen brood dat ambachtelijk is bereidt. Bijna iedereen kiest voor het laatste. Terwijl Fresco aan het bakken slaat, legt ze uit dat juist het fabrieksbrood de wereld op een positieve manier heeft veranderd. Dat brood symboliseert dat eten voor een groot deel van de wereld overvloedig en betaalbaar is geworden. “Hierdoor kunnen jullie nu naar Ted Talks luisteren zonder je druk te maken of je wel te eten hebt.”

Op het podium staat een elegante vrouw: slank met een volle bos donker haar tot op de schouder, parelketting en zwarte plooirok. Het geitenwollensokken imago dat je misschien verwacht bij een hoogleraar duurzaamheid die in haar columns regelmatig pleit voor meer soberheid en matige consumptie is ver te zoeken.

Realistisch Idealisme

Fresco zet zich niet alleen in voor een beter klimaat of duurzaamheid. “Het gaat haar om de ongelijkheid in de wereld”, zegt Dijkgraaf. “Ze voelt zich daar verantwoordelijk voor. Het leuke aan Louise is dat ze heel speels, bijna meisjeachtig met al die zware taken omgaat.”

Volgens Rudy Rabbinge is haar kracht dat ze wel idealistisch is maar niet dogmatisch. “Doordat ze zo breed ontwikkeld is, kan ze veel makkelijker relativeren en zaken in perspectief plaatsten.” Daarnaast is ze volgens Robbert Dijkgraaf ook realistisch.

Dit realistisch idealisme komt ook in haar persoonlijk leven tot uiting. Westerik: “Je zal haar niet met twintig tassen de uitverkoop uit zien lopen. Ze is ook matig met vlees en vis. Maar bij een banket of officiële gelegenheid zal ze geen eten weigeren, want niets is zo onbeleefd als dat.”

“Ze houdt van de dingen die het leven mooi maken en die anderen misschien als luxe zouden bestempelen zoals theater, musea en muziek”, zegt Rabbinge. “Ze draagt ook dure kleding maar die gaat wel langer mee.” Juist die nuchtere houding maakt haar geloofwaardig volgens Rabbinge.

Muisje

Fresco kreeg haar brede algemene ontwikkeling van huis uit. Haar vader was filosoof en classicus en ze groeide op in een huis vol boeken. Eerst in Nederland, vanaf haar negende in Brussel. Ze was een ziekelijk kind dat vaak thuis moest blijven en de verlegen Louise besteedde meer tijd aan lezen dan spelen met vriendjes en vriendinnetjes. Rond haar tiende begon ze al aan Kant “Ik was echt een muisje met een boekje in een hoekje”, vertelt ze in het Marathoninterview van de VPRO in 2008.

Na het gymnasium twijfelde Fresco of ze tropische geneeskunde of landbouwkunde moest gaan studeren. Maar toen realiseerde Fresco zich al dat het weinig zin had om mensen beter te maken als ze vervolgens niets te eten hadden. Het was de tijd van de Biafra crisis in Nigeria en het Westerse publiek werd voor de eerste keer via de media geconfronteerd met uigemergelde kindjes met opgezwollen buikjes. “Ik had heel erg sterk het gevoel, zeker op die school met vele nette diplomate kindertjes en zelf komend uit een heel net milieu dat…dit een verplichting geeft om iets te doen”, vertelt ze in het Marathoninterview.

In 1970 keerde Fresco terug naar Nederland, naar de Universiteit Wageningen om landbouwkunde te gaan studeren. “Daar viel ze direct op”, vertelt Rabbinge, die op dat moment les gaf in Wageningen. “Ze was belezen, sprak meerdere talen en bezat toen al een enorme gedrevenheid en was ook niet bang daar voor uit te komen.” Het stille muisje in een hoekje met een boekje was een ‘zelfverzekerde en sociale’ jonge vrouw geworden.

Bewijzen

Na haar studie vetrok Fresco naar Afrika voor onderzoek. Ze bracht jaren door in onherbergzame gebieden verstoken van stromend water of elektriciteit en sliep vaak op het dak van haar auto. “Ik wilde toch bewijzen dat ik dat ook allemaal kon”, zei ze later. Ze deed daar onder andere onderzoek naar de cassaveteelt, een onderwerp waarop zij in 1986 cum laude promoveerde. Professor Flach bij wie zij promoveerde maakte de opmerking: “Niet getrouwd, geen kinderen: die gaat nog ver komen.” Het huwelijk en de kinderen zijn er ook nooit gekomen maar Fresco schopte het inderdaad ver.

In 1990 werd ze hoogleraar plantaardige productiesystemen in Wageningen, tot dan toe een mannenwereld. Universitair hoofddocent Nico de Ridder haalt herinneringen op aan een veldtrip naar Burkina Faso. “We moesten een monster nemen van de bodem met een handboor. Maar die grond was zo ontzettend hard en droog, daar was echt niet doorheen te komen. Het was geen enkele man gelukt maar toch probeerde Louise met dat fragiele lichaam van haar, met alle macht om die boor wel de grond in te krijgen. Dat lukte haar natuurlijk ook niet”, lacht De Ridder. “Maar ze probeerde het wel. Dat was typisch voor Louise, dat ze het gevoel had dat ze het beter moest doen dan de mannen. Dat was trouwens overbodig want er was echt niemand die aan haar capaciteiten twijfelde.”

