Amsterdamse brouwerijen groeien

Amsterdamse bierbrouwerijen en proeflokalen groeien. Brouwerij ’t IJ en De Prael breiden uit en Brouwerij Zeeburg heeft inmiddels een landelijke afzetmarkt. Dat terwijl landelijk de bierverkoop in horecagelegenheden onder druk staat.

D66, CDA, PVV en SP eisen dat minister Kamp van Economische Zaken een einde maakt aan de misstanden op de Nederlandse biermarkt. Dat meldt Algemeen Dagblad woensdag. De prijzen van pils in de horeca zijn te hoog en er is te weinig concurrentie op de tap, concludeerde onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek op 12 januari. Onderzoekers van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) kwamen in november tot dezelfde conclusie. Grote brouwerijen als Heineken, Grolsch en Inbev sluiten contracten met cafés, waarin staat dat de ondernemers alleen bier van deze brouwerij mogen gebruiken. In ruil daarvoor krijgen de cafés bijvoorbeeld een goedkope huurovereenkomst of een tapinstallatie. De kosten van zo’n ‘lening’ verrekent de brouwer met de literprijs die de kroegbazen betalen. Dit leidt tot minder winst en meer faillissementen, volgens SEO.

Speciaalbier van brouwerij 't IJ (Foto: Brouwerij 't IJ)
Speciaalbier van brouwerij ’t IJ (Foto: Brouwerij ’t IJ)

Constant Keinemans begrijpt wel waarom cafébazen dit soort contracten aangaan. Keinemans is voorzitter van het Klein Brouwerij Collectief (KBC), een landelijke organisatie die zich inzet voor 80 kleine brouwers en verkopers van speciaalbier in Nederland. Keinemans legt uit: “Beginnende bedrijven die geen startkapitaal hebben, krijgen niet snel een lening van banken.” Keinemans heeft kritiek op de cafés: “Ze zouden de financiering van hun pand en tapinstallatie gescheiden moeten houden van de bierprijs. Hoe lager de kosten, hoe hoger immers de verkoop.”

Met kleine speciaalbierbrouwerijen in Amsterdam gaat het daarentegen goed. Brouwerij ’t IJ in Amsterdam-Oost brouwde afgelopen jaar nog 300.000 liter, dit jaar zal ze dat aantal verdubbelen. Er zijn in Amsterdam op dit moment 43 cafés die bier van ’t IJ schenken. Ook Brouwerij De Prael op de Amsterdamse Wallen zegt geen last te hebben van concurrentie met de grotere brouwerijen. De Prael heeft haar pand en tapinstallatie zelf gefinancierd. Fer Kok, medeoprichter van De Prael: “Voor de verkoop hoeven we weinig moeite te doen. We willen uitbreiden en zijn op zoek naar nieuwe brouwlocaties. Dit jaar willen we 50.000 liter brouwen, vijf keer zoveel als vorig jaar.”

In het Belgische Lochristie staat de zogenaamde huurbrouwerij van Robert van Lil. Onder de naam Brouwerij Zeeburg brouwt de Amsterdammer daar zijn eigen bier. Hij huurt een plekje in een bestaand pand, in plaats van een geheel eigen pand te kopen of te pachten. Van Lil verkoopt zijn bier aan horecalocaties als De Ponteneur en Roest in Amsterdam-Oost. “Vorig jaar is de omzet voor pils gedaald, maar de omzet van speciaalbier is met tien procent gestegen. Ik zie dat consumenten een steeds sterkere voorkeur hebben voor speciaalbier. Grote brouwers spelen daar ook op in. Ze kopen kleine brouwerijen op in België en leveren dan bier zoals Duvel.”

Gemiddelde prijs speciaalbier bij genoemde brouwerijen:

Brouwerij ’t Ij: €2,40 voor 25cl

Brouwerij De Prael: €3,- voor 25cl

Amsterdam Roest: €4,- voor 33cl (flesje)
(bier van Brouwerij Zeeburg)

———————————————-

Uit het Nationaal Bieronderzoek 2012 blijkt dat 37% van de Nederlanders een speciaalbiertje als favoriet heeft. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Brouwers.

Sinds kort verkoopt Van Lil zijn bier via een groothandel, Bier & Co. Dit bedrijf verkoopt bier van allerlei kleine brouwerijen door aan cafés. Via Bier & Co komt zijn Triple en Dubbel Bock terecht in heel Nederland. Rick Kempen van Bier & Co zegt dat zijn bedrijf vooral verkoopt aan cafés zonder afnameafspraken met grote brouwerijen en direct aan consumenten. Biergroothandels als die van Kempen verschijnen steeds meer op de markt, andere voorbeelden zijn de Bierboom en De Bierverbinding. Kempen: “Omdat de prijs van speciaalbier relatief minder hard stijgt, kiezen consumenten liever voor zo’n biertje dan een normaal pilsje.”