"Hoe groter de leugen, hoe hoger de oplage"

Profvoetballer Jody L. gaf twee tegenstrijdige verklaringen, en laadde de verdenking van witwassing op zich. Vandaag diende de zaak voor de Amsterdamse rechter.

De rechtbank Amsterdam (foto: Jenne Jan Holtland)
De rechtbank Amsterdam (foto: Jenne Jan Holtland)
Advocaat Levon Palanciyan is het wachten beu. Hij pendelt tussen de bankjes heen en weer en praat met iedereen – in het Nederlands met zijn cliënt Jody L., in het Frans met diens van oorsprong Congolese ouders en in het Turks met de advocaat van voetbalclub PEC Zwolle. De zitting in de Amsterdamse rechtbank staat woensdagmiddag op het punt van beginnen. Voorlopig geeft L. geen interviews, zegt Palanciyan waarschuwend. “Er zijn al genoeg fouten gemaakt door de media.”

Ajax
L. (22) is een succesvolle aanvaller bij eredivisieploeg PEC Zwolle. Dat hij daarvoor uitkwam voor onder meer Ajax, heeft de aandacht voor zijn zaak alleen maar vergroot. Alles aan hem vandaag is strak: zijn skinny broek, zijn coltrui en zijn brandschone sneakers. In de rechtszaal buigt hij het hoofd, en legt hij de armen op tafel. Een bekertje water dat voor hem is neergezet, blijft onaangeroerd.

De zaak van L. begon op 28 november 2013, toen Dustin B., een kennis (“geen vriend”) van L., bij een Amstelveense juwelier voor 10.000 euro een horloge van het chique merk Audemars Piguet kocht. De politie observeerde B. in die periode, en wist dat hij geen reguliere inkomsten had. Dus hoe kwam hij plots aan 10.000 euro? “Van een bekende voetballer gekregen”, zei B. tijdens zijn verhoor. Hij noemde de naam van L., in wiens opdracht hij het ding zou hebben gekocht.

Strafbaar
Klopt, zei deze begin 2014 tegen de politie. Hij had 12.000 euro gepind en aan B. gegeven. Maar later veranderde zijn verklaring: plots had hij niets met de hele zaak te maken. Pas na de arrestatie van B. zou hij gebeld zijn door B.’s vriend, die hem had gevraagd B.’s verhaal te bevestigen aan de politie. Dat had hij niet moeten doen, zegt hij nu. “Ik had eerder openheid moeten geven, dat is wat ik mezelf verwijt. Ik was naïef.”

Dan zegt L. iets waar de rechter van opkijkt: “Ik wist niet dat het strafbaar was.”
“Dat wat strafbaar was?”, vraagt de rechter.
“Nou”, aarzelt L., “ik zit bij de rechtbank nu…”
Een blinkend polshorloge heeft zich onder zijn mouw uitgewerkt.
De rechter: “Nee, waarvan wist u niet dat het strafbaar was?”
Advocaat Palanciyan ziet dat zijn cliënt in de rats zit. “De rechter wil weten waar je spijt van hebt”, souffleert hij L.
Daar moet de rechter om lachen. Hij laat het erbij.

“Bezoedeld”
Op de bankrekening van L. heeft justitie niets kunnen vinden dat wijst op het opnemen van 12.000 euro. B. kreeg onlangs al zes weken gevangenisstraf, omdat hij niet kon uitleggen waar het geld vandaan kwam. Toch pleit dat L. volgens de Officier van Justitie niet vrij. Ze concludeert dat L. “bewust” en “nauw” heeft samengewerkt met B. Hij heeft met zijn eerste verklaring mee willen werken aan een witwasoperatie, en daarmee de “financiële integriteit” van de samenleving “bezoedeld”. Ze eist een geldboete van 3.000 euro.

Lijnrecht achter L. zit zijn moeder, bij wie hij nog steeds in huis woont. Ze verroert geen vin. Tegen de politie heeft ze verklaard dat haar zoon inderdaad “te veel geld” uitgeeft. “Hij is nog jong.”

Leugen
Dat vindt ook advocaat Palanciyan. “Sinds zijn tiende draait zijn leven nog maar om één ding: voetbal en familie.” Een familie die bovendien niets kwaads in de zin heeft: “het zijn kerkgangers. Dit komt hard aan.” De advocaat vraagt om vrijspraak, aangezien L. op het moment van de aankoop aan het trainen was bij zijn toenmalige club SC Cambuur. “Dat is 141 kilometer verderop.” Van de transactie wist hij niets, en daarmee was het moment van witwassen voorbij.

De echte schuldigen, vervolgt Palanciyan, zijn de media. Die hebben L. als een “boef” neergezet en “onwaarheden” opgeschreven om meer kranten te verkopen. “Hoe groter de leugen, hoe hoger de oplage.”

Op 18 februari doet de rechter uitspraak.