De Ridder denkt ook met veel plezier terug aan de avonden dat Fresco hem en andere collega’s wegvoerde van de universiteit naar restaurants en cafés om te brainstormen. Aan het einde van de avond waren de papieren placemats vol gekalkt met tabellen, grafieken en de meest creatieve ideeën voor onderzoek.

Die creativiteit komt ook tot uiting in de lezingen die ze geeft. “Ze nam ons tijdens een lezing mee in een luchtballon over de wereld. Af en toe daalden we neer om een bepaald gebied beter te bestuderen om weer op te stijgen naar het volgende gebied.” Met haar creatieve lezingen wist ze ook haar studenten te boeien. Ze gaf ze de opdracht om literatuur te lezen van schrijvers uit Japan, Afrika en Zuid-Amerika om hun horizon te verbreden.

In 1997 vertok Fresco naar de FAO in Rome waar zij snel opklom tot adjunct Directeur Generaal. De Ridder denkt dat ze naar de FAO ging omdat ze dacht dat ze daar meer kon betekenen. Dat bleek uiteindelijk tegen te vallen. Rabbinge: “Ze was teleurgesteld over de manier waarop die organisatie werd geleid, miste slagkracht.” Dat blijkt ook uit de kritische ontslagbrief die ze in 2006 schreef en die uitlekte uit naar de Britse krant de Guardian. Fresco ontkent daar iets mee te maken te hebben maar De Ridder vermoedt dat zij die brief zelf heeft gelekt. “Ze wilde duidelijk maken wat daar mis ging.”

Terug in Nederland vond zij snel haar weg naar invloedrijke posities in de wetenschap, de publieke sector en het bedrijfsleven. De Volkskrant zette haar vorig jaar op nummer 31 in de top 200 van de meest invloedrijke personen. Ze was daarmee de vierde vrouw op de lijst. Volgens Dijkgraaf slaat ze bij uitstek de brug tussen wetenschap en beleid.

Mensen die met haar samenwerken roemen haar overtuigingskracht. ‘Of ze overtuigend kan zijn’? Robbert Dijkgraaf schiet in de lach. “Jaha zeker.” De Ridder beaamt dit. Ze wilde mij aanstellen als universitair hoofddocent maar dat kon eigenlijk helemaal niet omdat ik nog niet was gepromoveerd. Louise kreeg dat toch voor elkaar. Niet door te zeggen: ‘dit moet zo gebeuren.’ Nee, dat pakte ze toch een stuk charmanter aan.” Rabbinge: Argumenteren dat kan ze als geen ander. En als de argumenten niet goed genoeg zijn, dan komt ze met nieuwe argumenten.”

“Wanneer het haar toch niet lukte om mensen te overtuigen om de weg in te slaan die zij voor ogen had, kon ze wel eens chagrijnig worden”, herinnert de Ridder zich. ‘Ze was dan even minder benaderbaar. Ze kan niet zo heel goed tegen haar verlies.”

Minister van Duurzaamheid?

Eén van de weinige domeinen waar Fresco tot nu toe niet actief was, is de politiek. Niet dat ze nooit gevraagd is. Volgens De Ridder verscheen ze midden jaren negentig al op allerlei lijstjes. “Maar daar maakte ze zelf altijd een grapje van.”

Zelf pleitte ze in een interview met Trouw voor een nieuwe ministerspost: een minister van duurzaamheid die staat voor een integrale aanpak. Is zij niet die gedroomde minister? Is dat niet  de plek waar zij haar streven naar een meer sociale en duurzame wereld echt kan laten gelden?

Of Fresco het goed zou doen in de politiek is de vraag. “Ze heeft voldoende bestuurlijke ervaring en inhoudelijke kennis maar ze is geen straatvechter. En dat moet je tegenwoordig toch wel zijn in de politiek”, zegt Rabbinge die zelf Eerste Kamerlid was voor de PvdA van 1999 tot 2007. “Hufterig gedrag wordt tegenwoordig geaccepteerd. Je kan van alles en nog wat roepen. Voor iemand die zo netjes en beschaafd opereert als zij, wordt het heel moeilijk om zich daar te handhaven.”

“Ik denk dat mensen vaak de politiek ingaan vanuit een bepaalde naïviteit en als Louise één ding niet is, is het naïef”, zegt Dijkgraaf. “Louise weet heel goed hoe het politieke wereldje in elkaar steekt. Ze heeft er ook een roman over geschreven.” In de Utopisten gaat de idealistische Michiel van Straten die staatssecretaris wordt van Technologie en Milieu, ten onder aan politiek gekonkel en een log bestuurlijke apparaat.

“Ze zou een hele goede reden moeten hebben om daar aan te beginnen”, aldus Dijkgraaf. “Ik zie dat niet voor me. Ik denk overigens wel dat ze het heel goed zou doen. Ik geloof alleen niet dat ze er gelukkig van zou worden.”