Handel tussen Amsterdam en Iran komt na opheffen sancties maar langzaam op gang

Iraanse markt
Iraanse markt
De economische sancties tegen Iran zijn in januari opgeheven. Bedrijven zijn nu vrij te handelen met Iraniërs. Internationaal is hiervoor veel interesse, maar in Amsterdam blijkt dit nog niet het geval. NAP Nieuws zocht uit waarom.

AMSTERDAM- Wasdrogers, pistachenoten en vanaf komende zomer dadels. Het is een kleine greep uit de producten die Iskander Soltani sinds kort met zijn bedrijf Dutch Trade Office uit Iran importeert. Voor het opheffen van de sancties was Soltani vooral een bemiddelaar die uitlegde wat wel en wat niet met Iran gehandeld kon worden. “Mijn brood zat in de sancties”, zegt de Amsterdammer van Iranese afkomst. “Sinds de opheffing hebben kopers en verkopers liever rechtstreeks contact. Daarom richt ik me nu steeds meer op het importeren en exporteren zelf.”

De carrièrewisseling vergt enige spoed, want sinds 16 januari zijn alle handelaarsogen weer op Iran gevestigd. De economische sancties tegen het land werden toen grotendeels opgeheven. In ruil daarvoor had Iran in de voorgaande maanden het nucleaire programma aangepast, waardoor het geen kernwapens meer kan maken. Nog voor de sancties goed en wel opgeheven waren, sloot de Franse vliegtuigbouwer Airbus een miljarden deal met Iran. De Nederlandse ambassade in Teheran richtte zo snel als het kon een handelskantoor op.

Het is geen wonder dat er internationale interesse is. Iran heeft een relatief hoogopgeleide bevolking die ongeveer net zo groot is als die van Duitsland. Verder snakt het na jaren van sancties naar Westerse producten en technologie. Dat kan het land makkelijk betalen door de grote hoeveelheden olie die nu weer verhandeld kunnen worden.

Fransen bewegen zich soepeler
Toch komt de handel vanuit Amsterdam maar schoorvoetend opgang. “Wij zijn door geen enkel Amsterdams bedrijf benaderd”, zegt Erik Wellen. Hij is exportbemiddelaar van het op het Midden-Oosten gerichte bedrijf Akil Management Service. “Ik denk dat er maar heel weinig bedrijven zijn in Amsterdam die iets met Iran doen.”

Dat vermoeden wordt onderschreven door cijfers van de Kamer van Koophandel (KvK). In 2015 heeft de KvK slechts aan twaalf verschillende bedrijven een Certificaat van Oorsprong (CvO) verstrekt voor Iran, terwijl dat document nodig is om naar het land te exporteren. Het is echter voor bedrijven ook mogelijk om via commerciële intermediairs een CvO te verkrijgen. Hoeveel bedrijven dat doen is onduidelijk. Het aantal bedrijven uit Amsterdam dat importeert is eveneens niet bekend. Uit een rapport van het CBS bleek wel dat de omvang van de export ruim veertien keer zo groot is als de import.

Wellens wijdt de langzame herstart van Nederlanders in Iran aan de mentaliteit. “In heel het Midden-Oosten doen Nederlanders het slecht, terwijl de Fransen zich daar heel soepel bewegen. Nederlanders willen alles efficiënt regelen en binnen een uur weer weg zijn. Dat werkt niet in Iran. De handelscultuur is daar veel persoonlijker, je moet daar uitgebreid de tijd nemen.”

Dat andere landen meer interesse hebben in Iran ondervond ook Soltani. Vanuit Iran kreeg hij aanvragen voor allerlei westerse producten, van asfaltmachines tot bloemen. Maar Nederlandse verkopers kon hij niet vinden. “Uiteindelijk heb ik het doorgespeeld aan Duitse, Franse en Chinese bedrijven.”

Nog geen groen licht van de banken
Maar of het aan de mentaliteit ligt, betwijfelt Soltani. “Iraniërs benaderen de markt inderdaad anders, maar dat is op te lossen met tussenpersonen die beide culturen snappen.” Het echte probleem ligt, volgens hem, bij de Nederlandse banken. “Die zijn heel voorzichtig, omdat Amerika de sancties nog niet heeft opgeheven.” Vanwege onder andere mensenrechtenschending heeft de VS een deel van de sancties in stand gehouden.

Dit bevestigt Jelle Wijkstra van de Nederlandse Vereniging van Banken. “Amerika geeft hoge boetes als er gehandeld wordt in dollars of in goederen die, deels, Amerikaans zijn.” Daarnaast zijn er nog andere “tactische hobbels”. Iran is bijvoorbeeld nog niet aangesloten op het internationale betalingssysteem Swift. “Andere Europese banken hebben daar net zo goed last van, maar mogelijk maken ze het geld vaker op de ouderwets manier over.”

Het is dus wachten op groen licht van de banken. Ook voor de handelsplannen van Soltani. Wat hij nu al importeert gaat buiten de bank om. “Maar de wasdrogers breng ik pas op de markt als ik ook grotere ladingen via de bank kan betalen. Tot die tijd blijven ze in de opslag staan. Ik hoop wel dat de banken opschieten. Anders missen we de boot.”