‘De bankiers liggen straks in een deuk’

De betogers van Occupy Amsterdam zijn niet alleen tegen de banken, maar ook tegen de politiek. Politieke partijen zijn “veel te strak georganiseerd, veel te oubollig”. Op zoek naar nieuwe vormen van verzet.

Woede op het beursplein. Foto: Eva de Valk
Woede op het beursplein. Foto: Eva de Valk

Mark Rutte kruipt op handen en voeten over de grond. Aangelijnd, door een bankier in een driedelig pak: een schoothond van het grootkapitaal. Andere betogers zijn niet verkleed maar houden het bij een spandoek: ‘Den Haag is er voor de banken! Wie is er voor ons?’, ‘De top mag graaien, de rest laat zich naaien’, en ‘Belast de rijken. Tel uit je winst!’. Een klein dametje uit haar woede nog eenvoudiger: ze heeft een handschoen op een stok gezet. Een opgestoken middelvinger.

Boos zijn de betogers van Occupy Amsterdam. Zo’n 1.500 demonstranten verzamelden zich afgelopen zaterdagmiddag op het Beursplein in Amsterdam, in navolging van de bezetting van Wall Street in New York. Hun woede richt zich in eerste instantie tegen banken en financiële instellingen, maar ook tegen de politieke partijen en de vakbonden. SP-leider Emile Roemer en PvdA-kamerlid Ronald Plasterk kwamen langs om hun steun te betuigen, maar veel demonstranten hadden daar geen boodschap aan. ‘Dit is niet de plek voor partijpolitiek’, stond op een van de spandoeken. Of, zoals Jelle Brandt Corstius twitterde in de aanloop van de demonstratie: ‘SP’ers en FNV’ers die naar Occupy Amsterdam komen: hulde! Maar laat petjes en ballonnetjes met logo thuis.’ Waarom voelen de demonstranten zich niet thuis bij de klassieke politieke instituties? En hoe willen zij iets veranderen aan het systeem als ze er zelf geen onderdeel van willen uitmaken?

Geld

Ferdinand Lang, een jonge jongen met donkere kleding en een ernstig gezicht, deelt flyers uit van de zogeheten Zeitgeist-movement. Een beweging die af wil van het monetair systeem en oproept tot een nieuwe organisatie van de wereld, gebaseerd op een eerlijke verdeling van grondstoffen. “Alle sociaal-economische problemen komen voort uit ons geloof in geld”,  legt Lang uit. “Geld is een illusie, een manier om banken rijk te maken en anderen buiten te sluiten.” De zittende politieke partijen wijst hij per definitie af, want “zij houden de illusie in stand”. Als je echt vrij wilt zijn, moet je dan ook leren te leven buiten het economisch systeem, denkt hij. Door zelf groenten te verbouwen bijvoorbeeld, je eigen kleding te maken. “Dat proberen wij mensen te leren. Als het systeem echt instort, ben je tenminste in staat jezelf te redden. En anderen natuurlijk.”

Weinig vertrouwen in de politiek. Foto: Eva de Valk
Weinig vertrouwen in de politiek. Foto: Eva de Valk

Andere demonstranten hopen dat politici het protest zien als oproep tot ingrijpende hervormingen. Zoals Paul Metz, een man met grijzend haar en een keurige beige mantel. Metz is in het dagelijks leven consultant bij een bedrijf voor duurzame energie, vandaag is hij in Amsterdam om de onvrede te ondersteunen. “De banken hebben de gelegenheid gekregen om zichzelf te veranderen”, zegt hij. “Dat hebben zij niet gedaan.” Hij steekt zijn wijsvinger op: “Nu is de politiek aan zet. Zij moeten de regie nemen. Anders gaat het straks echt mis, en krijg je een oproer van mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt of anderszins de dupe zijn van de crisis.” Politici moeten dus het werk doen, maar zij moeten wel vaart maken. Metz: “Hoe langer ze wachten met ingrijpende hervormingen, des te groter de schade.”

Internet

Dan is er nog een groep demonstranten die het politieke systeem willen vernieuwen via internet. Jos Blok bijvoorbeeld, ICT’er uit Maastricht. Hij is teleurgesteld in de politiek. De laatste verkiezingen heeft hij op Wilders gestemd, maar die bereikt volgens hem niet veel. Het politiek systeem is “veel te strak georganiseerd, veel te oubollig”. Blok draagt een Anonymousmasker, maar aan de achterzijde van zijn hoofd. Zijn gezicht is niet bedekt. “Ik hoef niet anoniem, iedereen mag weten dat ik hier sta.” Het liefst zou hij verkiezingen zien via internet, met referenda en gezamenlijk overleg. Net als bij Anonymous, een club internetactivisten waar hij deel van uitmaakt. Blok: “De meeste stemmen gelden. Duidelijk toch? Nu is het politieke systeem zo dat de meeste stemmen niet gelden. Je kiest ergens voor en daarna wordt het toch dezelfde kliek die het onderling regelt.”

