De vuist van NRC

Lezer die NRC online bekijkt. (Foto: Tirza van der Graaf)
Lezer die NRC online bekijkt. (Foto: Tirza van der Graaf)
NRC is boos. Het is een woede die een nieuwe discussie aanboort in het huidige medialandschap. De ene na de andere krant wordt overgenomen door grotere mediabedrijven. “De aandeelhouder koopt NRC niet als een mooi schilderij aan de muur.”

Op veel van de tafels in het NRC Café staan bordjes met ‘gereserveerd’. “Dat doen ze expres”, zegt Hubert Smeets, voorzitter van de NRC-ondernemingsraad. Hij schuift het bordje opzij en gaat zitten. “Ze hebben geen geld voor meer personeel.” Het is een tragisch schouwspel: een restaurant, voor de helft zogenaamd gereserveerd om het gebrek aan geld te verbloemen.

Het café was het stokpaardje van vorige eigenaar Egeria en wordt niet overgekocht door het Vlaamse Mediahuis. Toch verdient Egeria geld aan de verkoop van NRC Media. Veel geld zelfs, 90 tot 95 miljoen euro.

Dinsdag liet Hubert Smeets aan NAP weten dat de ondernemingsraad Egeria daarom een bonus gaat vragen. Egeria strijkt miljoenen op voor werk dat feitelijk niet door hen verricht is. “Het is de redactie die de krant heeft gemaakt. De zoontjes van de werknemers van Egeria zijn nog te bedonderd om hem te bezorgen.” Momenteel wacht NRC op een reactie van Egeria, die tot op heden niet bereikbaar was voor commentaar.

Vuist
Het is voor het eerst dat een krant een vuist tegen zijn aandeelhouder maakt. Mediawetenschapper Mark Deuze (Universiteit van Amsterdam) vindt die vuist goed te verklaren. “Zonder inhoud geen merk en zonder merk, geen geld. Dat wordt nu achter de rug van redacties om verdeeld.” Deuze denkt overigens niet dat het de ondernemingsraad gaat lukken geld los te krijgen van de investeringsmaatschappij. “Maar ik waardeer dit gebaar. De mediabedrijven moeten beseffen dat ze zonder de redactie niks zijn.”

Tegelijkertijd vindt Deuze dat redacties zich wel bewust van moeten zijn van de economische veranderingen binnen de media. “De gemiddelde redacteur van een krant heeft geen flauw benul van de manier waarop kranten gekocht en verkocht worden. In de 21e eeuw kun je geen journalist zijn zonder je hierin te verdiepen en te weten hoe het zit. Zoals Philippe Remarque van de Volkskrant ook zei: ‘een journalist in de 21e eeuw is een ondernemer’.”

Elf redacteuren van NRC stemden tegen de overname. Hubert Smeets: “Eén van hun beweegredenen was dat Mediahuis een jong bedrijf is. Zij hebben nog geen één jaarrekening die over een heel jaar gaat. Hierdoor hebben we geen zicht op de langere winstgevendheid van het bedrijf. We weten alleen dat ze het de laatste maanden steeds beter doen.”

Berucht
Deuze begrijpt niet dat zo’n klein aantal journalisten tegen de overname stemde. “Het Mediahuis is berucht. Om te bezuinigen zijn vorig jaar bij de kranten die in haar handen zijn veel vaste medewerkers ontslagen en de freelancetarieven gehalveerd. Mensen die geloven dat dit nu niet opnieuw gaat gebeuren, hebben de afgelopen dertig jaar niet zo goed opgelet.” Deuze is anderzijds wel van mening dat NRC geen andere keus heeft. “De papieren krant is ten dode opgeschreven. Als NRC Media nog ergens investeerdersgeld uit kan halen, is dat uit een overname, niet uit inkomsten.”

Volgens Karin Raeymakers, hoogleraar Journalistiek aan de Universiteit Gent, heeft het Mediahuis in België juist een goede reputatie. “Het Mediahuis legt sterk de klemtoon op de krantenmarkt. Ze geven veel geprinte media uit en hebben daardoor bruikbare kennis. Dat is een groot verschil met bedrijven die alleen maar uit zijn op durfkapitaal.” Een voorbeeld hiervan is APAX, dat NRC eerder in handen had en volgens Hubert Smeets het bedrijf “heeft volgehangen met schulden”.

Synergie
De Vlaamse mediawetenschapper ziet ook andere voordelen van de overname. “Er zijn nu twee grote Vlaamse mediabedrijven actief, het Mediahuis en de Persgroep. Deze groepen beheren allebei titels en hebben daardoor een krachtige positie op de markt. Op deze manier kunnen synergieën, dat wil zeggen samenwerkingen tussen redacties, ontstaan.” Volgens Raeymaeckers moet de journalistieke content gewaarborgd worden. “Het is belangrijk dat iedere krant zo één specialisme heeft dat uitgewisseld kan worden.”

Volgens Hubert Smeets zijn de ‘synergieën’ waar Raeymaeckers over spreekt synoniemen voor reorganisaties en dus ontslagen. “Zo’n aandeelhouder koopt ons natuurlijk niet als een mooi schilderijtje aan de muur. Wij beseffen heus wel dat er in de toekomst één en ander zal veranderen.”