Het marineterrein: verontreinigde toplocatie

De bodem van het Marine Etablissement Amsterdam is vervuild. Op meerdere plaatsen zit olie, zware metalen en teerachtige schadelijke stoffen in de grond en in het grondwater. Dat blijkt uit onderzoek van NAP Nieuws. De gemeente Amsterdam en het Rijk willen het terrein, dat nu nog in gebruik is bij de militairen, een nieuwe functie geven. Maar terwijl zij plannen maken voor het terrein, zijn de kosten van bodemsanering, die kunnen oplopen tot miljoenen, nog niet bekend.

Ingang van het marineterrein. (Foto: Annemarie van de Vijsel)
‘1879’ staat boven een oude poort, die met stenen is dichtgemaakt. Even verderop aan de Kattenburgerstraat staat de nieuwe toegangspoort. Een zware marineblauwe deur sluit de helft van de ingang af. Voor het andere deel zit een slagboom. Camera’s aan weerszijden. Het poortwachtershuisje heeft geblindeerde ruiten. “Legitimatie verplicht”, staat in grote zwarte letters op een wit bord.

De lange, oude muur onttrekt het marineterrein aan het zicht. Alleen de daken van de Defensiegebouwen steken boven de muur uit. Water omringt de andere kanten van het marineterrein, van het Scheepvaartmuseum tot het blokvormige gebouw aan het spoor. Wat er precies gebeurt op het marineterrein op Kattenburg, dat eeuwen geleden begon als scheepswerf, is van buitenaf moeilijk te zien. Laat staan wat er in de bodem zit.

Vervuiling
Saneringsbedrijven verwijderden de afgelopen twintig jaar een bovengrondse dieseltank, ruimden de vervuiling van twee loodsen op en saneerden een deel van de voorwerf. Maar daarmee was het terrein nog niet schoon. In 1999 werd het terrein plaatselijk gesaneerd. Maar toen bleef restverontreiniging achter in de bodem, zegt Barbara Verhallen van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam. “Die was ernstiger dan op andere plaatsen in de omgeving van het terrein.” Ook zijn er volgens haar nog steeds olietanks aanwezig op het terrein. Daaruit lekte olie in de grond en het grondwater. Er zit olie in de grond bij een gebouw ten noordwesten van de botenloods. Ook de aanwezigheid van zware metalen – lood, kwik, zink, cadmium – en PAK’s – teerachtige schadelijke stoffen – is bekend bij de milieudienst.

Geregistreerde verontreiniging in de bodem van het marineterrein

– Olie bij gebouw 27; geen ernstig geval (besluitdata in 2010);
– Loodgieterij bij loods 9 en 10: alsnog restverontreiniging (besluitdatum 30/11/2010);
– Bovengrondse dieseltank: gesaneerd, maar op 22/2/2008 nieuw geval ontdekt;
– Ophooglaag van voorwerf: deelsanering, maar niet geheel gesaneerd in 1997, dus vervolg op termijn.
(Bron: Bodemloket , informatie was bijgewerkt tot 9/4/2012)

Een “vervolg op termijn” kan volgens bodemdeskundige Paul Römkens zijn dat nog aangetoond moet worden dat de sanering klaar is.

De gemeente en het Rijk zijn al meer dan een jaar in gesprek over de mogelijkheden om het afgesloten terrein een openbare bestemming te geven. Defensie overweegt het marineterrein te verkopen vanwege de bezuinigingen bij de overheid. De gemeente is geïnteresseerd in het terrein, “maar heeft geen geld om het nu zomaar te kopen”. Dat zegt Paul Moons, projectleider vanuit de gemeente voor de herontwikkeling van het marineterrein. Waarschijnlijk gaan Defensie en de gemeente het gebied samen herontwikkelen.

Huizen, een park, hotels; de opties voor de nieuwe functie liggen nog open. “Maar om te mogen bouwen, moet je kunnen aantonen dat de grond schoon genoeg is zodat de mensen die er gaan wonen, geen gezondheidsrisico lopen”, zegt bodemdeskundige Paul Römkens van onderzoeksinstituut Alterra van de Wageningen Universiteit.

De hele bodem
De gemeente en het ministerie laten op dit moment een inventariserend bodemonderzoek uitvoeren. Het is het eerste onderzoek naar de gesteldheid van de gehele bodem van het marineterrein. Milieuadviesbureau Geofox-Lexmond levert uiterlijk begin december de eerste resultaten, zegt Moons. Tot die tijd weet noch de gemeente, noch het Rijk volgens hem of de bodem verontreinigd is. Op dit moment is “informatie over de bodem alleen beschikbaar van de stukken grond die zijn onderzocht of gesaneerd”, zegt Verhallen.

Toch zijn de gemeente Amsterdam en het Rijk al ruim een jaar in overleg over de verbouwing van het terrein. Zonder te weten hoe de hele bodem eruit ziet en wat de kosten van sanering kunnen worden. “Ik zou eerst willen weten wat er in de bodem zit, voordat ik begin te onderhandelen over eventuele grondaankoop”, zegt bodemexpert Römkens. “Straks koopt de gemeente een kat in de zak.”

Het marineterrein met de botenloods en het Scheepvaartmuseum. (Foto: Annemarie van de Vijsel)