Muziekonderwijs in Amsterdam: sterk op papier, kwetsbaar in praktijk

Sinds 2013 heeft de gemeente Amsterdam een gesubsidieerd programma voor muziek- en cultuuronderwijs. Hoewel de cijfers optimistisch stemmen, wankelt de kwaliteit van muziekonderwijs in Amsterdam nog altijd. Dat zegt Lili Schutte (43), onderzoeker kunsteducatie en projectleider van de opleiding muziekeducatie aan het conservatorium.

Er komt extra geld vrij om leraren in opleiding beter te scholen in muziekonderwijs. Dat maakte minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, PvdA) afgelopen maandag bekend. Pabo’s kunnen komende jaren beroep doen op een extra potje van 5 miljoen euro. Met dat geld kunnen lerarenopleidingen, hun studenten beter voorbereiden op muziekles in de klas door samen te werken met conservatoria.

De aandacht die muziekonderwijs op pabo’s en basisscholen krijgt, is nieuw. “Veel docenten die nu voor de klas staan, zijn niet of nauwelijks geschoold in muziekles”, zegt Lili Schutte. De afgelopen jaren deed zij onderzoek naar het muziekonderwijs in Amsterdam.

Toch moeten basisscholen in 2020 in alle klassen muziekonderwijs aanbieden. Om een vaste plek voor muziekles in het lesplan van Amsterdamse basisscholen te ontlokken, ontwikkelde de gemeente Amsterdam daarom in 2013 een basispakket cultuuronderwijs. De basisscholen die meedoen – alle 250, een enkeling uitgezonderd – beloven om voor twee cultuurvakken (muziek, beeldend, erfgoed, drama of dans) lesplannen voor alle klassen te ontwikkelen en uit te voeren.

Lili Schutte – © Pim van der Zwaan

De gemeente biedt daarvoor hulpmiddelen. Een school die muziekles als eerste van die twee vakken kiest, wordt extra ondersteund met jaarlijks dertien uur muziekles door een vakdocent en tien uur coaching op kosten van de gemeente. Die extra’s moeten de kwaliteit van de muzieklessen waarborgen en compenseren voor groepsleerkrachten die weinig van muziekonderwijs weten.

Op dit moment heeft ruim 85% van de basisscholen in Amsterdam een doorlopend lesplan voor muziek ontwikkeld, blijkt uit cijfers van de gemeente. Ze loopt daarmee vooruit op het landelijk gemiddelde, dat rond de 50% ligt. Maar dat zijn de cijfers op papier.

De uitwerking van het Amsterdamse basispakket in praktijk is anders dan op papier, zegt u.

“Het idee op papier is dat de groepsleerkracht en vakdocent om de beurt lesgeven. De vakdocent heeft muzikale kennis, de groepsleerkracht didactische. Door de groepsleerkracht actief mee te laten doen in de lessen van de vakdocent, leert de groepsleerkracht wat goed muziekonderwijs is. Hij of zij kan dan ook zelfstandig muziekles geven als de vakdocent er niet meer is. De gemeente subsidieert een vakdocent immers voor 13 uur – en weken – per jaar. Dan blijven er nog 25 over.

“De praktijk is dat groepsleerkrachten vaak niet meedoen met de muziekles die de vakdocent verzorgt. In werkelijkheid gaat de helft van hen andere dingen doen. Schriftjes nakijken, kopiëren, overleggen. Zo mislukt de kennisoverdracht tussen vakleerkracht en groepsleerkracht en leert de groepsleerkracht niet bij.”

Zien groepsleerkrachten het belang van muziekles dan niet in?

“In Nederland kunnen groepsleerkrachten heel autonoom werken. Ze genieten relatief veel vrijheid in het invullen van lessen. Combineer dat met een grote werkdruk, en een groepsleerkracht zal alleen met een muziekles van een vakdocent meedoen als hij of zij dat zelf belangrijk vindt. Een minderheid. Zo gauw de kans zich voordoet achterstallig werk in te halen, zullen ze dat doen.

“Bovendien voelen veel groepsleerkrachten zich niet capabel om muziekles te geven. Tijdens hun opleiding was de aandacht voor muziek om te huilen. Pabo studenten moeten in vijftien vakken lesgeven, het zijn generalisten.”

Waar ligt de oplossing?

“De situatie is al beter dan vroeger. Met het basispakket cultuuronderwijs zien steeds meer scholen het belang van muziekonderwijs. Nu is het zaak te zorgen dat leraren tijdens hun studie al veel kennis en ervaring over muziekles opdoen. Ik hoop daarom dat pabo’s daadwerkelijk een beroep gaan doen op het extra geld van Bussemaker. Het niveau van een vakdocent zal de groepsleerkracht nooit halen, dat hoeft ook niet. Als ze een goede basis hebben en doordrongen zijn van het belang van muziekles, zal de leskwaliteit beter worden dan die nu is.”