‘Proefliggen’ in een grafkist

De tentoonstelling Ik R.I.P. van Mediamatic in Amsterdam staat in het teken van de dood. Je eigen dood én die van anderen.


AMSTERDAM – 4 feb.
De deksel van de grafkist gaat dicht. Hij is van zwart karton. Even lig ik helemaal alleen in het donker op het witte satijn. Dan gaat er een lampje branden. Twee ogen staren me aan. Mijn eigen ogen, weerkaatst in een spiegeltje. Snel fatsoeneer ik mijn wenkbrauwen en leg mijn haar in een krans om mijn hoofd. Met gesloten ogen doe ik mijn best op een tevreden glimlach. Drie, twee, één: FLITS. De camera in het deksel van de kist heeft het vastgelegd. De foto wordt geprojecteerd op een groot scherm. Ook wordt hij doorgestuurd naar mijn online profiel. Daar is mijn geënsceneerde dood voor iedereen zichtbaar.

Een zelfportret in een grafkist: tijdens de tentoonstelling Ik R.I.P, die tot 12 april 2009 bij Mediamatic in Amsterdam te zien is, kan je er één maken. Het instituut brengt kunst en nieuwe media bij elkaar. Ik R.I.P. is de derde expositie in een serie over zelfrepresentatie op internet. Dit keer staat de dood centraal. De eerste tentoonstelling draaide om schoonheid en de tweede om transseksualiteit. Elke keer wordt een (foto-)expositie gecombineerd met digitaal doe-het-zelven. Toen het thema transseksualiteit was, kon je een male-to-female foto maken: je mannengezicht werd omgevormd tot een vrouwengezicht en vice versa.

Ik R.I.P. doet je stil staan bij je digitale erfenis. Wat blijft er online bewaard als je doodgaat? Schept de informatie een beeld waarin je jezelf herkent? In een tijd dat je misschien wel eeuwig te vinden blijft op het web, is het niet gek om daar over na te denken.

De foto-expositie is van de Amerikaanse fotografe Elizabeth Heyert. Verspreid over de zaal hangen witte rollen aan het plafond. Er zijn foto’s op afgedrukt van overleden mensen. Ze zijn in hun mooiste kleren vastgelegd, tegen een zwarte achtergrond. De serie is gemaakt in Harlem, New York. Op een van de foto’s staat een zwarte jongen. James Earl “Jay Moe” Jones heet hij, geboren in 1982, gestorven in 2004. Hij draagt een glimmend wit trainingspak. Om zijn hoofd zit een band en daarboven een petje met het New York-logo. Uit zijn zak steken dollarbiljetten.

‘De gefotografeerde mensen waren lid van een Baptistengemeente in Harlem’, zegt Heyert, die zelf bij de opening van Ik R.I.P aanwezig is. ‘Ze worden zo mooi aangekleed om ze voor te bereiden op het binnengaan van de hemel.’ Heyert wilde de overledenen portretteren alsof ze nog leefden. De traditionele symbolen van de dood, zoals de kist, liet ze buiten beeld. De geportretteerde mensen zien er daardoor uit alsof ze slapen. ‘Ik vroeg me af: verschilt de aanblik van een dood mens met die van een levend mens? Eigenlijk niet dus.’