Hoe het postkantoor Amsterdam verliet

postkantoorAmsterdam verliest zijn postkantoren. Gisteren sloot de laatste vestiging op het Waterlooplein haar deuren. Tot groot verdriet van klanten en medewerkers.

“Natuurlijk weten wij al anderhalf jaar dat wij op een gegeven moment weg moeten. Maar vandaag voelt het voor het eerst echt: sommige mensen die hier al jaren hebben gewerkt zijn er vandaag voor het laatst”, zegt Erik, een 55-jarige medewerker van het postkantoor op het Waterlooplein in Amsterdam. Na 34 dienstjaren is het zijn een na laatste werkdag.

Morgen, op 6 oktober, als het laatste postkantoor in Amsterdam voorgoed dichtgaat, raken nog meer mensen werkloos. Gemiddelde leeftijd van postkantoormedewerkers is 55 jaar, de meeste hebben dertig tot veertig dienstjaren achter de rug. Ze hebben weinig kans op een nieuwe baan en hun pensioenopbouw is  onzeker.

“Ding-ding”. De bel roept de volgende klant naar de balie vier. Op woensdagochtend om 9.10 zijn bij het postkantoor op het Waterlooplein maar een paar klanten te bekennen. Terwijl een klant een volgnummer trekt, roept de baliemedewerker hem al op. Het lokaal is bijna leeg. Pakjes met kaartenveloppen zijn voor vijftig cent in de aanbieding. Er staan bijna geen folders meer op de ING-stands.

Geen zin in media

“Schrijf je een reportage? Iets over een triest halfleeg postkantoor met vergrijzende medewerkers die niets te doen hebben?” Erik heeft geen zin in de media. “Het is al het zoveelste postkantoor dat ik moet sluiten.” Met een studente  wil hij wel praten. “Alleen omdat je het voor school nodig hebt. Anders moet je morgen tegen docenten zeggen dat niemand van het postkantoor met je wou praten. Ik zal wel tegelijkertijd mijn werk doen.” Erik pakt een stapel aangetekende enveloppen en vraagt mij mee naar de keuken. Met al zijn werkervaring kan hij zonder moeite werken en praten tegelijk. “Ik zit al een tijdje in de ondernemingsraad van de Postkantoren BV, ik wil niet met mijn naam in de krant”, benadrukt hij gelijk.

Het raam van de keukenruimte van het laatste Amsterdamse postkantoor kijkt uit op de vlooienmarkt op het Waterlooplein. Nieuwsgierige toeristen snuffelen bij de kraampjes naar goedkope spullen. “Ik heb net een warme handdruk gekregen!” Een collega van Erik komt binnen met een flauwe glimlach op zijn gezicht. “Alleen jij?” vraagt Erik nieuwsgierig? “Ja, alleen ik.” De man, die zojuist werd bedankt voor goede dienstverlening, kijkt triest uit zijn ogen.

Sinds in 2008 werd besloten dat de postkantoren langzaam moesten sluiten, moesten 2500 medewerkers op zoek gaan naar een nieuwe baan. “Voor sommige mensen is het werk een sociale bezigheid die ze nu dreigen kwijt te raken”, zegt Erik. Het gevoel van een onvolmaakte carrière en van maatschappelijke onbelangrijkheid zijn vaak de  redenen voor verdriet.

En nu?

Medewerkers van de postkantoren die weg moeten vanwege de sluiting hebben een goed sociaal plan. “De beslissingen daarover zijn net voor de crisis genomen. Het is een stuk beter dan wat bijvoorbeeld medewerkers van TNT krijgen”, legt Erik uit.

“Ik heb twee zonen in huis”, zegt Marja, de 58-jarige baliemedewerkster. “Ik ben alleenstaand, mijn vader is onlangs overleden, daar heb ik wat centjes van. Een geluk bij het ongeluk.” Financiëel kan ze het nog net redden, maar het idee van hele dagen thuisblijven zit haar dwars. “Ik volg een opleiding voor medisch secretaresse, hopelijk kan ik deze aanstaande maart afronden en een baan vinden. Op mijn kinderen hoef ik niet te passen, dus thuis zit ik toch maar alleen.”

