Lezen omdat het moet

Boeken voor kinderen verkopen steeds beter dan boeken voor volwassenen. Maar dat betekent niet dat ze ook meer gaan lezen, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. “Ik las omdat het moest.”

foto: Emmy Paauw?
foto: Emmy Paauw?

Een lerares van groep vijf van een basisschool  in Dinxperlo heeft geturfd: van de 26 leerlingen in haar klas vinden negen kinderen lezen echt leuk. Eén daarvan pakt in haar vrije tijd een boek. Twintig kinderen gaan liever computerspelletjes spelen of televisie kijken.

Kinderen lezen weinig, zo blijkt ook uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Een enquête onder 515 kinderen tussen tien en twaalf jaar wees uit dat tien procent van de jongens en anderhalf procent van de meisjes nooit in hun vrije tijd lezen. Gemiddeld lezen de kinderen één keer per week een boek. Wel kijken ze zes dagen per week televisie, gebruiken vijf dagen per week internet en spelen vier dagen per week videospelletjes.

Een gemiste kans, stellen de UvA-onderzoekers. Zij concluderen dat kinderen die in hun vrije tijd graag lezen, hogere Cito-scores halen. Tegelijkertijd heeft het gebruik van andere media zoals televisie, internet en computerspelletjes een negatief effect op deze score. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat lezen de enige manier is om deze score te verbeteren. Dat geldt voor jongens als meisjes, voor allochtone en autochtone kinderen en voor kinderen met een leesprobleem als dyslexie.

Twee voor Nederlands, twee voor Engels, en twee voor Duits.

Ook Stichting Lezen bevestigt dat kinderen steeds minder tijd aan lezen besteden. Het probleem ligt volgens de organisatie vooral bij het voortgezet onderwijs. “Tot een jaar of twaalf lezen kinderen nog wel, maar daarna stoppen ze. Vooral de jongens”, zegt een woordvoerder van de stichting. Een havoleerling die anoniem wil blijven, las in zijn eindexamenjaar zes boeken. “Twee voor Nederlands, twee voor Engels, en twee voor Duits. Ik deed het omdat het moest, net als alle jongens”.

Volgens het Ministerie van het Onderwijs is er geen verplicht leesprogramma in Nederland. Zowel basisscholen als middelbare scholen mogen zelf bepalen wat en hoeveel kinderen lezen. “De onderwijsinstelling moet zorgen dat kinderen kunnen lezen en leuk gaan vinden,” zegt Wim Moorman, directeur van de Bombardon, een school voor speciaal onderwijs in Almere. “Wat kinderen niet kunnen, vinden ze niet leuk”. De ouders hebben daarin volgens de directeur een grote invloed. Moorman: “Kinderen uit gezinnen waar veel wordt gelezen, vinden lezen over het algemeen leuker dan kinderen die thuis nooit een boek hebben gezien. Alleen hebben wij helaas geen invloed op de thuissituatie.” Een lerares van de school die anoniem wil blijven, vindt weinig leesplicht niet erg. “Nu hebben de kinderen veel meer keuze hoe ze zich kunnen vermaken. Als ze voor het lezen kiezen dan doen ze het in ieder geval bewust.”

Tolstoj en Dostojevski

Terwijl van de Nederlandse kinderen wordt verwacht dat ze op eigen initiatief of met een klein duwtje in de rug gaan lezen, gaat het er in sommige landen anders aan toe. In Rusland wordt vanaf het eerste schooljaar verplicht gelezen. Scholieren en hun ouders krijgen elke zomer een literatuurlijst met dertig tot veertig boeken. Voor het begin van het schooljaar moeten deze uitgelezen worden.

Russische scholieren van zes jaar oud lezen Russische en buitenlandse volkssprookjes, liederen en kinderboeken. Vanaf de derde klas komen er verhalen van Tolstoj, Dostojevski, Tsjechov en Zoschenko bij. Voor zijn vijftiende moet iedere scholier de belangrijkste werken van Russische literatuurmeesters als Gogol, Tolstoj en Dostojevski hebben gelezen.

Het voortbestaan van dit literatuuronderwijs in Rusland is niet zeker. De regering is van plan om het onderwijssysteem in het geheel naar de Europese normen te veranderen. Het betekent dat literatuur één van de keuzevakken zou kunnen worden. Maar ook de huidige leesplicht op school garandeert geen positieve leesgewoontes. Uiteraard is niet ieder Russisch kind dol op lezen; velen zien dat als verplichting. Ook in Rusland wordt elk jaar steeds minder gelezen.

De Russische premier Vladimir Putin maakt zich zorgen. “We waren altijd één van de meest belezen landen ter wereld. We lopen het gevaar om deze status te verliezen”, zo zegt hij op 28 september tijdens een bijeenkomst van de Russische boekenbond. Ook de boekenbond ziet de toekomst van het lezen van boeken in Rusland somber in. Volgens hen leest 46 procent van de bevolking helemaal geen boeken. De Russische jeugd staat op de 43ste plaats in de wereld qua interesse in het lezen. Ook komen er bijna geen nieuwe kinderboeken uit.

Superhelden

Kinderen in Nederland mogen dan minder gaan lezen, de verkoop van het kinderboek blijft volgens de boekwinkels Bruna en Scheltema stabiel. En dat terwijl de verkoop van literatuur voor volwassenen achteruit gaat. Volgens GFK (Growth From Knowledge) Panel Benelux is de verkoop deze boeken in 2010 met drie procent gedaald. Boekhandel Van Pampus op het Amsterdamse KNSM-eiland bestaat twee jaar en verkoopt gemiddeld 1500 boeken per maand. Een afzet die te danken is aan het succes van kinderboeken. “Meestal halen ouders boeken voor kinderen, maar soms komen kinderen zelf met een bundeltje met centjes. Meisjes vaker dan jongens. Dan geef ik ze klein beetje korting”, zegt de eigenaar van de winkel Carel van Pampus.

De Kinderboekenweek, dit jaar van 5 tot 15 oktober, moet de leesinteresse bij kinderen stimuleren. Het thema is ‘Superhelden’. Ook de boekhandel van Carel van Pampus doet mee. In deze winkel kunnen kinderen een superheld diploma halen. Van Pampus en andere boekwinkels blijven kinderboeken verkopen. De vraag is of ze gelezen worden.