Ook Ruben Vlek, een 25-jarige geschiedenisleraar uit Zoetermeer, draagt een Anonymousmasker. Internet heeft de wereld veranderd, en politici moeten zich aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid, vindt hij. “Het gaat om maximale transparantie. Hoe meer informatie, des te beter. Want dan kunnen mensen zelf een keuze maken.” In Berlijn stemden afgelopen maand negen procent op de Piratenpartij, een partij die zich inzet voor privacy van burgers op internet. Daar kan Vlek zich in vinden. “In de oude wereld is het zo dat een klein groepje bepaalt wat de rest te weten komt. De ene procent selecteert voor de rest. Nu kan iedereen zijn eigen informatie selecteren, en bepalen wat hij ervan vindt. Maar dan moet je natuurlijk ook echt invloed kunnen uitoefenen. Daar moet nog iets op worden bedacht.”

Occupy Amsterdam

‘Occupy  Amsterdam’ ging afgelopen zaterdag van start op het Beursplein. De betogers demonstreren tegen de macht van banken en sociale ongelijkheid, in navolging van de bezetting van Wallstreet die vier weken geleden is begonnen in New York. De Occupy-beweging wil een discussie op gang brengen over hoe de samenleving eerlijker kan worden georganiseerd.

Sinds zaterdag zijn er wereldwijd demonstraties onder de vlag van ‘Occupy’, onder andere in Brussel, Rome, Londen, Frankfurt, Tokio en Melbourne.  In Nederland werd zaterdag behalve in Amsterdam ook gedemonstreerd in Den Haag. In Rotterdam en Utrecht vonden demonstraties van kleinere schaal plaats.

Microfoon

Op de hoek van het plein staat een wit busje met een microfoon en geluidsinstallatie, waarbij steeds anderen het woord krijgen. Er is niet één leider, er is niet één boodschap. Iedereen die iets wil zeggen, kan de microfoon krijgen. De banken hebben ons bestolen, zegt een man met een rode clownsneus op. Er is een daklozenopvang voor vrouwen met kinderen waarop wordt bezuinigd en dat is heel erg, zegt een maatschappelijk werkster met overslaande stem. Ik krijg een Wajonguitkering en voel me bedreigd door het rechtse kabinet, zegt een meisje met een autisme stotterend. Laten we met een club mensen afspreken en kijken hoe we de wereldvrede kunnen bevorderen, zegt een ander. De meeste sprekers krijgen een applaus. Alleen als een jongen een samenzweringstheorie uit de doeken doet over “chemtrails”, chemische stoffen die vanuit vliegtuigen over ons heen zouden worden gesproeid, klinkt er boe-geroep.

Henk Keizer, een vijftiger uit Beuningen, schudt zijn hoofd. Hij draagt een SP-trui met een grote tomaat onder een rood SP-windjack. “Dit schiet niet op”, zegt hij geïrriteerd. “Het is allemaal gezellig, iedereen heeft een  mening. Nu staan ze hier en roepen ze ‘actie actie’, maar vanavond ligt iedereen weer thuis op de bank. En de bankiers liggen in een deuk. Die gaan maandag gewoon weer aan het werk.” Als je iets wilt bereiken, moet je je aansluiten bij een politieke partij, vindt hij. Hij kan er niet bij dat slechts 2,5 procent van de Nederlanders lid is van een partij. “Iedereen heeft het over politiek, iedereen doet of hij betrokken is. Maar ze gaan niet over tot echt handelen.” Hoe komt dat? Hij denkt even na. “Nederlanders zijn bang en lui geworden”, zegt hij dan.

Bang en lui zijn Nederlanders niet, denkt Jean Tilly, hoogleraar politicologie aan de UvA. Hij staat tegen het beursgebouw geleund en kijkt naar de vrolijke chaos op het plein. “Deze mensen zijn juist heel betrokken”, zegt hij, “maar hebben het gevoel dat de politiek is vastgelopen. Politici lukt het niet  echte hervormingen door te voeren. Die onvrede zie je in heel Europa. Mensen zoeken naar nieuwe vormen van politieke betrokkenheid.” Internet als mogelijkheid om burgers te betrekken en meer transparantie over besluitvorming zijn daar voorbeelden van. Enthousiast vertelt hij over het project G1000 in België, een initiatief van schrijver David Van Reybrouck. Daarin worden duizend willekeurig gekozen burgers bij elkaar gebracht om te overleggen over de toekomst van hun land in een zogeheten ‘burgertop’. Tilly: “De politieke situatie in België is natuurlijk uitzonderlijk slecht, maar die ontevredenheid over het functioneren van de democratie zie je overal terug.”

Zo'n vijftienhonderd demonstranten op het Beursplein
Zo'n vijftienhonderd demonstranten op het Beursplein

Of hij denkt dat Occupy Amsterdam ergens toe leidt? Hij fronst en kijkt over het plein. “Eigenlijk is dit de klassieke vorm van protest: de straat op gaan wegens gedeelde onvrede”, zegt hij. “Alle grote sociale bewegingen zijn ooit zo begonnen. Maar er is ook veel dat zo is begonnen en wat niets geworden is.” Na een tijdje moet wel duidelijk worden wat de betogers willen, en wie daar over gaat, zegt Tilly. Er zijn leiders nodig, en een plan. Dat is belangrijk voor de continuïteit.

De betogers beginnen tenten op te zetten. Om twaalf uur ’s staat er één koepeltentje, vijf uur later zijn dat er al een stuk of twintig. Voor een de tenten heeft een betoger een bordje geplaatst: ‘Wij gaan niet meer weg.’