Sluiting van postkantoren

Het Amsterdamse postkantoor op het Waterlooplein is het een na laatste kantoor in Nederland dat haar deuren gaat sluiten. De stadsbewoners moeten nu voor de postzaken naar de supermarkten en kleine gemakswinkels. Van 860 postkantoren die in de jaren tachtig waren, blijft er geen een over. De beslissing van TNT en ING bank als aandeelhouders van Postkantoren BV om los van elkaar verder te gaan, is gevallen in maart 2008. Toen waren er nog 250 ‘echte’postkantoren open. Met computerisatie, toename van bankfilialen en kleine postagentschappen bleek hun bestaan overbodig te zijn en moest Postkantoren BV alle filialen voor eind 2012 sluiten. Het proces ging sneller dan gedacht: het laatste Nederlandse postkantoor in het Utrechtse monumentale pand aan de Neude gaat dicht op 28 oktober.

Ook voor de 52-jarige Elna  die 36 jaar die bij verschillende vestigingen werkte, is geld niet het probleem. Ze heeft net haar goede vriendin uitgezwaaid, die speciaal uit de regio Purmerend is gekomen om Elna op haar laatste werkdag te groeten. “Mijn man en ik zullen het financiëel wel redden. Alleen wat moet ik thuis doen? Hele dagen wassen en dweilen? Daar heb ik geen zin in. Ik heb bij de gemeentelijke afdeling burgerzaken gesolliciteerd, daar heb ik een opleiding voor gevolgd, maar je komt er niet tussen.”

Hoe vervelend ook voor de medewerkers, de klanten zouden theoretisch niet veel moeten merken aan verdwijning van de postkantoren. Gemiddeld genomen komen er 2,5 bemiddelingspunten bij in de plaats van elk gesloten postkantoor. Het is de bedoeling dat na de sluiting van alle kantoren mensen bij circa 2600 winkels terecht kunnen voor hun postzaken.

Generatiekloof

De jongere generatie heeft weinig moeite met verdwijnende postkantoren. “Ik vind de service toch niet zo goed, als ik iets vraag over ING krijg ik een foldertje toegestopt. En geldzaken gaan allemaal via het Internet. Dus laat maar sluiten”, zegt een blond meisje van in de twintig.

De oudere generatie denkt daar anders over. “Wat erg! Ik kom hier iedere week naartoe om geld te halen. Ik vind het niet veilig met die machines buiten”, zegt een 83-jarige mevrouw met verzorgd haar en felle make-up. “Wat een ramp! Ik woon op de hoek van de Utrechtsestraat en de Keizersgracht. Vroeger liep ik hier naartoe, nu kom ik met lijn negen. Voor mij is het een uitstapje, net als vroeger naar het heel mooie postkantoor bij de Dam, waar nu het winkelcentrum is”, zucht een klein oud vrouwtje van in de negentig.

Ook de 54-jarige Marijke baalt. “Vroeger kon je voor een bepaald aantal zaken zoals postzegels, strippenkaarten, post, tickets en autoregistratie terecht bij het postkantoor.” Tegenwoordig koopt Marijke kaartjes bij de sigarenboer, om een pakketje te versturen moet ze naar de drogist, geld opnemen of storten kan ze alleen bij de bank en voor een overschrijvingsbewijs van een auto weet ze helemaal niet waar ze naartoe moet. “En de service bij al deze punten is verschrikkelijk. Ik heb het wel eens meegemaakt dat ik zelf het pakje kreeg dat ik verstuurde. En wel acht euro voor betaald!”

Erik is niet verbaasd over de slechte service bij de nieuwe postagentschappen. “Vaak staat bij zo’n  winkel een meisje van 17-18 jaar postzaken af te handelen. Zij kost weinig voor de werkgever, maar weet ook niets en heeft amper ervaring.” Hijzelf moest een 9-maanden lange opleiding volgen toen hij in 1977 begon bij De Postcheque- en Girodienst (PCGD). “De PTT was naast Defensie een van de weinige organisaties waar ook gymlessen in de interne opleiding verplicht waren.”

Confronterend

Mannelijke collega’s van Erik komen de keukenruimte binnen, wisselen een paar woorden met elkaar en gaan weer werken. “Het is erg confronterend om over de sluiting te praten, het is nu zo dichtbij is”, zegt Martin, de 55-jarige filiaalmanager. “Als je dat iedere dag aan honderden klanten moet vertellen, die natuurlijk puur uit belangstelling vragen stellen, besef je zelf al een hele tijd hoe erg het eigenlijk is.”

