Politie krijgt geen grip op autobranden

De politie worstelt met 191 autobranden sinds januari 2017 in Amsterdam. Ondertussen draaien veel auto-eigenaren zelf op voor de kosten.

Een groene Nissan Micra stopt abrupt op de Papaverhoek in Amsterdam-Noord. Lokman Durak (27) stapt uit en ziet de uitgebrande Fiat Punto van zijn stiefvader. ‘Ik wilde de auto net naar de garage brengen’, zegt hij terwijl hij om de auto beent met zijn handen op zijn hoofd. ‘Dit wist ik niet!’ Het is dinsdagmiddag, half twee. Eerder die dag, om 4:40 uur ‘s ochtends, heeft de brandweer twee auto’s geblust. In de straat hangt de zwavelgeur van as. Vlammengolven zijn zichtbaar op het gesmolten metaal van de auto’s. Beide voertuigen zijn total loss. De politie vermoedt brandstichting.

Daders zelden gepakt
De dubbele autobrand is de vierde dit jaar in Amsterdam-Noord. In 2017 telde de politie 191 uitgebrande auto’s in Amsterdam, bij 115 afzonderlijke incidenten. Daarvan waren er veertig in Amsterdam-Noord (
zie onderstaande kaart), met ruim zestig getroffen voertuigen als gevolg. In slechts drie gevallen heeft de politie een verdachte kunnen aanhouden.

De locaties van de autobranden in Amsterdam-Noord, inclusief datum, tijdstip en de hoeveelheid voertuigen die zijn beschadigd. De cijfers zijn gebaseerd op de aangiftes bij de politie. Aanvullingen? Laat het weten.

Het opsporen van de dader is in bijna alle gevallen kansloos, schat woordvoerder Leo Dortland van politie Amsterdam-Amstelland. ‘Want alleen als we de dader op beeld hebben kunnen we overgaan tot opsporing, maar de meeste brandstichters letten goed op dat er geen camera hangt.’ Daarnaast levert ook het sporenonderzoek vrijwel nooit iets op, omdat het bewijsmateriaal verbrandt of weggespoeld wordt met het bluswater. Op dit moment werkt de politie samen met een niet nader genoemde universiteit aan blusmethodes met schuim of gel, waardoor bewijsmateriaal beter bewaard blijft. Over de details van het project wil Dortland niets prijsgeven.

‘Het is heel naar, want het ligt helemaal buiten jezelf.’

Voorlopig zet de politie dus vooral in op preventie. Ze juichen het gebruik van Buurtpreventie whatsappgroepen toe: ‘Mensen verkeren dan in een extra staat van paraatheid, durven sneller naar buiten te stappen als ze denken dat iets niet in de haak is.’ Dortland benadrukt dat buurtbewoners niet bang moeten zijn om 112 te bellen als ze iets verdachts zien. ‘We rijden liever twee keer te veel, dan één keer te weinig.’

Geen verzekering
Voor de eigenaar van de tweede uitgebrande auto op de Papaverhoek, Margo Mustert (22), komt het advies van de politie te laat. Haar Mazda Demio stond naast de auto van Lokmans stiefvader geparkeerd en vatte door overwaaiend vuur ook vlam. De auto, die ze deelt met twee anderen, had ze pas twee weken. ‘Deze auto mocht ik lenen van mijn ouders’, vertelt Mustert telefonisch. ‘Maar was de auto nog niet verzekerd en nu krijg ik waarschijnlijk geen geld terug. Het is heel naar, want het ligt helemaal buiten jezelf.’

Politiewoordvoerder Dortland is meer schrijnende gevallen tegengekomen waarbij het slachtoffer ‘alle centen in zijn autootje heeft zitten’. Hebben ze geen (dure) all-risk of WA-plusverzekering, dan zijn ze alles kwijt en moeten ze ook voor de kosten van het wegslepen van het wrak betalen. Volgens Rudi Buis, woordvoerder van het Verbond van Verzekeraars, heeft ongeveer een derde van de Nederlandse autobezitters slechts een WA-verzekering. Zo’n verzekering dekt alleen de schade die iemand met zijn auto bij een ander veroorzaakt en keert in het geval van een aangestoken autobrand niets uit. Wordt de dader opgespoord, dan levert dat het slachtoffer alsnog weinig op. ‘Dan kunnen ze via rechtsbijstand de schade verhalen, maar de daders zijn meestal geen miljonair. Van een kale kip kun je niet plukken.’

‘Van een kale kip kun je niet plukken?’, roept Mareo Esajas (32) door de telefoon. Esajas, stukadoor van beroep, zag op nieuwjaarsochtend in de Fresiastraat het vuur van een brandende auto overslaan op zijn witte bestelbus. ‘De pest pleuris, als die kip een Xbox heeft, is ‘ie van mij.’ Hij zag vanachter het raam zijn Ford Transit in vlammen opgaan. Nu wacht hij op geld van zijn verzekeraar Voogd & Voogd. ‘Ze moeten de auto eerst verkopen, zeggen ze. Maar de auto is total loss verklaard. Ik heb een WA-plusverzekering, dus ze moeten mij toch gewoon uitbetalen?’

Van de politie en gemeente hoorde hij niks. Ook moest hij zelf een bergingsbedrijf bellen om zijn bestelbus weg te laten slepen. De zwarte Volkswagen Polo, waarbij het vuur is begonnen, bleef nog acht dagen in de straat staan, zeggen vijf buurtbewoners onafhankelijk van elkaar. ‘Dat is toch een schande, de hele straat is zwart’, doelt Esajas op het zwarte parkeervak en de verbrande boom voor zijn woning.  

Een vijfenvijftige jarige buurtbewoonster stapt in een grijze Citroën C1, aan de overkant van Esajas’ huis. ‘Ik ben wel banger geworden sinds de autobrand’, zegt ze. Ze woont verderop in de Nigellestraat. Ze is voorzichtiger geworden. ‘Deze auto is heilig, ik kan me niet permitteren dat hij uitbrandt’, zegt de bewoonster van de Molenwijk. ‘Ik parkeer mijn auto nu het liefst naast een lantaarnpaal, want in het licht zal niemand hem aansteken.’