Ajax-kramen rond het stadion: ‘We horen echt een beetje bij de inboedel’

Mutsen, sjaals, mokken en truien, allemaal bedrukt met het bekende Ajax-logo. Al tientallen jaren staat Jacques (62) bij elke thuiswedstrijd met zijn Ajax-kraam op het plein voor de Johan Cruijff Arena.

De ArenA Boulevard ligt er zondagmiddag rustig bij. Op het moment dat de voetballers van Ajax en Twente moeten pieken, heeft Jacques juist even pauze. Via het tv-scherm in de hoek van zijn Ajax-kraam volgt hij met twee collega’s de wedstrijd. Wanneer Ajax met een penalty de 2-1 maakt, stijgt vanuit de Johan Cruijff Arena gejuich op. ‘Vroeger ging ik wel eens binnen in het stadion de wedstrijd meekijken. Toen hadden we nog geen televisie.’

‘Ik ging als klein kind al naar Ajax met mijn grootvader’, vertelt Jacques. Een warme muts met flappen, uiteraard van Ajax, beschermt zijn oren tegen de kou. De vlaggen op het dak van de kraam wapperen in de harde wind. ‘Toen ik een keer met mijn grootvader naar een wedstrijd ging, was het heel druk bij één van kraampjes bij De Meer, het oude stadion van Ajax. Er stond een mevrouw alleen. Ik was een jaar of 15 en vroeg of ik kon helpen. Zo ben ik er eigenlijk ingerold.’

P2680555
De kraam van Jacque

Foto door: Kim Visbeen

De geboren Amsterdammer staat met zijn kraam bij elke thuiswedstrijd van Ajax, het Nederlands elftal en optredens van de Toppers. ‘Het begon als een bijbaan, ik ben eigenlijk grafisch designer. Langzamerhand ben ik dit full-time gaan doen. Soms verzuimde ik mijn werk, om bij het stadion te kunnen staan. Bij één wedstrijd verdiende ik soms een weeksalaris.’ Achter een vitrine staan piepschuimen hoofden met Ajax-mutsen uitgestald. Rekken met truien en vesten staan onder het afdak, een beertje in Ajax-tenue bungelt aan het ijzeren plafond.

Tussen de hotdogskramen staan zo’n zes stands die Ajax-spullen verkopen. De verkopers verhuisden mee toen Ajax vanuit De Meer en het Olympische Stadion zich in Amsterdam Zuidoost vestigden. Allen doen dit werk al jaren, als nieuweling kom je er niet snel tussen. ‘In de eerste jaren hier bij de ArenA was er een beetje gerommel. De gemeente liet nieuwe mensen toe, die stonden dan met een tafeltje met wat sjaaltjes erop. Daar hebben wij toen tegen geprotesteerd. Nu gebeurt dat niet meer. Het is een specialistische handel, je moet thuis zijn in deze branche. Dat is niet voor iedereen weggelegd.’

De wedstrijd is afgelopen. De fans stromen het stadion uit. Sommigen stoppen bij de kraam. Een kindje met een Ajax-shirt over zijn dikke groene jas heen krijgt een Ajax-sjaal van zijn vader. Een man loopt weg met een Ajax-bal in een plastic zakje. ‘De sjalen en mutsen worden het best verkocht. Dit jaar speelt Ajax niet mee in de Europacup. Dat voel je wel. Bij dat soort grote wedstrijden draaien wij de beste omzet.’

P2680551
Jacque tussen de Ajax-artikelen

Foto door: Kim Visbeen

Rond veel andere Nederlandse voetbalstadions zijn inmiddels de verkoopwagens verdwenen, vertelt Jacques. ‘De verkoop was daar niet meer voldoende. Je kan natuurlijk steeds meer online kopen en in de fanshops. Bij mij komen veel toeristen.’ De kramen op de ArenA Boulevard kopen hun spullen in bij de groothandel, waar Ajax aan levert. ‘Als verkoper maak je je eigen samenstelling. Ik presenteer mijn spullen op een aantrekkelijke manier. Ik maak zelfs mijn eigen bordjes.’

Een uur na de wedstrijd klapt Jacques de luiken dicht. De vlaggen worden van het dak gehaald. ‘Vroeger kwam er agressiever publiek. Dan werd er wel eens iets gestolen. Dat is nu heel anders. Bij de wedstrijd van Ajax-Feyenoord twee weken geleden, werd er wel veel vuurwerk afgestoken op het plein. Maar daar hebben wij niet zo’n last van. Wij horen echt een beetje bij de inboedel.’

Ajax won zondagmiddag van Twente met 2-1