Hij werkt er al 38 jaar en heeft een carrière gemaakt van postbezorger tot filiaalmanager. “Het leukste was toen wij nog tickets voor concerten verkochten. Een keer hadden wij kaarten voor de Rolling Stones en toen ik op een regenachtige avond om zes uur het kantoor ging sluiten, zat de eerste fan al op de stoep. Ik heb hem toen een grote paraplu gegeven en gezegd: ‘Tot morgen! Ik ga lekker naar huis!”

Nu moet Martin een andere baan zien te vinden. Zijn dochters zitten nog op school en de opleidingen moeten betaald worden. “Als je weggaat van het werk dat je geweldig vond is het heel moeilijk om naar een ander bedrijf te gaan en over te brengen dat je heel graag bij ze wilt werken.”

“Ik mag per 1 november beginnen als beleidsmedewerker bij de Purmerendse Scholengemeenschap” zegt de 55-jarige regiomanager Jan vrolijk als hij de keuken binnenloopt. Het was aan hem om binnen het in 2008 aangenomen krimpbeleid te bepalen welke medewerkers in welke volgorde en onder welke voorwaarden afscheid moesten nemen. Naar eigen zeggen kon hij daar nachten wakker van liggen.

En toch vindt hij de treurige sfeer die er vandaag hangt niet helemaal gepast. “Van de mensen die tot nu toe weggegaan zijn, heeft 70 procent nieuwe banen gevonden waar ze heel blij mee zijn. Natuurlijk, voornamelijk oudere mensen zijn overgebleven. En natuurlijk maakt leeftijd het wat moeilijker om een nieuwe baan te vinden, maar er zijn zat verdrietige mensen bij die in 3,5 jaar nog nooit een sollicitatiebrief hebben verstuurd.”

“Bovendien krijgen ze nu gemiddeld twintig tot zestig duizend euro mee en eventuele re-integratiebegeleiding.” Jan was zelf 2,5 jaar bezig voordat hij de nieuwe aanstelling heeft gekregen.

 Ook Erik is goed voorbereid op de toekomst. In het afgelopen paar jaar heeft hij op kosten van het postkantoor zijn grote rijbewijs gehaald en hij heeft nu al nul-uren contracten bij een taxibedrijf en bij een touringcars bedrijf, waar hij nu meer kan gaan werken.

Nostalgie

Vandaag hebben Erik en zijn collega’s het nog over de oude tijden, toen niets aan de hand was. Ze denken aan grappige dingen, om niets mopperende klanten, BN’ers die zich niet wilden legitimeren en klanten die zomaar met cadeautjes aankwamen.  “Soms bleef je iets langer open voor de klant, of kon je een pakketje persoonlijk bij iemand langsbrengen als die het niet zelf kon meenemen”, zegt Erik. “Je zat jaren bij hetzelfde kantoor en je kende iedereen en iedereen kende jou, of je het leuk vond of niet.”

Rond 16.00 nadert het aantal verstrekte volgordebonnetjes 300. “Op een goede maandag bedienden wij rond 600 klanten”, zegt Jan. “Vroeger was het 1000. Maar vandaag is het erg rustig.” Baliemedewerkers lopen heen en weer, maken praatjes met elkaar en met verbaasde klanten en ruimen de laatste dingen op.

Nee, ze gaan niet verbouwen en ook niet verhuizen. Ze gaan voorgoed weg. Het pand wordt overgenomen door een van de gemeentelijke diensten. Kaarten en chocola liggen al op de keukentafel. Morgen is nog meer te verwachten, zoals patat en loempia’s van de buren van de markt, waarmee het postkantoor bevriend is geraakt.

Donderdag om 15.00 gaan de deuren van het postkantoor op Waterlooplein 10 dicht. Als clustermanager zal Jan het kantoor moeten afsluiten. Jan lijkt meer dan andere medewerkers gewend te zijn om afscheid van collega’s te nemen. “Als je lang met elkaar hebt samengewerkt, is het moeilijk. Maar je went eraan. Het is net als een stervende begeleiden. Op een gegeven moment is het klaar, dan gaat iedereen zijn eigen kant op.”